Wetenschap

Robinson Crusoë op een Haags eiland

Wat moet er gebeuren met het toekomstige eiland voor de kust van Den Haag? Bouwkunde-studenten weten het wel: alle woningen op een kluitje en daarnaast een flink stuk ruige natuur.

Tijdens de workshop ‘Buitengaats bouwen’ van de stedebouwkundige studievereniging Polis mochten zij zich vorige week uitleven op de kustlocatie: een Nederlandse inpolderingsdroom, of een bijna werkelijkheid?

Met vijftien miljoen mensen is Nederland het dichtstbevolkte land van Europa. In de Randstad, waar de steden zo ongeveer aan elkaar vastgegroeid zijn, worden nieuwe ontwikkelingsgebieden voor de toekomst noodgedwongen gezocht in het Groene Hart, maar dat stuit op veel verzet. Daarom denken de ontwerpers tegenwoordig veelal de andere kant op.

Een typisch Nederlandse oplossing is het maken van nieuw land, en waarom dan niet uit de zee. De Rotterdamse haven denkt aan uitbreiding in de Maasvlakte-II. Schiphol speelt met plannen voor een dependance aan de kust bij het huidige Wijk aan Zee (Wijk aan Vliegveld klinkt niet). Een derde mega-project is de kustlocatie voor het strand bij Den Haag.

Hier moet een eiland met een lengte van zeventien kilometer en een breedte van twee tot vier kilometer komen. Dit eiland, dat zich zal uitstrekken van Scheveningen-Haven tot Hoek van Holland, zal woonruimte bieden aan honderdduizend mensen. Het idee voor een eiland mag volgens F. de Nooij van de stuurgroep ‘Haalbaarheidsonderzoek Kustlocatie’ nog geen plan worden genoemd, maar slechts een visie. De stuurgroep heeft onlangs drie onderzoeken laten uitvoeren door verschillende ontwerpbureaus.

Technisch is het goed mogelijk zo’n eiland te realiseren. Volgens D. Waterman, de ‘inpolderingsgoeroe’ van Civiele Techniek, kan Nederland zo aan Engeland vastgepolderd worden. Als er maar voor wordt betaald. Concrete bedragen worden nog niet genoemd, maar de kosten voor het bouwen op nieuw land zijn twintig procent hoger dan voor bouwen op bestaande grond. Voor dit extra geld moet een duurzame en hoogwaardige leefomgeving gerealiseerd worden. De kust van het eiland moet ‘zacht’ worden, een strand en geen dijk. Maar het eiland mag niet wegspoelen, zoals nu met het strand in Scheveningen gebeurt.
Vakbroeders

Met die randvoorwaarden moeten de zeventig workshopdeelnemers aan de slag. Bouwkunde-student Mark van der Heide, een van de organisatoren, noemt het een mooi project. ,,Het is prachtig om alles nog te kunnen inrichten. Je begint hier met een wit tekenvel. Het is echter lastig te voorspellen of een nieuwe stad slaagt, dit hangt van ongrijpbare geografische en demografische factoren af.”

Eén van de doelstellingen van de workshop is om veel nieuwe ideeën te genereren, die later worden opgepikt door devakbroeders. Dit alles moet leiden tot een maatschappelijkediscussie, want er is een breed draagvlak nodig voor deze enorme ingreep.

Van de drie voorstellen die door de ontwerpbureaus gedaan zijn, is het plan van de ontwerper Ashok Bhalotra het verst uitgewerkt. Dit plan dient daarom als uitgangspunt van de workshop. Een model ervan, met veel fancy gekleurde lampjes, is tijdens de workshop tentoongesteld. Bhalotra’s ontwerp gaat uit van een strook land voor de kust die niet met het vasteland verbonden is. Tussen het oorspronkelijke land en ‘het Nieuwe Land’ ligt een binnenmeer.

De ongeveer veertigduizend huizen die op het eiland komen, worden in tien dorpen verspreid over het hele oppervlak. Tussen de dorpen blijft natuurgebied over.

