Wetenschap

Bloemetjesbeton

Geen plek voor een tuin? Laat groen groeien op je gevel. Dat is niet alleen goed voor je humeur, maar ook voor het milieu en de luchtkwaliteit in de stad.

Met veel geduld zorgt ir. Marc Ottelé (Civiele Techniek en Geowetenschappen) in de Botanische tuin voor zijn plantjes. De paarse bloemetjes van de aubrieta en  de kleine muurvarens groeien niet in de volle grond maar op betonnen panelen van vijftig bij vijftig centimeter. Speciaal voor zijn promotieonderzoek liet Ottelé de betonplaten eind vorig jaar maken. Hij beplantte ze met stekjes om te onderzoeken of er groene gevels mee te maken zijn.
‘Verticaal groen’ heeft namelijk veel voordelen, bepleit Ottelé. “Van planten is bekend dat ze fijnstof afvangen, dus ze kunnen de luchtkwaliteit in de stad of langs wegen verbeteren.” Ook kunnen planten werken als klimaatregelaar. Ottelé: “In de zomer is het in de stad een paar graden warmer dan daarbuiten. Planten kunnen daar voor verkoeling zorgen, als een soort natuurlijke airco.” Ook kan groen op het dak of tegen de muur in de winter juist de warmte binnen een gebouw houden. “Het werkt dan als een warme jas.”
Veel tuinen en parken aanleggen in steden kan een goed effect hebben op de luchtkwaliteit en verkoeling in de zomerse stad. Maar in Nederlandse steden is weinig plek voor zulke ‘luxe’. Stedelingen mogen al blij zijn met een balkonnetje waar een stoel op past. Architecten zetten steeds meer groen op de daken, vertelt Ottelé, maar tegen de gevel nog niet veel. Om daar verandering in te brengen, werkt de promovendus aan een instrument dat ontwerpers moet helpen groene gevels te ontwerpen.
Er bestaan verschillende manieren om gevels groen te maken. Klimop tegen de muur laten groeien, of tegen een stellage iets daar vanaf, of plantenbakken plaatsen tegen de gevel. Maar welke manier is de beste voor het doel dat de ontwerper beoogt? Welke groene gevel gebruikt hij om zo veel mogelijk fijnstof af te vangen?
Ottelé’s tool moet ontwerpers helpen. Maar hoe dieper hij in de literatuur dook, hoe meer gaten in de kennis hij vond. “Het is bijvoorbeeld bekend dat planten fijnstof uit de lucht halen, maar niemand weet precies hoeveel.” Om meer te weten te komen, plukte Ottelé bladeren van een klimop langs de snelweg bij Bergen op Zoom en van een plant uit een bos iets verderop. Onder de elektronenmicroscoop in het Microlab van zijn faculteit telde hij de stofdeeltjes. “Verrassend was dat de blaadjes na een regenbui maar weinig schoner waren, terwijl men er eigenlijk vanuitgaat dat de bladeren schoon spoelen”, aldus Ottelé. “Dat fijnstof zou door de wind toch weer in de lucht terecht kunnen komen.”
Niet alleen de bestaande gevels komen in het instrument van Ottelé. De promovendus bedacht ook een nieuw soort groene gevels, gebaseerd op de mossen en plantjes die op hele oude muren groeien. “Het duurt een jaar of vijftig voor een muur een beetje begroeid is. Maar als je dat proces zou kunnen versnellen, tot één of twee jaar, dan zou je groen beton kunnen maken waarmee een nieuw gebouw met groene gevels gebouwd kan worden.”
Dus liet hij betonnen panelen maken met korrels van lavasteen erop. “Dat is poreus, dus het houdt het water voor de planten vast.” Op een paar panelen zaaide hij plantenzaadjes, maar op de meeste zette hij om tijd te winnen stekjes van verschillende planten. Vorige week zette hij de panelen rechtop. “Nu kan ik kijken of de planten goed blijven groeien als ze verticaal staan en het water door de muur naar beneden zakt.”
Als de planten goed gegroeid zijn, gaat Ottelé zijn laboratorium weer in. Met een licht- en een elektronenmicroscoop en CT-scans wil hij onderzoeken welk effect vorst en dooi en de wortels van de planten hebben op de sterkte van het bouwmateriaal. Hoeveel fijnstof de panelen opnemen, gaat de promovendus niet meer onderzoeken. “Dat wordt te veel, een promotie duurt maar vier jaar. Maar er is genoeg werk om een leven lang onderzoek te doen aan groene gevels.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.