Data-expert dr. Bijan Ranjbar-Sahraei (3mE) bracht de belangrijkste steekwoorden van tienduizenden publicaties van de TU Delft in beeld.
Clusters en knopen lichten in zijn plaatjes op alsof het functionele MRI’s zijn van een brein. Kijk door je wimpers en met een beetje fantasie zie je rechtsonder een hersenschors in blauw oplichten. Met woorden als basin, erosion en sediment is dit het domein van de hydrologie.
Onderzoekers van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen zwaaien hier de scepter. Het is ver verwijderd van de wereld van electronspins en semiconductors, in de ‘frontale kwab’, roze, links boven. Daar is vooral de faculteit Technische Natuurwetenschappen actief.
Maken neurologen atlassen van het brein, dr. Bijan Ranjbar-Sahraei deed iets soortgelijks voor de universiteit met behulp van steekwoorden. Daarvoor verzamelde hij uit de database Web of Science de titels en abstracts van alle wetenschappelijke artikelen waaraan onderzoekers van de TU Delft hebben meegewerkt tussen 2003 en 2015: zo’n twintigduizend.
“Hoe dichter woorden bij elkaar in de buurt liggen, hoe vaker ze samen voorkomen in publicaties”, vertelt de Iraanse postdoc van de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalwetenschappen (3mE). “De kleuren geven de clusters aan die het programma herkent.”
Wegwijs maken en trends herkennen
Ranjbar-Sahraei bracht de verwantschap van de wetenschappelijke termen in kaart met het visualisatieprogramma VOSviewer, ontwikkeld door onderzoekers van het Centre for Science and Technology Studies (CWTS, Universiteit Leiden). Met hulp van de TU Library, wist hij elke publicatie bovendien te koppelen aan een of meer faculteiten. Daardoor kun je van elke faculteit zien welke onderwerpen geregeld in haar publicaties voorkomen en of er overlap is met andere faculteiten.
De datavisualisaties vormen een voorbeeld van wat je met VOSviewer en aanverwante programma’s kunt doen. Het zijn de uithangborden van het project Aida (Automatic Identification of Research Trends). Het doel van Aida is om onderzoekers wegwijs te maken in de wetenschappelijke literatuur, en, zoals de naam al zegt, trends te herkennen. “Vooral voor promovendi die net beginnen en tenure trackers die hun onderzoek goed willen positioneren, kan dit erg behulpzaam zijn”, zegt dr. Rudy Negenborn, initiatiefnemer van Aida en universitair hoofddocent bij de afdeling maritime & transport technology (3mE).
“Elke maand verschijnen duizenden nieuwe wetenschappelijke artikelen”, zegt Negenborn. “Het aantal tijdschriften en kanalen waarlangs publicaties naar buiten komen, neemt alsmaar toe. Het wordt voor onderzoekers steeds lastiger om overzicht te houden op hun vakgebied.”
Effectiever netwerken
Wie door de bomen het bos niet meer ziet, kan bij Aida aankloppen. Onderzoekers die deel-nemen aan het project, onder wie Ranjbar-Sahraei, en collega’s van het Leidse CWTS en de TU Library, helpen je om je onderzoeksveld te verkennen.
“We helpen hen om met automatische big data analyse tools in beeld te brengen welke onderzoekers en onderzoeksgroepen in Nederland, en daarbuiten, actief zijn in hun veld en wat de trends zijn”, zegt Ranjbar-Sahraei. “Met wie kun je wellicht samenwerken? En zijn er groepen waarmee je wilde coöpereren maar die zich de laatste jaren profileren met andere onderwerpen? Ook dat soort inzichten kunnen uit de analyses voortvloeien. Dit zijn handige verkenningen ter voorbereiding op congresbezoeken – je kunt effectiever netwerken. En het is handig bij het schrijven van subsidieaanvragen.”
