Geroyeerd lid verliest kort geding tegen DSC

Uit het gepseudonimiseerde rechtbankverslag komt naar voren dat de vierdejaarsstudent in de nacht van 24 op 25 september 2024 op de sociëteit van het DSC was, toen twee commissieleden en een lid van de senaat (het bestuur) van de vereniging symptomen van drugsgebruik bij hem zagen. Zij hebben toen, conform het drugsprotocol van het DSC, besloten een drugstest bij de student af te nemen. Daaruit kwam een positief resultaat op cocaïne. Daarmee was de student volgens het DSC in overtreding van het zerotolerancebeleid van de vereniging.

Derde schorsing

Normaal zou dat volgens het strafsysteem van de vereniging leiden tot een schorsing van 30 weken. In dit geval leidden omstandigheden tot een hogere straf. Omdat hij nog in zijn proeftijd zat na twee eerdere schorsingen (namelijk op 25 januari voor vier weken en op 19 april voor acht weken, beide wegens geweldsincidenten en beide met een proeftijd van 52 weken), telde deze nieuwe overtreding als een herhaalde overtreding. Dat betekent in het strafsysteem van het DSC een verdubbeling van de schorsingstijd, in dit geval van 30 naar 60 weken.

Daar bleef het niet bij, want het strafsysteem van het DSC schrijft ook voor dat iemand die tijdens zijn lidmaatschap in totaal 52 weken of langer aan schorsing opgelegd krijgt, geroyeerd wordt. Opgeteld bij zijn twee eerdere schorsingen kwam deze student met zijn nieuwe overtreding op een totaal van 72 weken schorsing, wat automatisch leidde tot royement.

Afgesloten van sociale leven

De student ging bij het DSC in beroep tegen deze beslissing. Nadat dit binnen het interne rechtssysteem was afgewezen, heeft de student de stap naar de echte rechtbank gemaakt. Omdat een rechtszaak lang kan duren, begon hij ondertussen ook een spoedprocedure (een zogeheten ‘kort geding’). Doel hiervan was het royement in ieder geval terug te draaien zolang de inhoudelijke rechtszaak nog loopt.

De student voerde aan dat de drugstest onbetrouwbaar zou zijn

In die spoedprocedure bracht de student in dat hij als vierdejaarsstudent door het royement afgesloten is van een belangrijk deel van zijn sociale leven. Daarnaast zou het DSC fouten hebben gemaakt in de procedure die tot zijn royement leidde. Ook zou de regel dat een lange schorsing automatisch tot een royement leidt niet duidelijk gecommuniceerd zijn. Ten slotte voerde hij aan dat de drugstest volgens hem onbetrouwbaar was.

De rechter heeft hij daarmee niet kunnen overtuigen, blijkt uit het maandag gepubliceerde verslag. Die ziet in de gevolgde procedure en de communicatie rond de regels geen reden om de schorsing terug te draaien. En een onjuiste testuitslag acht de rechter onwaarschijnlijk. Niet alleen had het DSC hetzelfde urinemonster de volgende dag voor de zekerheid nog eens getest. Ook heeft de student zelf verklaard dat hij het weekend voor de positieve test, op 21 en 22 september 2024, cocaïne had gebruikt. Dat dit dagen later nog leidt tot een positieve test en een overtreding van het zerotolerancebeleid van de vereniging, betekent niet dat dat beleid ‘ontoelaatbare inbreuk maakt op het privéleven van de leden van het DSC’, oordeelt de rechter.

Vooralsnog blijft het royement dus staan. In ieder geval tot de uitspraak in de, volgens de kortgedingrechter ‘naar voorlopig oordeel weinig kansrijke’, inhoudelijke rechtszaak.