Stijgen in internationale rankings. Dat is één van de redenen voor de universiteiten van Leiden, Rotterdam en Delft om meer te gaan samenwerken en wellicht zelfs te fuseren. Staatssecretaris Halbe Zijlstra juicht zo’n stijging toe.
Letterlijk schrijft Zijlstra in zijn antwoord op Kamervragen van SP-er Jasper van Dijk: “Wanneer de voorgenomen samenwerking tussen de universiteiten van Leiden, Rotterdam en Delft leidt tot een hogere plaats van deze universiteiten op internationale ranglijsten, juich ik dat van harte toe.”
Ook meent Zijlstra dat een samenwerking in lijn is met de visie van het kabinet-Rutte, waarin ‘profilering van instellingen en een betere benutting van en meer focus en massa in onderzoek’ prioriteit heeft.
Intern en extern draagvlak
De staatssecretaris blijft verder bij zijn verhaal dat een fusie voorlopig nog ver weg is, omdat die wettelijk onmogelijk is. Zijlstra zegt wederom wel ‘per geval’ bereid te zijn tot een wetswijziging, zij het ‘binnen strikte voorwaarden [..] ten aanzien de zorgvuldigheid van het fusieproces, het draagvlak onder interne en externe belanghebbenden, beperking van overhead en checks en balances waar het gaat om governance en kwaliteitsborging’.
Maar dit alles komt pas aan de orde ‘nadat is gebleken dat een fusie een meerwaarde heeft in termen van kwaliteit die niet bereikt kan worden met bestaande wettelijke samenwerkingsvormen’. Daarmee doelt Zijlstra op de ‘instelling van samenwerkingsinstituten ex artikel 8.1 WHW’ (de wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek, red.), zoals Medical Delta.
De Europese onderzoeksfinancier ERC kreeg dit jaar 2873 aanvragen van aanstormend toptalent binnen, bijna vierhonderd meer dan in 2009. Daarvan werden er 427 toegekend (vijftien procent), samen goed voor 580 miljoen euro. Vorig jaar werd nog geen tien procent van de aanvragen gehonoreerd en keerde de ERC 325 miljoen euro uit.
5,8 Procent van de beurzen kwam dit jaar in Nederland terecht. De financiële bijdrage van Nederland aan het Europese onderzoeksprogramma is ongeveer 5,5 procent, dus zijn de opbrengsten nog altijd hoger. Maar minder hoog dan in 2009, toen Nederland 7,2 procent van de ‘starting grants’ ontving.
In de ranglijst van landen met de meeste beurswinnaars binnen hun grenzen deelt Nederland opnieuw de vijfde plaats, dit keer met Israël. Nummer 1 is ook dit jaar het Verenigd Koninkrijk met 79 toegekende beurzen. Op kortere afstand dan in 2009 volgen Frankrijk met 71 en Duitsland met 67 grants.
Groot-Brittannië dankt haar hoge positie aan de vele buitenlandse onderzoekers die er werken. Wetenschappers met de Britse nationaliteit haalden 28 grants binnen, maar twee meer dan hun Nederlandse collega’s. Duitse (81) en Franse onderzoekers (62) scoorden het best, gevolgd door de Italianen (41) en Israël (28).
Nog niet alle beurzen zijn toegekend; de ERC verwacht binnenkort de toezegging van extra fondsen en zal dan de rest van de winnaars bekendmaken.

Comments are closed.