Slag om de arm
Terug naar de faculteiten. De interpretatie van de plaatjes is vooralsnog lastig. “Ik moet nog een slag om de arm houden”, zegt de Iraniër. “We staan aan het begin van de exploraties. Sommige woorden komen misschien niet zoveel voor maar zijn toch belangrijk, en andersom kan ook. Daarom is het erg belangrijk dat we de visualisaties interpreteren met onderzoekers van verschillende disciplines die steekwoorden kunnen duiden.”
Ranjbar-Sahraei wil verder inzoomen op de faculteiten, en de plaatjes die daaruit voortkomen later dit jaar met de decanen van de TU doornemen. “Het onderzoek kan wijzen op mogelijkheden voor betere samenwerking tussen secties en afdeling die faculteiten nu laten liggen.”
3mE-decaan Theun Baller is alvast enthousiast over het initiatief dat binnen zijn faculteit is ontstaan. “Datamining en het gebruik van big data, zoals in dit project gebeurt, is belangrijk. Deze tools kunnen ons onderzoek zeker verder versterken.”
De interactieve versie van ‘Het Brein’ van de TU en meer informatie over Aida zijn te vinden via: aida.tudelft.nl
CiTG en EWI
CiTG en EWI lijken elkaars spiegelbeeld. Ze zijn beiden over een breed spectrum actief. CiTG neemt de onderste ‘hersenhelft’ voor haar rekening, EWI de bovenste. “Deze plaatjes kunnen erop wijzen dat er onbenutte kansen liggen voor samenwerking”, zegt Negenborn.
Bouwkunde, IO en TBM
Bouwkunde, IO en TBM lijken op een breed spectrum aan onderwerpen actief. Opvallend is de grote ruimte midden boven, daar waar de faculteit EWI fel turquoise kleurt. Over woorden als converter, power consumption en KHz schrijven de onderzoekers van de drie faculteiten nauwelijks.
3mE
3mE lijkt een brug te slaan tussen veel verschillende faculteiten. Ze heeft veel termenoverlap met TNW, met de materiaalonderzoekers van L&R en met de wiskundigen en netwerkanalisten van EWI.
L&R
Bij de meeste faculteiten is aardig wat overlap tussen de onderzoeksonderwerpen. De faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek toont een ander patroon. Het lijkt wel een archipel. In het midden bevindt zich een kern van onderwerpen rondom vleugelprofielen (de woorden airfoil en rotorblade). Dit wereldje is ver verwijderd van de aardobservatie, helemaal rechtsonder, waar de namen van de satellieten Goce en Grace prijken, en met de composietexperts (helemaal links) of vliegveldonderzoekers (uiterst rechts).
TNW
Kijk weer door je oogharen. Je ontwaart een tweespalt. Links een grote concentratie van woorden en rechts. In het midden is veel leegte. De faculteit Technische Natuurwetenschappen lijkt vrijwel alleen links actief. “Het linker gedeelte bevat meer fundamenteel georiënteerd onderzoek”, zegt Ranjbar-Sahraei.
De meest frequente woorden links zijn reaction en substrate. Vergelijk dat eens met woorden als participant en decision helemaal aan de rechterkant van het veld. Die woorden zou je aan meer toegepast onderzoek kunnen koppelen.
Ranjbar-Sahraei heeft lang geworsteld met de faculteit TNW. Ze produceert veruit de meeste wetenschappelijke artikelen. De Iraniër heeft een gewichtscorrectie moeten uitvoeren om ervoor te zorgen dat de termen die ertoe doen bij faculteiten die minder publiceren ook zichtbaar zijn. Door de enorme hoeveelheid TNW-publicaties dreigden ze onder te sneeuwen.
Bijan Ranjbar-Sahraei
Data-analist Bijan Ranjbar-Sahraei (1986) werkt sinds vorig jaar bij de TU aan het Aida-project. De jaren daarvoor deed hij promotie-onderzoek aan de Universiteit van Maastricht. In 2016 verdedigde hij zijn proefschrift ‘Mining and Modeling of Dynamic Social Graphs’. In 2011 behaalde hij zijn mastersdiploma in Control Engineering aan de Shiraz University in Iran. Zijn afstudeeronderzoek ging over het aansturen van robotische zwermen.
Comments are closed.