Campus

Ave Maria

Vroeger, toen ik nog heel klein was, waren er bij ons in de wijk vaak Jehova’s getuigen. Ze gingen van deur tot deur en ze waren altijd met zijn tweeën.

Toen papa en mama een keer niet thuis waren, deed ik voor ze open. Het waren twee mevrouwen van het type dat kauwt met de voortanden. Niet dat ik daar wat tegen heb, hoor, kauwen met de voortanden. De laag glazuur op de voortanden is heel wat dikker dan die op de kiezen, dus het is eigenlijk veel beter om te kauwen met je voortanden. Zeker vanuit wetenschappelijk oogpunt.

De voorste mevrouw deed het woord, de achterste mevrouw was jonger, aantrekkelijker, en zat waarschijnlijk nog maar net in het vak. “Wij willen graag met jou praten over de evolutieleer”, lispelde de voorste mevrouw. Dat leek me een prima idee, want dat had ik die week op school gehad en erg overtuigend vond ik het niet. “Wij geloven namelijk alleen in evolutie binnen de soort.” Nu, dat was de kat op het spek binden, want toen ging ik een discussie aan over wat je dan verstaat onder ‘soort’. Zijn bloemen van dezelfde soort als mensen? Zo jong nog, maar toch al die voorliefde voor zeikerig zeuren van een wiskundige. Dat heeft bij Jehova’s getuigen geen zin, zeikerig zeuren, want ze luisteren toch niet. Ze komen alleen steeds vaker aan de deur, drukken een Wachttoren in je handen en proberen binnen te komen. Deur dichthouden, dat heb ik door schade en schande geleerd.

We zijn dertig jaar verder en Jehova’s zie je veel minder op straat. Misschien zijn ze van tactiek veranderd. Over evolutie binnen de soort, creationisme, had ik tot een week geleden niets meer gehoord. Dan verschijnt mevrouw Van der Hoeven voor mijn deur. Zij drukt mij een boek in de handen over Intelligent Design en vraagt of ze binnen mag komen. Zij wil graag in debat over de vraag of evolutie verloopt volgens een voorbestemd plan of niet. Even wilde ik zeuren over hoe je kunt zien of iets is ‘voorbestemd’ of niet, maar ik ben nu ouder en weet beter. Ik doe de deur dicht en trek het boek door de wc. Dat laatste is nog verdomd lastig.

Vroeger, toen ik nog heel klein was, waren er bij ons in de wijk vaak Jehova’s getuigen. Ze gingen van deur tot deur en ze waren altijd met zijn tweeën. Toen papa en mama een keer niet thuis waren, deed ik voor ze open. Het waren twee mevrouwen van het type dat kauwt met de voortanden. Niet dat ik daar wat tegen heb, hoor, kauwen met de voortanden. De laag glazuur op de voortanden is heel wat dikker dan die op de kiezen, dus het is eigenlijk veel beter om te kauwen met je voortanden. Zeker vanuit wetenschappelijk oogpunt.

De voorste mevrouw deed het woord, de achterste mevrouw was jonger, aantrekkelijker, en zat waarschijnlijk nog maar net in het vak. “Wij willen graag met jou praten over de evolutieleer”, lispelde de voorste mevrouw. Dat leek me een prima idee, want dat had ik die week op school gehad en erg overtuigend vond ik het niet. “Wij geloven namelijk alleen in evolutie binnen de soort.” Nu, dat was de kat op het spek binden, want toen ging ik een discussie aan over wat je dan verstaat onder ‘soort’. Zijn bloemen van dezelfde soort als mensen? Zo jong nog, maar toch al die voorliefde voor zeikerig zeuren van een wiskundige. Dat heeft bij Jehova’s getuigen geen zin, zeikerig zeuren, want ze luisteren toch niet. Ze komen alleen steeds vaker aan de deur, drukken een Wachttoren in je handen en proberen binnen te komen. Deur dichthouden, dat heb ik door schade en schande geleerd.

We zijn dertig jaar verder en Jehova’s zie je veel minder op straat. Misschien zijn ze van tactiek veranderd. Over evolutie binnen de soort, creationisme, had ik tot een week geleden niets meer gehoord. Dan verschijnt mevrouw Van der Hoeven voor mijn deur. Zij drukt mij een boek in de handen over Intelligent Design en vraagt of ze binnen mag komen. Zij wil graag in debat over de vraag of evolutie verloopt volgens een voorbestemd plan of niet. Even wilde ik zeuren over hoe je kunt zien of iets is ‘voorbestemd’ of niet, maar ik ben nu ouder en weet beter. Ik doe de deur dicht en trek het boek door de wc. Dat laatste is nog verdomd lastig.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.