Het kabinet wil dat het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties als vakbonden en milieu-organisaties de voorgenomen kortingen op wetenschappelijk onderzoek opvangen.
Dat blijkt uit de memorie van toelichting op de onderwijsbegroting. Volgens staatssecretaris A. Nuis, verantwoordelijk voor het wetenschapsbeleid, betekent dat automatisch dat zij meer invloed krijgen op de inhoud van het onderzoek.
De overheidsuitgaven voor wetenschappelijk onderzoek zullen het komende jaar opnieuw dalen. De departementen van VROM, Landbouw en Verkeer en Waterstaat leveren samen 160 miljoen gulden in op hun onderzoeksbudgetten. Andere ministeries, waaronder Onderwijs, worden getroffen door een korting op hun subsidies voor wetenschappelijk onderzoek. Een deel van dat geld komt via de onderzoekorganisaties NWO en KNAW bij de universiteiten terecht.
Afgelopen jaar werd eenzelfde maatregel op aandrang van de Tweede Kamer nog ongedaan gemaakt, omdat het op gespannen voet staat met het streven om de Nederlandse ‘kennisinfrastructuur’ te versterken. Geld voor onderzoek zou volgens de Kamer moeten worden beschouwd als investering en niet als subsidie. Uit de memorie van toelichting op de onderwijsbegroting blijkt echter dat het kabinet opnieuw kiest voor een ruime interpretatie van het begrip subsidie. Voor Onderwijs betekent dat een korting van 45 miljoen gulden op de uitgaven aan wetenschappelijk onderzoek.
PvdA-kamerlid W.J. van Gelder verbaast zich erover dat het kabinet wéér op de proppen komt met een bezuiniging op de subsidies, inclusief het wetenschappelijk onderzoek. Hij wil de maatregel blokkeren. Meer in algemeen vindt hij dat de bezuinigingen op onderzoek niet sporen met het streven van het kabinet om de kennisinfrastructuur te versterken. De bekostiging van de onderzoekinstituten door de overheid is naar zijn mening bovendien te versnipperd.
Schade
Het kabinet wil de gevolgen van de bezuinigingen deels ongedaan maken door het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties te verleiden meer geld uit te geven aan onderzoek. Daarvoor is ondermeer een voorstel over publiek- private samenwerking in voorbereiding. Ter verdediging van deze stap stelt het kabinet dat als het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties meer verantwoordelijkheden krijgen voor investeringen in onderzoek, er een betere afstemming plaats kan vinden op de vragen uit de samenleving.
Verder wil het kabinet geld besparen door schaalvergroting en internationale samenwerking. Met de betrokken organisaties zal een plan worden uitgewerkt voor de verzelfstandiging van onderzoekinstituten. Het doel daarvan is om met een grotere flexibiliteit een internationale taakverdeling mogelijk temaken. Ook de onderzoekscholen zullen zich meer toe moeten leggen op internationale profilering.
Staatssecretaris Nuis hoopt verder dat de schade voor het wetenschappelijk onderzoek beperkt blijft als over enige jaren extra geld beschikbaar komt. Volgens het regeerakkoord zullen economische meevallers onder meer worden geïnvesteerd in de infrastructuur. Ook de kennisinfrastructuur maakt daar deel van uit.
De uitgaven voor wetenschappelijk onderzoek zijn de afgelopen jaren overigens voortdurend teruggelopen. In de ranglijst van westerse, geïndustrialiseerde landen is Nederland inmiddels van een toppositie teruggezakt naar de middenmoot. Opvallend is wel dat vooral de uitgaven van het bedrijfsleven laag zijn, in vergelijking met het buitenland. De overheidsuitgaven voor wetenschappelijk onderzoek zijn ook gedaald, maar bedragen nog altijd relatief meer dan die in landen als Engeland, België, Denemarken en Japan.
Het kabinet wil dat het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties als vakbonden en milieu-organisaties de voorgenomen kortingen op wetenschappelijk onderzoek opvangen. Dat blijkt uit de memorie van toelichting op de onderwijsbegroting. Volgens staatssecretaris A. Nuis, verantwoordelijk voor het wetenschapsbeleid, betekent dat automatisch dat zij meer invloed krijgen op de inhoud van het onderzoek.
De overheidsuitgaven voor wetenschappelijk onderzoek zullen het komende jaar opnieuw dalen. De departementen van VROM, Landbouw en Verkeer en Waterstaat leveren samen 160 miljoen gulden in op hun onderzoeksbudgetten. Andere ministeries, waaronder Onderwijs, worden getroffen door een korting op hun subsidies voor wetenschappelijk onderzoek. Een deel van dat geld komt via de onderzoekorganisaties NWO en KNAW bij de universiteiten terecht.
Afgelopen jaar werd eenzelfde maatregel op aandrang van de Tweede Kamer nog ongedaan gemaakt, omdat het op gespannen voet staat met het streven om de Nederlandse ‘kennisinfrastructuur’ te versterken. Geld voor onderzoek zou volgens de Kamer moeten worden beschouwd als investering en niet als subsidie. Uit de memorie van toelichting op de onderwijsbegroting blijkt echter dat het kabinet opnieuw kiest voor een ruime interpretatie van het begrip subsidie. Voor Onderwijs betekent dat een korting van 45 miljoen gulden op de uitgaven aan wetenschappelijk onderzoek.
PvdA-kamerlid W.J. van Gelder verbaast zich erover dat het kabinet wéér op de proppen komt met een bezuiniging op de subsidies, inclusief het wetenschappelijk onderzoek. Hij wil de maatregel blokkeren. Meer in algemeen vindt hij dat de bezuinigingen op onderzoek niet sporen met het streven van het kabinet om de kennisinfrastructuur te versterken. De bekostiging van de onderzoekinstituten door de overheid is naar zijn mening bovendien te versnipperd.
Schade
Het kabinet wil de gevolgen van de bezuinigingen deels ongedaan maken door het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties te verleiden meer geld uit te geven aan onderzoek. Daarvoor is ondermeer een voorstel over publiek- private samenwerking in voorbereiding. Ter verdediging van deze stap stelt het kabinet dat als het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties meer verantwoordelijkheden krijgen voor investeringen in onderzoek, er een betere afstemming plaats kan vinden op de vragen uit de samenleving.
Verder wil het kabinet geld besparen door schaalvergroting en internationale samenwerking. Met de betrokken organisaties zal een plan worden uitgewerkt voor de verzelfstandiging van onderzoekinstituten. Het doel daarvan is om met een grotere flexibiliteit een internationale taakverdeling mogelijk temaken. Ook de onderzoekscholen zullen zich meer toe moeten leggen op internationale profilering.
Staatssecretaris Nuis hoopt verder dat de schade voor het wetenschappelijk onderzoek beperkt blijft als over enige jaren extra geld beschikbaar komt. Volgens het regeerakkoord zullen economische meevallers onder meer worden geïnvesteerd in de infrastructuur. Ook de kennisinfrastructuur maakt daar deel van uit.
De uitgaven voor wetenschappelijk onderzoek zijn de afgelopen jaren overigens voortdurend teruggelopen. In de ranglijst van westerse, geïndustrialiseerde landen is Nederland inmiddels van een toppositie teruggezakt naar de middenmoot. Opvallend is wel dat vooral de uitgaven van het bedrijfsleven laag zijn, in vergelijking met het buitenland. De overheidsuitgaven voor wetenschappelijk onderzoek zijn ook gedaald, maar bedragen nog altijd relatief meer dan die in landen als Engeland, België, Denemarken en Japan.
Comments are closed.