Onlangs hield hij zijn intreerede: prof.dr.ir. A.L.N. Stevels gaat zich als deeltijdhoogleraar bezighouden met het milieukundig ontwerpen van elektronicaprodukten en de milieugevolgen van miniaturisatie.
br />
Stevels (52) is sinds december vorig jaar werkzaam aan de TU, maar was daarvoor al als bedrijfsmentor voor IO’ers actief. Zijn leerstoel wordt betaald door werkgever Philips Sound & Vision.
De overstap van Eindhoven naar Delft is volgens Stevels niet zo groot: ,,Rond het milieu is een inhoudelijk interessante ontwikkeling gaande: dwingende overheidsmaatregelen aan de ene kant, tegen spontane ontwikkelingen vanuit het bedrijfsleven aan de andere kant. Bij Philips zijn wij zo van de koude grond begonnen milieugericht bezig te zijn. Langzaam groeide dat naar een meer geavanceerd niveau. Op een bepaald moment kom je elkaar vanuit theorie en praktijk tegen. Nadenken over grote concepten als sustainability en duurzaamheid komt in de day-to-day practice natuurlijk niet echt voor. Toch is dit enorm belangrijk, ook voor bedrijven.”
In zijn intreerede deelt Stevels de milieugerichtheid van bedrijven in vier niveaus in. Van niveau één met slechts stapsgewijze verbeteringen tot aan de duurzame samenleving van niveau vier. ,,Aan de TU Delft trof ik een hoop niveau-drie- en -vierdenken aan. Delen van Philips zijn nu ook wel op dat denkniveau beland, maar afgelopen week was ik nog bij een fabriek van ons in Italië. Daar moest men nog gewoon onderaan beginnen, eerst de bodem. Nu zijn het daar goede pizzabakkers dus ze zullen het wel leren, maar dan moet je daar op dat niveau inschieten. The mindset has to change.”
Groene cellen
,,Iedereen die een beetje intelligent is kan de technische trucjes en milieuvalidatiemethoden leren, maar je moet zelf een stuk creativiteit opbrengen en ermee leren spelen om werkelijk resultaat te behalen. Wanneer iedereen tussen de grijze ook nog wat groene cellen heeft, lukt het wel.”
Er is ook nog een verschil tussen milieugericht en milieukundig werken: ,,In een business-situatie is milieu één van de factoren, van groeiend belang, maar is men dus milieukundig bezig. In een milieugerichte omgeving zal het milieu – in tegenstelling tot de dagelijkse realiteit – voorrang boven alles krijgen. Milieu is nu nog niet dominant.”
Speerpunt van onderzoek is voor Stevels de verhouding tussen elektronica en mechanica binnen één ontwerp. In de verbeterde samenhang van die twee valt volgens de hoogleraar, ook voor het milieu, veel winst te boeken.
Stevels acht ‘de groene revolutie’ niet zinvol: ,,Je kunt de huidige maatschappij niet even afbreken om een nieuwe groene te bouwen. Waar het dan op uitdraait, en of wij diesustainable society daadwerkelijk zullen bereiken, is voor mij een vraagteken.”
,,Er is in dit vak een enorm gebrek aan feitenkennis. Er wordt op hoog niveau besloten door mensen die domweg de benodigde kennis ontberen.” Stevels vindt dat de vrije-markteconomie een milieuwerking heeft: immers, schaarse goederen zijn duur, al zijn er ook maatschappelijk ontwrichtende gevolgen. Ook een regulerende rol van de overheid is nodig al moeten maatregelen wel door de mensen geaccepteerd worden. De consument, de kiezer, moet het wel ondersteunen.
Over de overheid: ,,Zij lijkt met haar energie-, vervoers- en landbouwpolitiek in een doodlopende straat terecht te komen. Op een aantal gebieden is wel iets van verbetering te zien maar als ik ’s ochtends in Eindhoven naar het station fiets is mijn conclusie eigenlijk dat heel Brabant stinkt.”
Om te besluiten: ,,Ik denk dan wel eens: Waarom zit ik me enorm druk te maken over die elektronicaprodukten als de overheid de luchtvervuiling niet eens behoorlijk kan terugdringen.”
