Bouwen met minimale input en output zonder dat de prestaties verminderen. Dat is de inzet van het onderzoekscentrum Duurzaam gebouwde omgeving. Een logische keuze.
,,Want de TU Delft moet zich aansluiten bij de recent ingenomen standpunten van de regering over het milieubeleid en het bouwbeleid”, aldus themaleider prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks.
Dat bouwen problemen oplevert blijkt wel uit het feit dat bijna geen enkel grootschalig bouwplan vandaag de dag zonder discussie wordt uitgevoerd. Omwonenden protesteren tegen landschapsontsiering of tegen hinder van de bouwactiviteiten zelf. De bevolking groeit en de ruimte wordt schaarser.
Daarnaast legt het bouwproces een groot beslag op energie en grondstoffen. Honderdvijftig miljoen ton aan grondstoffen worden jaarlijks opgeslokt. De bouw is verantwoordelijk voor tientallen procenten van het totale energieverbruik, de gebruikersfase van gebouwen nog niet meegerekend.
Hendriks ziet voor zijn interfacultaire onderzoek daarom één programma op het gebied van duurzaam bouwen waarin twee hoofdlijnen worden gevolgd. Allereerst moet er een ontwerpatelier komen, met als taak ontwerpen te maken die passen in een ecologische stad. ,,Ik denk daarbij niet alleen aan woningen maar ook aan rioleringen, toevoerwegen, afvalinzameling en groenvoorzieningen. De ontwerpers hoeven zich niet te beperken tot de stad maar kunnen ook werken aan bijvoorbeeld een ontwerp voor de tweede Maasvlakte, of een hogesnelheidslijn.”
De tweede hoofdlijn dient ervoor het atelier te voorzien van instrumenten. De bestaande middelen zijn volgens Hendriks verre van toereikend. Hij ziet een taak in het scheppen van de juiste randvoorwaarden voor ecologische bouwprojecten bij instanties als gemeenten, woningcorporaties en Rijkswaterstaat.
Daarnaast moeten er concrete DuBo-pakketten (duurzaam bouwen) komen die ontwerpers kunnen gebruiken bij het ecologisch ontwerpen en is er nog veel werk te verrichten op het gebied van ketenbeheer. Hergebruik van materialen tot hoogwaardige nieuwe grondstoffen en design for recycling zijn thema’s die nog verder uitwerking kunnen gebruiken.
De bouw is goed voor een aanzienlijk deel van het Bruto Nationaal Product; ingrijpen in bouwprocessen heeft dus een grote maatschappelijke impact. Daarom moet Hendriks de trendbreuk die ecologisch bouwen betekent, begeleiden en sturen.
Uit het land is positief gereageerd op het initiatief van Delft. In oktober nodigde Hendriks 25 instanties uit met duurzaam bouwen als primaire taak. De genodigden wilden unaniem participeren in een op te richten platform. ,,Deze club kan meteen fungeren als een soort externe raad van advies”, aldus een opgetogen Hendriks.
(J.O.)
Bouwen met minimale input en output zonder dat de prestaties verminderen. Dat is de inzet van het onderzoekscentrum Duurzaam gebouwde omgeving. Een logische keuze. ,,Want de TU Delft moet zich aansluiten bij de recent ingenomen standpunten van de regering over het milieubeleid en het bouwbeleid”, aldus themaleider prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks.
Dat bouwen problemen oplevert blijkt wel uit het feit dat bijna geen enkel grootschalig bouwplan vandaag de dag zonder discussie wordt uitgevoerd. Omwonenden protesteren tegen landschapsontsiering of tegen hinder van de bouwactiviteiten zelf. De bevolking groeit en de ruimte wordt schaarser.
Daarnaast legt het bouwproces een groot beslag op energie en grondstoffen. Honderdvijftig miljoen ton aan grondstoffen worden jaarlijks opgeslokt. De bouw is verantwoordelijk voor tientallen procenten van het totale energieverbruik, de gebruikersfase van gebouwen nog niet meegerekend.
Hendriks ziet voor zijn interfacultaire onderzoek daarom één programma op het gebied van duurzaam bouwen waarin twee hoofdlijnen worden gevolgd. Allereerst moet er een ontwerpatelier komen, met als taak ontwerpen te maken die passen in een ecologische stad. ,,Ik denk daarbij niet alleen aan woningen maar ook aan rioleringen, toevoerwegen, afvalinzameling en groenvoorzieningen. De ontwerpers hoeven zich niet te beperken tot de stad maar kunnen ook werken aan bijvoorbeeld een ontwerp voor de tweede Maasvlakte, of een hogesnelheidslijn.”
De tweede hoofdlijn dient ervoor het atelier te voorzien van instrumenten. De bestaande middelen zijn volgens Hendriks verre van toereikend. Hij ziet een taak in het scheppen van de juiste randvoorwaarden voor ecologische bouwprojecten bij instanties als gemeenten, woningcorporaties en Rijkswaterstaat.
Daarnaast moeten er concrete DuBo-pakketten (duurzaam bouwen) komen die ontwerpers kunnen gebruiken bij het ecologisch ontwerpen en is er nog veel werk te verrichten op het gebied van ketenbeheer. Hergebruik van materialen tot hoogwaardige nieuwe grondstoffen en design for recycling zijn thema’s die nog verder uitwerking kunnen gebruiken.
De bouw is goed voor een aanzienlijk deel van het Bruto Nationaal Product; ingrijpen in bouwprocessen heeft dus een grote maatschappelijke impact. Daarom moet Hendriks de trendbreuk die ecologisch bouwen betekent, begeleiden en sturen.
Uit het land is positief gereageerd op het initiatief van Delft. In oktober nodigde Hendriks 25 instanties uit met duurzaam bouwen als primaire taak. De genodigden wilden unaniem participeren in een op te richten platform. ,,Deze club kan meteen fungeren als een soort externe raad van advies”, aldus een opgetogen Hendriks.
(J.O.)
Comments are closed.