Campus

Allemaal rotte tanden

Wie wil weten hoe Rotterdam er uitziet, schreef het NRC Handelsblad in 2001, kan het beste de tram nemen. "Voor de prijs van een paar strippen krijgt men een reis om de wereld in zestig minuten." Fotograaf Martin Luijendijk legde deze reis teleurstellend vast op camera.

Het leek zo’n leuk idee: foto’s van winkels langs de beruchte Rotterdamse tramlijn 7, die loopt van het welvarende Kralingen dwars door de stad naar het kansarme Spangen. De foto’s zouden het verloop van de verschillende wijken die lijn 7 doorkruist kunnen laten zien, maar daarin is fotograaf Martin Luijendijk niet echt geslaagd, blijkt uit de tentoonstelling ‘Lijn 7, een wereldreis door Rotterdam’.

De tentoonstelling, sinds afgelopen weekend te zien in museum De Dubbelde Palmboom in het Rotterdamse historisch Delfshaven, laat dan ook maar zeventien foto’s zien. Zeventien plaatjes van merendeels volgestouwde, exotische winkels zonder mensen, die inderdaad liggen langs de route van tramlijn 7, maar die overal in Rotterdam te vinden zijn. Op de Schiedamseweg, om de hoek van het museum bijvoorbeeld. In een half uur kan iedereen met een beetje camera daar eenzelfde verzameling foto’s bij elkaar schieten als Luijendijk heeft gedaan.

Verlaat dus de tentoonstelling ‘Lijn 7’ snel, om de rest van het museum te bekijken, want dat blijkt een stuk interessanter. Sla de zolder, waar de mevrouw achter de balie zegt dat de toer door het museum begint, gerust over en begin op de derde verdieping. Daar zien we gedetailleerd nagebouwde interieurs van winkels en woningen van vlak na de oorlog.

Als je ooit vindt dat je het niet breed hebt, dan kun je hier bij zinnen komen. In de piepkleine woonkamer staat alles wat een arbeidersgezin destijds nodig had: een tafel met stoelen, een paar kastjes voor de weinige spullen die de gezinsleden bezaten, een kolenkachel. En toen stond de kamer vol. Je kunt je bijna niet voorstellen dat alle gezinsleden het daar de hele avond met elkaar volhielden.

Een verdieping lager is te zien hoe Rotterdam in de negentiende en twintigste eeuw uitgroeide tot een industriestad. Zo staat er een minutieus en werkend model van de eerste Nederlandse stoommachine die in Blijdorp de polders droogmaalde.

De kaart achter de stoommachine toont het kleine Rotterdam van voor industrialisatie. Daarnaast hangt een kaart van Rotterdam nu, met alle hoogteverschillen tussen de wijken. Bewoners van Blijdorp hebben pech gehad bij een overstroming. Dik drie meter onder de zeespiegel ligt de yuppenwijk. Delfshaven, waar het museum De Dubbelde Palmboom staat, ligt ruim drie meter boven de zeespiegel en heeft als één van de weinige delen van Rotterdam minder te vrezen van de zee.

In de filmzaal draait een film die Rotterdam toont in al haar vooroorlogse glorie: boten door grachten die niet meer bestaan, winkelende dames die van de Koopgoot nog nooit hadden gehoord, kooplieden die midden op straat hun waar aanprezen.

Maar de leukste attractie van het museum is de praatgrage suppoost, die bij elke stop wel een praatje heeft. Zoals bij de schilderijengalerij van welgestelde heren uit een ver verleden. “Valt je niks op aan die schilderijen?” vraagt hij ons. Nadenkend bekijken we al die bleke hoofden nog eens. Dat mensen vroeger lelijk waren? “Ze hebben allemaal hun mond dicht. Dat moesten ze van de schilder, want ze hadden allemaal rotte tanden.”

www.hmr.rotterdam.nl

Het leek zo’n leuk idee: foto’s van winkels langs de beruchte Rotterdamse tramlijn 7, die loopt van het welvarende Kralingen dwars door de stad naar het kansarme Spangen. De foto’s zouden het verloop van de verschillende wijken die lijn 7 doorkruist kunnen laten zien, maar daarin is fotograaf Martin Luijendijk niet echt geslaagd, blijkt uit de tentoonstelling ‘Lijn 7, een wereldreis door Rotterdam’.

De tentoonstelling, sinds afgelopen weekend te zien in museum De Dubbelde Palmboom in het Rotterdamse historisch Delfshaven, laat dan ook maar zeventien foto’s zien. Zeventien plaatjes van merendeels volgestouwde, exotische winkels zonder mensen, die inderdaad liggen langs de route van tramlijn 7, maar die overal in Rotterdam te vinden zijn. Op de Schiedamseweg, om de hoek van het museum bijvoorbeeld. In een half uur kan iedereen met een beetje camera daar eenzelfde verzameling foto’s bij elkaar schieten als Luijendijk heeft gedaan.

Verlaat dus de tentoonstelling ‘Lijn 7’ snel, om de rest van het museum te bekijken, want dat blijkt een stuk interessanter. Sla de zolder, waar de mevrouw achter de balie zegt dat de toer door het museum begint, gerust over en begin op de derde verdieping. Daar zien we gedetailleerd nagebouwde interieurs van winkels en woningen van vlak na de oorlog.

Als je ooit vindt dat je het niet breed hebt, dan kun je hier bij zinnen komen. In de piepkleine woonkamer staat alles wat een arbeidersgezin destijds nodig had: een tafel met stoelen, een paar kastjes voor de weinige spullen die de gezinsleden bezaten, een kolenkachel. En toen stond de kamer vol. Je kunt je bijna niet voorstellen dat alle gezinsleden het daar de hele avond met elkaar volhielden.

Een verdieping lager is te zien hoe Rotterdam in de negentiende en twintigste eeuw uitgroeide tot een industriestad. Zo staat er een minutieus en werkend model van de eerste Nederlandse stoommachine die in Blijdorp de polders droogmaalde.

De kaart achter de stoommachine toont het kleine Rotterdam van voor industrialisatie. Daarnaast hangt een kaart van Rotterdam nu, met alle hoogteverschillen tussen de wijken. Bewoners van Blijdorp hebben pech gehad bij een overstroming. Dik drie meter onder de zeespiegel ligt de yuppenwijk. Delfshaven, waar het museum De Dubbelde Palmboom staat, ligt ruim drie meter boven de zeespiegel en heeft als één van de weinige delen van Rotterdam minder te vrezen van de zee.

In de filmzaal draait een film die Rotterdam toont in al haar vooroorlogse glorie: boten door grachten die niet meer bestaan, winkelende dames die van de Koopgoot nog nooit hadden gehoord, kooplieden die midden op straat hun waar aanprezen.

Maar de leukste attractie van het museum is de praatgrage suppoost, die bij elke stop wel een praatje heeft. Zoals bij de schilderijengalerij van welgestelde heren uit een ver verleden. “Valt je niks op aan die schilderijen?” vraagt hij ons. Nadenkend bekijken we al die bleke hoofden nog eens. Dat mensen vroeger lelijk waren? “Ze hebben allemaal hun mond dicht. Dat moesten ze van de schilder, want ze hadden allemaal rotte tanden.”

www.hmr.rotterdam.nl

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.