Campus

‘Iedereen moet trots kunnen zijn op de TU Delft’

Professor Rinze Benedictus is de eerste diversity officer van de TU Delft. Aan hem de taak ervoor te zorgen dat iedereen zichzelf kan zijn aan de universiteit. “Manifestaties zijn er al, daar heb je mij niet voor nodig.”

Rinze Benedictus: "Wat mij aanspreekt is dat verschillen een plek hebben en gewaardeerd worden." (Foto: Sam Rentmeester)

Je bent benoemd tot diversity officer. Waarom ben je dit geworden?

“Diversiteit en inclusie, het tweede thema voor de diversity officer, zijn belangrijk. Als ik rondloop op de campus zie ik een diversiteit aan mensen. Daar maak ik me dus geen zorgen over. Dat het een selectief gezelschap is, daar ben ik me van bewust. Het zijn allemaal hoger opgeleiden die een wat bredere blik hebben dan de gemiddelde Nederlander. Tegelijk zie ik grote verschillen tussen die mensen. Wat mij aanspreekt is dat al die verschillen een plek hebben en gewaardeerd worden. Ik denk dat we daar nog aan kunnen werken.”


Waar doel je op?

“Je hoort wel eens de opmerking dat diverse teams beter presteren. Dat geloof ik, maar niet als je iedereen in dat team aan dezelfde eisen moet laten voldoen. Je moet ook het team als geheel beoordelen. In dat team mag iedereen zijn specifieke bijdrage hebben met datgene waarin hij het sterkst is. Daar moet je waardering voor hebben. Ik denk dat daar nog veel in te verbeteren valt. Ik merk dat sommige mensen vinden dat ze niet gewaardeerd worden om hun bijdragen, omdat ze het op een andere manier doen dan wat gebruikelijk is. Iemand die hier begint vol vuur en trots, zou datzelfde twintig tot dertig jaar later nog steeds moeten hebben.”


Wat gaat er aan de TU niet goed met diversiteit?

“Niet goed is een groot woord. De vraag is hoe we het beter kunnen doen. Wat ik graag zou willen is dat er meer dan alleen een gesprek op gang komt. Er is diversiteit aan de TU. Het meest interessante vind ik dat iedereen die bij de TU is trots moet kunnen zijn op de TU Delft en zijn of haar kansen moet kunnen invullen. Kan dat altijd? Ik denk het niet. Het begint er al mee dat we profielen hebben. Die gaan over individuen, nooit over teams. We mogen het best over individuele performance hebben, maar we moeten het ook over team performance hebben en de bijdragen daarin.”


Een thema is de instroom van vrouwelijke studenten


Wat ga je de komende maanden doen?

“Ik wil een team van tien mensen verzamelen en daarmee kijken wat we op de korte termijn kunnen doen. Manifestaties zijn er al, daar heb je mij niet voor nodig. Ik heb geen behoefte aan veel beleidsstukken. Ik wil twee of drie thema’s uitkiezen waarin we verschil kunnen maken. Wat ik zelf een thema vind is de instroom van vrouwelijke studenten. Die is bij een aantal studies erg laag. Dit jaar zijn we bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek onder de tien procent gekomen. Dat hoort een kwart of meer te zijn. Zet een ambitieuze doelstelling neer en kijk waar het aan ligt.”


Vandaag staat de TU in het teken van Coming Out Day. Wat vind je daarvan?

“Aan de ene kant is dat goed, aan de andere kant is het beschamend dat we dit moeten doen. Je hoort hier gewoon over de gang te kunnen lopen en te kunnen zeggen: ‘Dit ben ik. Ik zit zondag in de kerk’ of: ‘Ik zit bij de Delftse Werkgroep Homoseksualiteit’. Dat hoort normaal te zijn. Het hoort geen rol te spelen in bijvoorbeeld je carrièrekansen bij de TU Delft.”


Hoe kijk je naar de discussie over genderneutrale toiletten? De universiteiten van Nijmegen, Leiden, en Amsterdam hebben ze inmiddels.

“Ze mogen er van mij best zijn. Tegelijkertijd ken ik geen genderneutrale toiletten als er een lange rij staat. Nu is dat meestal bij de dames het geval en heb ik er geen last van. Ik heb er geen moeite mee dat er mannen- en vrouwentoiletten zijn. Het is niet een thema waar ik warm van word. Wel vind ik het belachelijk als iemand ze verbiedt.”

Nieuwsredacteur Connie van Uffelen

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

c.j.c.vanuffelen@tudelft.nl

Comments are closed.