Campus

Apekool

Je speakers de vernieling in helpen is niet zo moeilijk. Maar loop je minder risico met een lichte versterker? De techniek van luidsprekerboxen is al enige decennia hetzelfde. De meeste exemplaren bevatten twee of meer elektrodynamische luidsprekers, die elk een deel van het voor de mens hoorbare frequentiegebied van 20 Hz tot 20 kHz weergeven.

Overnamefilters in de box splitsen het geluidssignaal op, zodat elke luidspreker het signaal krijgt waarvoor hij geoptimaliseerd is.

Ondanks hun eenvoud zijn goede luidsprekerboxen vrij prijzig. De schrik van de hifi-liefhebber is dan ook de ‘opgeblazen’ luidspreker: door overbelasting brandt de spreekspoel die de luidsprekerconus aandrijft door, waarna slechts vervanging rest. Het doorbranden zelf geschiedt overigens geruisloos, het echte lawaai gaat eraan vooraf.

Veel elektronicazaken bevelen in elk geval aan, een versterker te kopen die minder vermogen heeft dan de luidsprekers aan kunnen. Hierdoor zouden je speakers geen risico meer lopen. Klinkt logisch, maar er zit een addertje onder het gras. Een echte luidsprekerbeul kan een 100 Watt box opblazen met een versterkertje van pakweg 50 Watt.

Het verschijnsel dat hier meespeelt heet peak clipping. Een lichte versterker loopt sneller tegen zijn grenzen aan dan een zware, waardoor de uitschieters in het muzieksignaal afgekapt worden. ,,Hierdoor maak je in de versterker meer hoge tonen aan dan in de muziek zitten”, vertelt dr.ir. K.H.J. Robers, verbonden aan de subfaculteit Industrieel Ontwerpen en werkzaam bij Philips.

Dit overschot aan hoge tonen uit zich als vervorming: het geluid wordt onaangenaam schel. De overnamefilter in de box stuurt dit energieke signaal echter braaf door naar de hoge-tonenspeaker, die opeens veel meer voor zijn kiezen krijgt dan de bedoeling is. Robers: ,,In muziek hebben de hoge tonen veel minder energie van de lage tonen. Luidsprekers bevatten daarom bijvoorbeeld een lage-tonenspeaker van 100 Watt, terwijl de hoge-tonenspeaker maar 10 Watt kan hebben.” Een overstuurde versterker met een vermogen van 50 Watt kan de tweeters dus wel naar de maan helpen.

Vreemd genoeg levert een zware versterker dus minder kans op kapotte luidsprekers. Heb je daar geen geld voor, let dan op de vervorming. Een duidelijk teken dat je muziek te hard staat.

De techniek van luidsprekerboxen is al enige decennia hetzelfde. De meeste exemplaren bevatten twee of meer elektrodynamische luidsprekers, die elk een deel van het voor de mens hoorbare frequentiegebied van 20 Hz tot 20 kHz weergeven. Overnamefilters in de box splitsen het geluidssignaal op, zodat elke luidspreker het signaal krijgt waarvoor hij geoptimaliseerd is.

Ondanks hun eenvoud zijn goede luidsprekerboxen vrij prijzig. De schrik van de hifi-liefhebber is dan ook de ‘opgeblazen’ luidspreker: door overbelasting brandt de spreekspoel die de luidsprekerconus aandrijft door, waarna slechts vervanging rest. Het doorbranden zelf geschiedt overigens geruisloos, het echte lawaai gaat eraan vooraf.

Veel elektronicazaken bevelen in elk geval aan, een versterker te kopen die minder vermogen heeft dan de luidsprekers aan kunnen. Hierdoor zouden je speakers geen risico meer lopen. Klinkt logisch, maar er zit een addertje onder het gras. Een echte luidsprekerbeul kan een 100 Watt box opblazen met een versterkertje van pakweg 50 Watt.

Het verschijnsel dat hier meespeelt heet peak clipping. Een lichte versterker loopt sneller tegen zijn grenzen aan dan een zware, waardoor de uitschieters in het muzieksignaal afgekapt worden. ,,Hierdoor maak je in de versterker meer hoge tonen aan dan in de muziek zitten”, vertelt dr.ir. K.H.J. Robers, verbonden aan de subfaculteit Industrieel Ontwerpen en werkzaam bij Philips.

Dit overschot aan hoge tonen uit zich als vervorming: het geluid wordt onaangenaam schel. De overnamefilter in de box stuurt dit energieke signaal echter braaf door naar de hoge-tonenspeaker, die opeens veel meer voor zijn kiezen krijgt dan de bedoeling is. Robers: ,,In muziek hebben de hoge tonen veel minder energie van de lage tonen. Luidsprekers bevatten daarom bijvoorbeeld een lage-tonenspeaker van 100 Watt, terwijl de hoge-tonenspeaker maar 10 Watt kan hebben.” Een overstuurde versterker met een vermogen van 50 Watt kan de tweeters dus wel naar de maan helpen.

Vreemd genoeg levert een zware versterker dus minder kans op kapotte luidsprekers. Heb je daar geen geld voor, let dan op de vervorming. Een duidelijk teken dat je muziek te hard staat.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.