Bouwkunde-docent E. Hulsbergen heeft de nodige kritiek op het plan: ,,Als je aan mij vraagt wat ik van de kustlocatie vind, zeg ik: ja. Het idee voor uitbreiding naar de zee is goed, maar ik beschouw de ontwerpen die er nu zijn in eerste instantie als een reclamestunt.” Hulsbergen vraagt zich af of er wel in gelijke mate aan de stedelijke behoefte, de natuur en het terugverdienen wordt gedacht. ,,Het lijkt in het plan wel of de natuur niets oplevert. Waarom laten we de toeristen die naar een natuurgebied komen daar niet voor betalen?”

Aan het lezen van het promoboekje van Bhalotra houdt Hulsbergen een nare nasmaak over. ,,Het plan biedt het beeld van de traditionele droom, met woorden als ‘meerwaarde’, ‘geprezen’ en ‘uniek’. Ik word een beetje allergisch van metaforen als ‘parels aan de kust’, ‘noten op een notenbalk’ en ‘land boven water halen’.”

Te weinig aandacht wordt volgens hem besteed aan de sociale onderbouwing van het plan en er worden fouten gemaakt in de ‘rekensommetjes’. ,,Wat hebben de geprojecteerde 450 duizend dagelijkse strandbezoekers bij zich? Juist, een koelbox en dus komen ze met de auto. Dat levert grote problemen op.”
Eco-yuppen

De workshoppers moeten het Bhalotra-plan kritisch bekijken en het ‘vlekkenplan’ van het gebied (grove indeling) nadere invulling geven. Vijf groepen studenten werken daar drie dagen aan, onder begeleiding van tien stedebouwkundigen en (landschaps-)architecten.

De groepen blijken meer heil te zien in één of twee grote steden dan in tien dorpen. De stad moet zelfvoorzienend zijn en de inwoners alle mogelijkheden bieden op het gebied van werk en vermaak. De rest van het oppervlak van het eiland moet volgens het merendeel van de deelnemers een natuurgebied worden. Een slufter met een open verbinding naar de zee, of uitgestrekte duingebieden. Hierin kunnen dan nog wel dure woningen voor de ‘eco-yuppen’ worden gebouwd, paalwoningen of drijvende huizen. Ook willen de groepen een duidelijke verbinding met het bestaande land. Het eiland moet geen puur recreatief gebied worden, maar bij de rest van de Randstad horen.

Futuristische ideeën passen de studenten soepel in de plannen in. Onderwaterhuizen met doorzichtige verbindingstunnels, boorplatformen met hoogbouw (,,We hebben al contact met iemand die boorplatformen afzinkt”) en Manhattan-achtige steden worden voorgesteld. Ook de studenten zijn hierbij niet viesvan mooie terminologie: een stuk land is niet spannend zonder een woning- of natuurgradient. Een slufter wordt een lagune en natuurlijk is het landschap dynamisch.

In de discussie maken de studenten aan de stuurgroep duidelijk dat de keuze van Bhalotra voor de ‘ideale huizen’ niet de goede is. Het is erg moeilijk, zeggen ze, op dit moment een stad voor het jaar 2015 te ontwerpen. De idealen van nu (huis met vier kamers, garage en tuin) zijn over twintig jaar waarschijnlijk niet meer hetzelfde.

De deelnemers prefereren daarom een dichtbevolkte stad en lege, ruige natuur. Deze romantische idealen van de studenten staan in schril contrast met het beeld dat projectleider Smolders (nauw betrokken bij het plan van Bhalotra) heeft van de toekomstige kustlocatie. Hij doet de ideeën af als Camel- en Robinson Crusoë-achtige toestanden. Desondanks hopen de deelnemers allemaal dat hun ideeën en kritiek wezenlijk invloed hebben op de vorm van het eiland. Dat is dus meer dan dat ze slechts ‘meegenomen worden in de besluitvorming’, zoals De Nooij en Smolders van de stuurgroep hen verzekeren.


