Campus

‘Commerciële Einzelgänger’

Chinese erotische kunst als afleiding. Tatjana Stenfert Kroese en Cathalijne Augustijn waren eigenlijk voor de tentoonstelling van Isaac Israels in de Kunsthal. De sombere vrolijkheid van een Hollandse impressionist.

,,Die Chinese erotische kunst was echt heel erg grappig. Erg kleurrijk en vol heel erg lenige mensen. Zo lenig dat je ernaar staat te kijken en denkt dat dit echt niet kan kloppen. Maar het zijn allemaal enorm kunstige voorwerpen. Bijvoorbeeld kleine schoentjes met daarop hele kleine gekleurde erotische voorstellingen. Fantastisch. Ik stelde me al voor hoe mijn moeder deze tentoonstelling zou bekijken.

Maar Israels werk is echt heel mooi. Het is een chronologisch opgezette expositie, waarbij gelukkig een compleet beeld van zijn werk ontstaat. Dat was bijvoorbeeld bij die Picasso-tentoonstelling in de Kunsthal niet het geval.

Over Isaac Israels wordt wel gezegd dat hij een valse start zou hebben gemaakt. Want toen hij nog heel erg jong was, kon hij eigenlijk alles al. Heel erg realistische schilderijen. Zo hangt er ‘Begrafenis van een jongen’. Dat lijkt wel een foto. Maar zelf was hij blijkbaar niet tevreden, hij ging op zoek naar een stijl. Die vond hij in het impressionisme. Al moet ik zeggen dat wanneer je zoals nu een zaal vol met zijn schilderijen ziet, het toch een totaal andere sfeer oproept dan bij echte impressionisten als Monet. Zijn kleurgebruik is veel donkerder, somberder.

Misschien moet je rekening houden met het Hollandse klimaat. Volgens mij is het in Frankrijk een stuk makkelijker om impressionist te zijn. Je kunt zijn impressionisme ook zoeken in iets anders. Israels houdt niet van echt nare dingen. Hij wou niet zijn in een land waar oorlog was. Probeerde de dingen toch vooral mooi te zien. Dus zelfs een op zich heel goed portret van een Amsterdams straatmeisje ziet er eigenlijk niet treurig uit.

Na een periode in Amsterdam is hij naar Parijs gegaan. Maar hoewel dat toen een centrum van de kunst was, vond hij er vrijwel geen aansluiting. Hij verkocht zijn werk ook voornamelijk in Nederland. En in die tijd waren zijn schilderijen erg populair. Je kunt hem misschien het beste omschrijven als een commerciële Einzelgänger.

Het was grappig om te zien dat Israels zelf een schilderij van Van Gogh bezat. Dat zie je op heel veel van zijn eigen werk in de achtergrond terug.

Wij kwamen allebei heel blij uit de tentoonstelling. Je wordt gewoon vrolijk van zijn schilderijen. Hij heeft niet dat zoetsappige van andere impressionisten.”

,

,,Die Chinese erotische kunst was echt heel erg grappig. Erg kleurrijk en vol heel erg lenige mensen. Zo lenig dat je ernaar staat te kijken en denkt dat dit echt niet kan kloppen. Maar het zijn allemaal enorm kunstige voorwerpen. Bijvoorbeeld kleine schoentjes met daarop hele kleine gekleurde erotische voorstellingen. Fantastisch. Ik stelde me al voor hoe mijn moeder deze tentoonstelling zou bekijken.

Maar Israels werk is echt heel mooi. Het is een chronologisch opgezette expositie, waarbij gelukkig een compleet beeld van zijn werk ontstaat. Dat was bijvoorbeeld bij die Picasso-tentoonstelling in de Kunsthal niet het geval.

Over Isaac Israels wordt wel gezegd dat hij een valse start zou hebben gemaakt. Want toen hij nog heel erg jong was, kon hij eigenlijk alles al. Heel erg realistische schilderijen. Zo hangt er ‘Begrafenis van een jongen’. Dat lijkt wel een foto. Maar zelf was hij blijkbaar niet tevreden, hij ging op zoek naar een stijl. Die vond hij in het impressionisme. Al moet ik zeggen dat wanneer je zoals nu een zaal vol met zijn schilderijen ziet, het toch een totaal andere sfeer oproept dan bij echte impressionisten als Monet. Zijn kleurgebruik is veel donkerder, somberder.

