Het had weinig gescheeld of Nederland telde een universiteit minder. Het bestaan van Wageningen Universiteit, die vandaag honderd wordt, hing ooit aan een zijden draadje. Een hoopgevend verhaal voor kleine studies die voor hun bestaan moeten vechten.
Niets herinnert er aan dat de Wageningen University & Research, zoals de WUR voluit heet, haar tachtigste verjaardag bijna niet had gehaald. De universiteit staat in binnen- en buitenland hoog aangeschreven en is ook bij studenten bijzonder geliefd, maar dat was in de jaren negentig anders, vertelt woordvoerder Simon Vink. De studentenaantallen waren in enkele jaren tijd gehalveerd, van achtduizend eind jaren tachtig tot een kleine vierduizend in de jaren negentig.
Liever een spannende studie
Na het vertrek van de babyboomers kelderden de studentenaantallen bij meer universiteiten, maar bij de WUR was er meer aan de hand. Het ontbrak aan maatschappelijke en politieke steun voor onderwerpen als landbouw en milieu – het domein van de WUR. Die thema’s riepen destijds negatieve associaties op, van bodemverontreiniging en smakeloze groenten tot overproductie en algehele teloorgang van de natuur. ‘Nee, dan liever een spannende studie in de IT’, moeten aankomende studenten hebben gedacht. Het had niet veel gescheeld of de universiteit was opgedoekt. Maar mede omdat de universiteit in het buitenland destijds al een uitstekend reputatie had, bleef ze in leven.
Inmiddels is de WUR met twaalfduizend studenten groter dan ooit. Hoe is het gelukt om het tij te keren? Ten eerste bleek de fusie tussen de universiteit en een aantal onderzoeksinstituten van de Dienst Landbouwkundig Onderzoek in 1998 een gouden greep. Financieel gezien, maar ook op het gebied van innovatie. De moderne campus die in 2007 werd geopend, deed wonderen, zegt Vink. De universiteit functioneert vele malen efficiënter, nu iedereen dicht bij elkaar zit.
Geen verlokkingen van het grote stadsleven
En, niet onbelangrijk: de WUR had ook gewoon de tijd mee. “Sinds het begin van deze eeuw staan landbouw, voedsel en leefomgeving weer volop in de belangstelling”, zegt Vink. De hoeveelheid eerstejaars is in tien jaar tijd verdubbeld. Terwijl andere snelgroeiende universiteiten met groeipijnen kampen en terrein verliezen in de Keuzegids, lijkt de WUR nergens last van te hebben. De Wageningse universiteit steekt al meer dan tien jaar met kop en schouders boven de rest uit. De Keuzegids spreekt dan ook van ‘het wonder van Wageningen’.
De hoofdreden voor het succes zit ‘m bij de studenten, zegt Vink. “Die hebben een ontzettend drive. De meeste van onze studierichtingen kun je enkel bij ons volgen. Onze studenten kiezen dus heel bewust en zijn bijzonder gemotiveerd. Ze komen echt voor hun opleiding, want van het stadje moet je het niet hebben.”
Voor wie zich afvraagt hoe de universiteit ooit in Wageningen terecht is gekomen: dat gebeurde al in 1876 met de komst van de Rijkslandbouwschool, de voorloper van de latere universiteit. In de omgeving zijn maar liefst negen verschillende soorten grond te vinden – zand, klei, veen en diverse mengsoorten. Vrij uniek in Nederland en dus bij uitstek geschikt voor een agrarische school.
Een ander voordeel van de afgelegen locatie: de school werd vooral bezocht door zonen van godsvruchtige boeren en koloniale planters en het moest niet gebeuren dat zij aan de verlokkingen van het grote stadsleven ten prooi zouden vallen. Gelukkig was het treinstation in Ede niet ver weg.
HOP, Steffi Weber
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.