Deze keer vergaderde het onderzoeksteam in Londen. In een Club. De gastheer gaf als summiere instructie dat ik de Club kon herkennen aan een red banner above the door as identification.
br />Maar hoe heette die club dan? “No clubs have names on doors there.”
Toen ik vroeg om straatnaam en een huisnummer kreeg ik als antwoord dat hij de eerste kon geven, maar “don’t rely on the number being visible”.
Op het afgesproken tijdstip liep ik de trap op van het gebouw zonder naam, zonder nummer. Toch gevonden. In de grote hal met pilaren en marmer werd ik opgewacht door de gastheer. We deden een rondje: de oesterbar, levendig met pianist; een zaal waar stilte heerste en waar men ofwel schaakte of tric trac speelde; een mooie bibliotheek waar de aanwezigen – allen 75+ – aan het bridgen waren; een prachtige snookerroom; een Ladies drawing room met bloemetjesbanken waar de dames ofwel gintonic ofwel champagne dronken; nog een dinner hall met mannen in smoking – een rugby celebrity signeerde zijn autobiografie. Ik verwachtte elk moment Madonna tegen het lijf te lopen.
Over een galerij liepen we naar het trappenhuis met marmeren treden. Helemaal beneden, geheel onverwacht, lag daar het meest luxueuze zwembad dat ik ooit heb gezien. Het was omringd door pilaren met ingelegd mozaïek. In de hoge ruimte stonden antieke stoelen in koloniale stijl. Naast het zwembad lagen vier squashbanen met daarachter pluchen stoeltjes voor de toeschouwers. Na de bordjes ‘strictly no sportswear beyond this point’ kwamen we in weer een bar. Daar heersten strikte regels omtrent het dragen van werktassen (niet toegestaan) en het spreiden van werkpapieren op tafels (een doodzonde). In een volgende ruimte gingen we zitten in lage leren fauteuils. Het haardvuur knisperde.
De vergadering was productiever dan de bijeenkomsten in Delft Zuid.
Maar waar bleef Madonna?
Twee studenten industrieel ontwerpen die zich te laat hadden aangemeld voor vakken, worden alsnog toegelaten tot onderwijs in periode 2. De Centrale Commissie voor de Bezwaarschriften verklaarde hun bezwaren gedeeltelijk gegrond. De faculteit werkte in het collegejaar 2007-2008 eenmalig met aanmelding per periode (tien weken) in plaats van per semester, omdat er een nieuw bachelorprogramma was ingevoerd. Dat zou geleid kunnen hebben tot verwarring bij de studenten. De faculteit had hen wel voldoende gewezen op de openstelling van het aanmeldsysteem en de noodzaak van aanmelden. Door e-mails, mededelingen op borden, blackboard en de website kon iedere student op de hoogte zijn van het aanmelden. Ook vond de commissie dat de faculteit zorgvuldig is omgegaan met verzoeken om alsnog te worden toegelaten. Dat de regels voor aanmelding in het verkeerde document stonden deed niets af aan de regels als zodanig, oordeelde de commissie.
Comments are closed.