Figuur 1 Futuristische ideeën voor de kustlocatie: onderwaterhuizen of boorplatforms met hoogbouw

Marc ter Beek

Wat moet er gebeuren met het toekomstige eiland voor de kust van Den Haag? Bouwkunde-studenten weten het wel: alle woningen op een kluitje en daarnaast een flink stuk ruige natuur. Tijdens de workshop ‘Buitengaats bouwen’ van de stedebouwkundige studievereniging Polis mochten zij zich vorige week uitleven op de kustlocatie: een Nederlandse inpolderingsdroom, of een bijna werkelijkheid?

Met vijftien miljoen mensen is Nederland het dichtstbevolkte land van Europa. In de Randstad, waar de steden zo ongeveer aan elkaar vastgegroeid zijn, worden nieuwe ontwikkelingsgebieden voor de toekomst noodgedwongen gezocht in het Groene Hart, maar dat stuit op veel verzet. Daarom denken de ontwerpers tegenwoordig veelal de andere kant op.

Een typisch Nederlandse oplossing is het maken van nieuw land, en waarom dan niet uit de zee. De Rotterdamse haven denkt aan uitbreiding in de Maasvlakte-II. Schiphol speelt met plannen voor een dependance aan de kust bij het huidige Wijk aan Zee (Wijk aan Vliegveld klinkt niet). Een derde mega-project is de kustlocatie voor het strand bij Den Haag.

Hier moet een eiland met een lengte van zeventien kilometer en een breedte van twee tot vier kilometer komen. Dit eiland, dat zich zal uitstrekken van Scheveningen-Haven tot Hoek van Holland, zal woonruimte bieden aan honderdduizend mensen. Het idee voor een eiland mag volgens F. de Nooij van de stuurgroep ‘Haalbaarheidsonderzoek Kustlocatie’ nog geen plan worden genoemd, maar slechts een visie. De stuurgroep heeft onlangs drie onderzoeken laten uitvoeren door verschillende ontwerpbureaus.

Technisch is het goed mogelijk zo’n eiland te realiseren. Volgens D. Waterman, de ‘inpolderingsgoeroe’ van Civiele Techniek, kan Nederland zo aan Engeland vastgepolderd worden. Als er maar voor wordt betaald. Concrete bedragen worden nog niet genoemd, maar de kosten voor het bouwen op nieuw land zijn twintig procent hoger dan voor bouwen op bestaande grond. Voor dit extra geld moet een duurzame en hoogwaardige leefomgeving gerealiseerd worden. De kust van het eiland moet ‘zacht’ worden, een strand en geen dijk. Maar het eiland mag niet wegspoelen, zoals nu met het strand in Scheveningen gebeurt.
Vakbroeders

Met die randvoorwaarden moeten de zeventig workshopdeelnemers aan de slag. Bouwkunde-student Mark van der Heide, een van de organisatoren, noemt het een mooi project. ,,Het is prachtig om alles nog te kunnen inrichten. Je begint hier met een wit tekenvel. Het is echter lastig te voorspellen of een nieuwe stad slaagt, dit hangt van ongrijpbare geografische en demografische factoren af.”

Eén van de doelstellingen van de workshop is om veel nieuwe ideeën te genereren, die later worden opgepikt door devakbroeders. Dit alles moet leiden tot een maatschappelijkediscussie, want er is een breed draagvlak nodig voor deze enorme ingreep.

Van de drie voorstellen die door de ontwerpbureaus gedaan zijn, is het plan van de ontwerper Ashok Bhalotra het verst uitgewerkt. Dit plan dient daarom als uitgangspunt van de workshop. Een model ervan, met veel fancy gekleurde lampjes, is tijdens de workshop tentoongesteld. Bhalotra’s ontwerp gaat uit van een strook land voor de kust die niet met het vasteland verbonden is. Tussen het oorspronkelijke land en ‘het Nieuwe Land’ ligt een binnenmeer.

De ongeveer veertigduizend huizen die op het eiland komen, worden in tien dorpen verspreid over het hele oppervlak. Tussen de dorpen blijft natuurgebied over.