Onlangs hield hij zijn intreerede: prof.dr.ir. A.L.N. Stevels gaat zich als deeltijdhoogleraar bezighouden met het milieukundig ontwerpen van elektronicaprodukten en de milieugevolgen van miniaturisatie.
Stevels (52) is sinds december vorig jaar werkzaam aan de TU, maar was daarvoor al als bedrijfsmentor voor IO’ers actief. Zijn leerstoel wordt betaald door werkgever Philips Sound & Vision.
De overstap van Eindhoven naar Delft is volgens Stevels niet zo groot: ,,Rond het milieu is een inhoudelijk interessante ontwikkeling gaande: dwingende overheidsmaatregelen aan de ene kant, tegen spontane ontwikkelingen vanuit het bedrijfsleven aan de andere kant. Bij Philips zijn wij zo van de koude grond begonnen milieugericht bezig te zijn. Langzaam groeide dat naar een meer geavanceerd niveau. Op een bepaald moment kom je elkaar vanuit theorie en praktijk tegen. Nadenken over grote concepten als sustainability en duurzaamheid komt in de day-to-day practice natuurlijk niet echt voor. Toch is dit enorm belangrijk, ook voor bedrijven.”
In zijn intreerede deelt Stevels de milieugerichtheid van bedrijven in vier niveaus in. Van niveau één met slechts stapsgewijze verbeteringen tot aan de duurzame samenleving van niveau vier. ,,Aan de TU Delft trof ik een hoop niveau-drie- en -vierdenken aan. Delen van Philips zijn nu ook wel op dat denkniveau beland, maar afgelopen week was ik nog bij een fabriek van ons in Italië. Daar moest men nog gewoon onderaan beginnen, eerst de bodem. Nu zijn het daar goede pizzabakkers dus ze zullen het wel leren, maar dan moet je daar op dat niveau inschieten. The mindset has to change.”
Groene cellen
,,Iedereen die een beetje intelligent is kan de technische trucjes en milieuvalidatiemethoden leren, maar je moet zelf een stuk creativiteit opbrengen en ermee leren spelen om werkelijk resultaat te behalen. Wanneer iedereen tussen de grijze ook nog wat groene cellen heeft, lukt het wel.”
Er is ook nog een verschil tussen milieugericht en milieukundig werken: ,,In een business-situatie is milieu één van de factoren, van groeiend belang, maar is men dus milieukundig bezig. In een milieugerichte omgeving zal het milieu – in tegenstelling tot de dagelijkse realiteit – voorrang boven alles krijgen. Milieu is nu nog niet dominant.”
Speerpunt van onderzoek is voor Stevels de verhouding tussen elektronica en mechanica binnen één ontwerp. In de verbeterde samenhang van die twee valt volgens de hoogleraar, ook voor het milieu, veel winst te boeken.
Stevels acht ‘de groene revolutie’ niet zinvol: ,,Je kunt de huidige maatschappij niet even afbreken om een nieuwe groene te bouwen. Waar het dan op uitdraait, en of wij diesustainable society daadwerkelijk zullen bereiken, is voor mij een vraagteken.”
,,Er is in dit vak een enorm gebrek aan feitenkennis. Er wordt op hoog niveau besloten door mensen die domweg de benodigde kennis ontberen.” Stevels vindt dat de vrije-markteconomie een milieuwerking heeft: immers, schaarse goederen zijn duur, al zijn er ook maatschappelijk ontwrichtende gevolgen. Ook een regulerende rol van de overheid is nodig al moeten maatregelen wel door de mensen geaccepteerd worden. De consument, de kiezer, moet het wel ondersteunen.
Over de overheid: ,,Zij lijkt met haar energie-, vervoers- en landbouwpolitiek in een doodlopende straat terecht te komen. Op een aantal gebieden is wel iets van verbetering te zien maar als ik ’s ochtends in Eindhoven naar het station fiets is mijn conclusie eigenlijk dat heel Brabant stinkt.”
Om te besluiten: ,,Ik denk dan wel eens: Waarom zit ik me enorm druk te maken over die elektronicaprodukten als de overheid de luchtvervuiling niet eens behoorlijk kan terugdringen.”
Comments are closed.