Wetenschap

Drie faculteiten in consortium rond duurzame luchtvaart

Drie Delftse faculteiten doen mee in een door Schiphol geleid onderzoeksconsortium voor verduurzaming van de luchtvaart. CiTG is er één van. Wat is haar plan?

Van voordeur tot vertrekhal: CiTG onderzoekt hoe reizigersverkeer naar Schiphol valt te verduurzamen. (Foto: Unsplash/Ben Koorengevel)

  • Lucht-/treinreizen
    “De trein kan een alternatief worden voor vliegen naar Brussel, Parijs, Londen, Düsseldorf en Berlijn, als reizigers ontzorgd worden met tickets, bagage en omboeken als de reis misloopt. Dat levert meteen winst op, en is niet afhankelijk van de aanleg van nieuw spoor.” Zo vatte dagblad De Telegraaf vorige week het afstudeeronderzoek samen van Rosa Hendrikx (Industrieel Ontwerpen) naar lucht- en treinreizen in 2030. Het project, waarover meer te lezen is in vakblad SpoorPro, werd begeleid door Suzanne Hiemstra (directeur Seamless Personal Mobility Lab), die ook betrokken is bij TULIPS.

Het door Schiphol geleide onderzoeksconsortium waarvan de TU Delft deel uitmaakt, krijgt 25 miljoen euro Europese onderzoekssubsidie, werd vorige week bekendgemaakt. Het project start per januari 2022 en heeft een looptijd van vier jaar. De naam? De herkomst daarvan doet denken aan een potje scrabble: ‘DemonsTrating lower pollUting soLutions for sustainable airPorts acrosS Europe’. TULIPS dus, een consortium met 29 partners. Navraag leert dat in Delft drie faculteiten betrokken zijn. Usual suspect Lucht- en Ruimtevaarttechniek (L&R) hoort daar níet bij; het gaat om Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG), Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica (EWI) en Industrieel Ontwerpen (IO).

Proeftuin Schiphol
TULIPS krijgt geld vanuit de Europese Green Deal en heeft dan ook ‘groene’ doelen: snellere introductie van duurzame technologieën om de luchtvaart in 2050 klimaatneutraal te krijgen, plus fors bijdragen aan emissie- en afvalvrije luchthavens in 2030. Schiphol wordt de proeftuin van de zeventien deelprojecten, terwijl een deel ervan ook wordt onderzocht op de partnerluchthavens van Oslo (Noorwegen), Turijn (Italië) en Larnaca (Cyprus). Andere consortiumpartners zijn onder andere KLM, TNO en brandstofpionier SkyNRG.

Partners van formaat, benadrukt Simeon Calvert, universitair docent traffic flow and network management. Namens CiTG is hij betrokken bij het grootste Delftse deelproject, dat zich richt op emissiereductie bij intermodal connections, ofwel: het reizigersvervoer van en naar de luchthaven. Delta sprak met hem.

Stuurt CiTG reizigers straks per onbemande, elektrische ‘people movers’ van en naar Schiphol, zoals op HongKong Airport al gebeurt?
(Lachend): “Ik denk het niet. TULIPS mikt op een vrij hoog ‘technology readiness level’; oplossingen moeten binnen een jaar of drie à vier in te voeren zijn. Het CiTG-project kijkt naar allerlei aspecten, van innovatieve routegeleiding tot de ‘mobiliteitsgarantie’ van mobility as a service waardoor bezit van een eigen vervoermiddel overbodig wordt. Het gaat om een mix van technologie en inzicht in gedrag. IO doet voor TULIPS een project dat meer inzicht moet geven in gedragsbepalende factoren. Wij borduren daarop voort, ook met de datasets en inzichten die er al liggen.”

‘Voor omwonenden hoop ik vurig dat het lukt om de uitstoot fors te verlagen’

Want verkeersstromen sturen is toch niet nieuw voor Schiphol?
“Precies. Ook daardoor is dit een interessant project: er ligt al een hele mooie kennisbasis. Schiphol is een boeiend onderzoeksterrein, als centrale hub (een knooppunt, red.) in de regio met allerlei soorten vervoer. Wegbeheerders als Rijkswaterstaat en de provincie doen ook mee, waardoor we meteen beschikken over een enorme bak data. We kunnen direct op het niveau van de Champions League aan de slag, in plaats van ons eerst langs het amateurniveau van FC Nogwat te hoeven worstelen.”

Wat hoop je met het project te bewerkstelligen?
“Vanuit onderzoeksperspectief: de ontwikkeling van een data-ecosysteem dat meteen bruikbaar is voor andere toepassingen. Bij SAIL Amsterdam en recent op de ‘coronacampus’ hebben we al laten zien dat daarmee nieuwe mogelijkheden ontstaan om verkeersstromen te sturen. En qua impact zou ik het heel gaaf vinden als we een wezenlijke, blijvende verandering teweegbrengen in hoe mensen van en naar Schiphol bewegen. Uiteindelijk draait het om drie dingen: minder uitstoot, meer veiligheid en een goede doorstroming. Vooral voor de omwonenden hoop ik vurig dat het lukt om de uitstoot fors naar beneden te krijgen.”

Is dat geen druppel op de gloeiende plaat, vergeleken met de uitstoot van het vliegverkeer? 
“Terecht punt. Emissiereductie van het vliegverkeer hoort ook bij TULIPS, bij andere deelprojecten. Maar binnen de tijdsspanne van het project – vier jaar – lijkt het me realistisch om te hopen op substantiële emissiewinst via deelprojecten zoals de onze. Die gaan over ontwikkelingen die we wel in een kort tijdsbestek kunnen realiseren voor de omgeving van Schiphol.”

  • Lucht-/treinreizen
    “De trein kan een alternatief worden voor vliegen naar Brussel, Parijs, Londen, Düsseldorf en Berlijn, als reizigers ontzorgd worden met tickets, bagage en omboeken als de reis misloopt. Dat levert meteen winst op, en is niet afhankelijk van de aanleg van nieuw spoor.”
    Zo vatte dagblad De Telegraaf vorige week het afstudeeronderzoek samen van Rosa Hendrikx (IO) naar lucht- en treinreizen in 2030. Het project, waarover meer te lezen is in vakblad SpoorPro, werd begeleid door Suzanne Hiemstra (directeur Seamless Personal Mobility Lab). Zij is betrokken is bij TULIPS.

Marieke Enter / Nieuwsredacteur

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.