Onderwijs

Wetenschappers eerst tijdelijk aangesteld

Aanstellingen van nieuwe medewerkers voor maximaal vijf jaar, met een uitloop van een jaar. Tenure track heet deze vorm van loopbaanbeleid, die het college van bestuur voor het wetenschappelijk personeel voor ogen heeft. Binnen de ondernemingsraad leven forse bezwaren.

Het is een gevoelig thema. Alle wetenschappelijk medewerkers krijgen straks eerst een tijdelijk contract voor twee tot vijf jaar. Ontpoppen zij zich als potentiële toppers, dan ligt een mooie academische carrière aan de TU Delft in het verschiet. Zo niet, dan moeten zij hun heil elders zoeken.

De nota waarin de plannen worden ontvouwd heeft vele conceptversies gekend. Meermalen stelde het college de publicatie van de nota op het laatste moment uit om nog maar eens de groepsraad en de hoogleraren te raadplegen. Ook de opvattingen van de ondernemingsraad (or) werden gepeild, maar sinds een half jaar heeft die geen signalen meer van het college gekregen.

Tenure track is volgens het college positief voor werkgever en werknemers. Het gaat er niet om jonge academici in een onzekere positie te plaatsen, maar juist ‘een helder en aantrekkelijk loopbaanperspectief te bieden’. “Voor nieuwe medewerkers is het aantrekkelijk om na een zware selectie te behoren tot de selecte groep van high potentials binnen de faculteit, met uitzicht op een vast dienstverband en doorgroeimogelijkheden zonder formatieve beperkingen.” Maar ook degenen voor wie de lat uiteindelijk te hoog blijkt te liggen mogen blij zijn: hen biedt de TU Delft ‘een ruime periode van herbezinning en professionele begeleiding, bijvoorbeeld door een outplacementbureau, bij het vinden van een alternatief’.

De or moet nu advies uitbrengen. Dat zal niet zonder slag of stoot gaan. De or-leden die dit dossier onder hun hoede hebben, uiten stevige kritiek. Dat het verhaal positief voor de werknemers zou uitpakken, bestrijden zij. Or-lid Cor Kraaikamp spreekt van een ‘verslechtering van de positie ten opzichte van de huidige situatie’. Ook voor degenen die uiteindelijk een vaste aanstelling verdienen, blijven volgens hem de perspectieven ongewis. Hij vreest dat het doel van het plan . meer toppers binnenhalen . hierdoor alleen maar verder weg komt te liggen. Veel bezwaar hebben Kraaikamp en zijn mede-or-lid Gerrie Hobbelman ook tegen de in hun ogen ondergeschoven positie van de docent. Die krijgt in hun ogen te weinig doorgroeikansen.

Hobbelman: “Het is teleurstellend dat we meer dan een jaar hebben moeten wachten op deze nota, en dat er op wezenlijke punten zo weinig is veranderd ten opzichte van het oorspronkelijke standpunt van het college.” Hij geeft toe dat de nota op één punt tegemoetkomt aan bezwaren uit de or en – naar hij vermoedt – ook aan bezwaren uit de faculteiten. De criteria aan de hand waarvan aankomende wetenschappers worden beoordeeld, zullen minder rigide zijn en verschillen naargelang de aard van het wetenschappelijke domein: onderzoek, engineering of design. Kraaikamp beaamt dat, maar voegt eraan toe: “Hóe er wordt gedifferentieerd, staat niet in de nota. En dat is essentieel.”

Het is een gevoelig thema. Alle wetenschappelijk medewerkers krijgen straks eerst een tijdelijk contract voor twee tot vijf jaar. Ontpoppen zij zich als potentiële toppers, dan ligt een mooie academische carrière aan de TU Delft in het verschiet. Zo niet, dan moeten zij hun heil elders zoeken.

De nota waarin de plannen worden ontvouwd heeft vele conceptversies gekend. Meermalen stelde het college de publicatie van de nota op het laatste moment uit om nog maar eens de groepsraad en de hoogleraren te raadplegen. Ook de opvattingen van de ondernemingsraad (or) werden gepeild, maar sinds een half jaar heeft die geen signalen meer van het college gekregen.

Tenure track is volgens het college positief voor werkgever en werknemers. Het gaat er niet om jonge academici in een onzekere positie te plaatsen, maar juist ‘een helder en aantrekkelijk loopbaanperspectief te bieden’. “Voor nieuwe medewerkers is het aantrekkelijk om na een zware selectie te behoren tot de selecte groep van high potentials binnen de faculteit, met uitzicht op een vast dienstverband en doorgroeimogelijkheden zonder formatieve beperkingen.” Maar ook degenen voor wie de lat uiteindelijk te hoog blijkt te liggen mogen blij zijn: hen biedt de TU Delft ‘een ruime periode van herbezinning en professionele begeleiding, bijvoorbeeld door een outplacementbureau, bij het vinden van een alternatief’.

De or moet nu advies uitbrengen. Dat zal niet zonder slag of stoot gaan. De or-leden die dit dossier onder hun hoede hebben, uiten stevige kritiek. Dat het verhaal positief voor de werknemers zou uitpakken, bestrijden zij. Or-lid Cor Kraaikamp spreekt van een ‘verslechtering van de positie ten opzichte van de huidige situatie’. Ook voor degenen die uiteindelijk een vaste aanstelling verdienen, blijven volgens hem de perspectieven ongewis. Hij vreest dat het doel van het plan . meer toppers binnenhalen . hierdoor alleen maar verder weg komt te liggen. Veel bezwaar hebben Kraaikamp en zijn mede-or-lid Gerrie Hobbelman ook tegen de in hun ogen ondergeschoven positie van de docent. Die krijgt in hun ogen te weinig doorgroeikansen.

Hobbelman: “Het is teleurstellend dat we meer dan een jaar hebben moeten wachten op deze nota, en dat er op wezenlijke punten zo weinig is veranderd ten opzichte van het oorspronkelijke standpunt van het college.” Hij geeft toe dat de nota op één punt tegemoetkomt aan bezwaren uit de or en – naar hij vermoedt – ook aan bezwaren uit de faculteiten. De criteria aan de hand waarvan aankomende wetenschappers worden beoordeeld, zullen minder rigide zijn en verschillen naargelang de aard van het wetenschappelijke domein: onderzoek, engineering of design. Kraaikamp beaamt dat, maar voegt eraan toe: “Hóe er wordt gedifferentieerd, staat niet in de nota. En dat is essentieel.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.