Education

‘Bij een tekstbespreking voel ik me dom’

Met een community voor studenten met dyslexie op Blackboard hoopt de universiteit op tips over hoe zij de studieduur van deze groep kan verkorten. Student civiele techniek Jasper Coremans (25) heeft zijn dyslexie jarenlang kunnen camoufleren.

Hoe ontdekte je dat je dyslectisch bent?

“Ik was altijd al slecht in talen. Vanaf groep zeven tot 4 vwo heb ik bijles gehad. Maar pas in de brugklas ben ik getoetst op dyslexie. De basisschool gaf me een mavo-havo-advies, maar in de brugklas bleek dat ik vwo kon doen. Dat was een meevaller. Ik vond het niet raar dat ik op de basisschool een lager advies had gekregen. Mijn vriendjes hadden dat ook. Ik had het niet erg gevonden om een beroepsopleiding te doen. Maar het vwo ging me best goed af. Ik moest er vanwege de talen wel hard aan trekken, ook al kreeg ik extra hulp.”

Heb je op de TU meteen verteld dat je dyslectisch was?

“Hier heb ik er lang niets mee gedaan. Het is me altijd gelukt om overal doorheen te komen. Bij de leesvakken haalde ik alleen het belangrijkste uit lange teksten. De rest liet ik zitten. Lezen is vermoeiend. Daarnaast deed ik veel oefententamens en dan kwam het wel goed. Als ik met een groepje een project deed, zorgde ik ervoor dat ik het verslag niet hoefde te schrijven. Ik vertelde de anderen niet dat ik dyslectisch was. Niet dat ik me schaamde, maar ik vond het niet nodig. Als ik toch zelf een verslag moest maken, camoufleerde ik het slechte schrijven met goede berekeningen.”

Wanneer werd het te moeilijk?

“Een master in het Engels, dat was problematisch. Ik kan niet echt Engels spreken. Mijn Nederlandse teksten zijn niet goed, omdat ze in spreektaal zijn geschreven. Maar mijn Engelse verslagen staan vol met fouten. Bij de bespreking van zo’n verslag voel ik me wel dom, ook al weet ik dat ik dat niet ben.”

Hoe denk jij dat de universiteit dyslectische studenten kan helpen?

“Ik ben zelf pas net iets aan mijn probleem aan het doen. Een spraakcomputer zou misschien helpen. En ik krijg nu van de TU software die me teksten kan voorlezen.”

Je loopt nu stage bij ingenieursbureau Van Kleef. Heb je daar verteld dat je dyslectisch bent?

“Niet meteen, maar ze kwamen er snel achter. Gelukkig heb ik een begeleider die me goed helpt. Hij leest veel vaker mijn teksten dan op de universiteit zou gebeuren. Daar lever je een verslag pas in als het helemaal klaar is. Het voordeel is dat de meeste mensen in de exacte hoek dit probleem wel kennen. Het komt onder bèta’s vaker voor.”

Jasper Coremans. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Hoe ontdekte je dat je dyslectisch bent?

“Ik was altijd al slecht in talen. Vanaf groep zeven tot 4 vwo heb ik bijles gehad. Maar pas in de brugklas ben ik getoetst op dyslexie. De basisschool gaf me een mavo-havo-advies, maar in de brugklas bleek dat ik vwo kon doen. Dat was een meevaller. Ik vond het niet raar dat ik op de basisschool een lager advies had gekregen. Mijn vriendjes hadden dat ook. Ik had het niet erg gevonden om een beroepsopleiding te doen. Maar het vwo ging me best goed af. Ik moest er vanwege de talen wel hard aan trekken, ook al kreeg ik extra hulp.”

Heb je op de TU meteen verteld dat je dyslectisch was?

“Hier heb ik er lang niets mee gedaan. Het is me altijd gelukt om overal doorheen te komen. Bij de leesvakken haalde ik alleen het belangrijkste uit lange teksten. De rest liet ik zitten. Lezen is vermoeiend. Daarnaast deed ik veel oefententamens en dan kwam het wel goed. Als ik met een groepje een project deed, zorgde ik ervoor dat ik het verslag niet hoefde te schrijven. Ik vertelde de anderen niet dat ik dyslectisch was. Niet dat ik me schaamde, maar ik vond het niet nodig. Als ik toch zelf een verslag moest maken, camoufleerde ik het slechte schrijven met goede berekeningen.”

Wanneer werd het te moeilijk?

“Een master in het Engels, dat was problematisch. Ik kan niet echt Engels spreken. Mijn Nederlandse teksten zijn niet goed, omdat ze in spreektaal zijn geschreven. Maar mijn Engelse verslagen staan vol met fouten. Bij de bespreking van zo’n verslag voel ik me wel dom, ook al weet ik dat ik dat niet ben.”

Hoe denk jij dat de universiteit dyslectische studenten kan helpen?

“Ik ben zelf pas net iets aan mijn probleem aan het doen. Een spraakcomputer zou misschien helpen. En ik krijg nu van de TU software die me teksten kan voorlezen.”

Je loopt nu stage bij ingenieursbureau Van Kleef. Heb je daar verteld dat je dyslectisch bent?

“Niet meteen, maar ze kwamen er snel achter. Gelukkig heb ik een begeleider die me goed helpt. Hij leest veel vaker mijn teksten dan op de universiteit zou gebeuren. Daar lever je een verslag pas in als het helemaal klaar is. Het voordeel is dat de meeste mensen in de exacte hoek dit probleem wel kennen. Het komt onder bèta’s vaker voor.”

Jasper Coremans. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.