Bouwkunde-docent E. Hulsbergen heeft de nodige kritiek op het plan: ,,Als je aan mij vraagt wat ik van de kustlocatie vind, zeg ik: ja. Het idee voor uitbreiding naar de zee is goed, maar ik beschouw de ontwerpen die er nu zijn in eerste instantie als een reclamestunt.” Hulsbergen vraagt zich af of er wel in gelijke mate aan de stedelijke behoefte, de natuur en het terugverdienen wordt gedacht. ,,Het lijkt in het plan wel of de natuur niets oplevert. Waarom laten we de toeristen die naar een natuurgebied komen daar niet voor betalen?”

Aan het lezen van het promoboekje van Bhalotra houdt Hulsbergen een nare nasmaak over. ,,Het plan biedt het beeld van de traditionele droom, met woorden als ‘meerwaarde’, ‘geprezen’ en ‘uniek’. Ik word een beetje allergisch van metaforen als ‘parels aan de kust’, ‘noten op een notenbalk’ en ‘land boven water halen’.”

Te weinig aandacht wordt volgens hem besteed aan de sociale onderbouwing van het plan en er worden fouten gemaakt in de ‘rekensommetjes’. ,,Wat hebben de geprojecteerde 450 duizend dagelijkse strandbezoekers bij zich? Juist, een koelbox en dus komen ze met de auto. Dat levert grote problemen op.”
Eco-yuppen

De workshoppers moeten het Bhalotra-plan kritisch bekijken en het ‘vlekkenplan’ van het gebied (grove indeling) nadere invulling geven. Vijf groepen studenten werken daar drie dagen aan, onder begeleiding van tien stedebouwkundigen en (landschaps-)architecten.

De groepen blijken meer heil te zien in één of twee grote steden dan in tien dorpen. De stad moet zelfvoorzienend zijn en de inwoners alle mogelijkheden bieden op het gebied van werk en vermaak. De rest van het oppervlak van het eiland moet volgens het merendeel van de deelnemers een natuurgebied worden. Een slufter met een open verbinding naar de zee, of uitgestrekte duingebieden. Hierin kunnen dan nog wel dure woningen voor de ‘eco-yuppen’ worden gebouwd, paalwoningen of drijvende huizen. Ook willen de groepen een duidelijke verbinding met het bestaande land. Het eiland moet geen puur recreatief gebied worden, maar bij de rest van de Randstad horen.

Futuristische ideeën passen de studenten soepel in de plannen in. Onderwaterhuizen met doorzichtige verbindingstunnels, boorplatformen met hoogbouw (,,We hebben al contact met iemand die boorplatformen afzinkt”) en Manhattan-achtige steden worden voorgesteld. Ook de studenten zijn hierbij niet viesvan mooie terminologie: een stuk land is niet spannend zonder een woning- of natuurgradient. Een slufter wordt een lagune en natuurlijk is het landschap dynamisch.

In de discussie maken de studenten aan de stuurgroep duidelijk dat de keuze van Bhalotra voor de ‘ideale huizen’ niet de goede is. Het is erg moeilijk, zeggen ze, op dit moment een stad voor het jaar 2015 te ontwerpen. De idealen van nu (huis met vier kamers, garage en tuin) zijn over twintig jaar waarschijnlijk niet meer hetzelfde.

De deelnemers prefereren daarom een dichtbevolkte stad en lege, ruige natuur. Deze romantische idealen van de studenten staan in schril contrast met het beeld dat projectleider Smolders (nauw betrokken bij het plan van Bhalotra) heeft van de toekomstige kustlocatie. Hij doet de ideeën af als Camel- en Robinson Crusoë-achtige toestanden. Desondanks hopen de deelnemers allemaal dat hun ideeën en kritiek wezenlijk invloed hebben op de vorm van het eiland. Dat is dus meer dan dat ze slechts ‘meegenomen worden in de besluitvorming’, zoals De Nooij en Smolders van de stuurgroep hen verzekeren.


Figuur 1 Futuristische ideeën voor de kustlocatie: onderwaterhuizen of boorplatforms met hoogbouw

Marc ter Beek

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.