Misschien moet je rekening houden met het Hollandse klimaat. Volgens mij is het in Frankrijk een stuk makkelijker om impressionist te zijn. Je kunt zijn impressionisme ook zoeken in iets anders. Israels houdt niet van echt nare dingen. Hij wou niet zijn in een land waar oorlog was. Probeerde de dingen toch vooral mooi te zien. Dus zelfs een op zich heel goed portret van een Amsterdams straatmeisje ziet er eigenlijk niet treurig uit.

Na een periode in Amsterdam is hij naar Parijs gegaan. Maar hoewel dat toen een centrum van de kunst was, vond hij er vrijwel geen aansluiting. Hij verkocht zijn werk ook voornamelijk in Nederland. En in die tijd waren zijn schilderijen erg populair. Je kunt hem misschien het beste omschrijven als een commerciële Einzelgänger.

Het was grappig om te zien dat Israels zelf een schilderij van Van Gogh bezat. Dat zie je op heel veel van zijn eigen werk in de achtergrond terug.

Wij kwamen allebei heel blij uit de tentoonstelling. Je wordt gewoon vrolijk van zijn schilderijen. Hij heeft niet dat zoetsappige van andere impressionisten.”

,,Die Chinese erotische kunst was echt heel erg grappig. Erg kleurrijk en vol heel erg lenige mensen. Zo lenig dat je ernaar staat te kijken en denkt dat dit echt niet kan kloppen. Maar het zijn allemaal enorm kunstige voorwerpen. Bijvoorbeeld kleine schoentjes met daarop hele kleine gekleurde erotische voorstellingen. Fantastisch. Ik stelde me al voor hoe mijn moeder deze tentoonstelling zou bekijken.

Maar Israels werk is echt heel mooi. Het is een chronologisch opgezette expositie, waarbij gelukkig een compleet beeld van zijn werk ontstaat. Dat was bijvoorbeeld bij die Picasso-tentoonstelling in de Kunsthal niet het geval.

Over Isaac Israels wordt wel gezegd dat hij een valse start zou hebben gemaakt. Want toen hij nog heel erg jong was, kon hij eigenlijk alles al. Heel erg realistische schilderijen. Zo hangt er ‘Begrafenis van een jongen’. Dat lijkt wel een foto. Maar zelf was hij blijkbaar niet tevreden, hij ging op zoek naar een stijl. Die vond hij in het impressionisme. Al moet ik zeggen dat wanneer je zoals nu een zaal vol met zijn schilderijen ziet, het toch een totaal andere sfeer oproept dan bij echte impressionisten als Monet. Zijn kleurgebruik is veel donkerder, somberder.

Misschien moet je rekening houden met het Hollandse klimaat. Volgens mij is het in Frankrijk een stuk makkelijker om impressionist te zijn. Je kunt zijn impressionisme ook zoeken in iets anders. Israels houdt niet van echt nare dingen. Hij wou niet zijn in een land waar oorlog was. Probeerde de dingen toch vooral mooi te zien. Dus zelfs een op zich heel goed portret van een Amsterdams straatmeisje ziet er eigenlijk niet treurig uit.

Na een periode in Amsterdam is hij naar Parijs gegaan. Maar hoewel dat toen een centrum van de kunst was, vond hij er vrijwel geen aansluiting. Hij verkocht zijn werk ook voornamelijk in Nederland. En in die tijd waren zijn schilderijen erg populair. Je kunt hem misschien het beste omschrijven als een commerciële Einzelgänger.

Het was grappig om te zien dat Israels zelf een schilderij van Van Gogh bezat. Dat zie je op heel veel van zijn eigen werk in de achtergrond terug.

Wij kwamen allebei heel blij uit de tentoonstelling. Je wordt gewoon vrolijk van zijn schilderijen. Hij heeft niet dat zoetsappige van andere impressionisten.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.