Voordat de aardwarmtewinning op de TU Delft mag starten, moet Geothermie Delft waarborgen dat het boorgat dat in oktober onbruikbaar raakte niet voor problemen kan zorgen. Ook moet het onderzoeken of de onderzoeksreactor van de TU schade kan oplopen door aardwarmtewinning.
Geothermie Delft heeft nog enkele hobbels te gaan voor de aardwarmtewinning kan beginnen. Dat concludeert demissionair mijnbouw-staatssecretaris Hans Vijlbrief in zijn Ontwerpbesluit van 8 februari. Dat ontwerpbesluit is de voorloper van de vergunning die Geothermie Delft nodig heeft om te starten met de winning. Uit het stuk blijkt dat Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) meerdere kanttekeningen heeft bij de startvergunning.
Deels is die kritiek te verklaren uit de nieuwe Mijnbouwwet, die per juni 2023 van kracht werd. In die wet, waarover het SodM schrijft in zijn jaarplan, staan nieuwe maatregelen voor geothermieprojecten zoals die op de TU-campus.
Onbruikbaar boorgat
Maar de kanttekeningen van SodM komen ook door een incident, dat in de ogen van de toezichthouder tot mogelijke ongewenste ondergrondse stromingen tussen aardlagen kan leiden. Bij het boren van de geothermieput op de TU-campus is in oktober 2023 namelijk een boorgat onbruikbaar geworden, blijkt uit het ontwerpbesluit.
In dit zogenoemde moederboorgat kwam op 1.240 meter diepte een boorkop onwrikbaar vast te zitten, schrijft Omroep Delft. Stukken op de website van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) bevestigen dat. Op ruim honderd meter ten zuidoosten van het originele gat heeft Geothermie Delft – een samenwerking van de TU Delft, Shell, Aardyn en EBN – ter vervanging een zogenoemde sidetrack geboord.
Door de vastzittende boorkop was het niet mogelijk om het gat te dichten met cement, wat de Mijnbouwwet wel voorschrijft. Het gevolg is een ondergronds gat, waarvan naar het oordeel van SodM dus niet kan worden uitgesloten dat er ondergrondse waterstromen tussen verschillende aardlagen ontstaan.
Kernreactor
De toezichthouder vindt daarom dat Geothermie Delft nog eens moet aantonen dat de laag voldoende is afgesloten, voordat de aardwarmtewinning van start kan gaan. Uit de stukken blijkt dat de staatssecretaris ook vraagt om extra metingen en modellen voordat de winning van start gaat. Verder moet Geothermie Delft van hem onderzoeken of de onderzoeks-kernreactor van de TU Delft schade kan oplopen door aardwarmtewinning.
Ook vindt SodM de berekeningen van Geothermie Delft met betrekking tot kans op trillingen en bevingen niet helder, blijkt uit het stuk. In zijn advies maakt SodM de inschatting dat de kans op bevingen door de aardwarmtewinning ‘niet verwaarloosbaar klein’ is. Eerder achtte Geothermie Delft de kans zeer laag. SodM pleit er dan ook voor om gedurende de winning te blijven waarborgen dat Geothermie Delft het risico aanvaardbaar houdt. Vijlbrief deelt die mening, maar stelt geen harde voorwaarden.
De put op de campus moet in de toekomst TU-gebouwen en vijfduizend Delftse huishoudens verwarmen. Het boren startte in de zomer van 2023 en is inmiddels afgerond.
Informatieavond
Wie meer wil weten over het project en de gevolgen ervan voor zowel de stad Delft als de TU-campus, kan terecht op de informatieavond die het ministerie van Economische Zaken en Klimaat op 5 maart houdt bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Hier zijn Geothermie Delft, SodM, de TU Delft, TNO en de betrokken gemeenten aanwezig om vragen te beantwoorden over het ontwerpbesluit.
Comments are closed.