Education

‘Werf studenten binnen eigen regio’

,,Na twee directeurschappen wilde ik graag weer inhoudelijk met beleid bezig zijn. Om die reden ben ik naar de TU gekomen”, aldus dr. A. Rima, het nieuwe hoofd marketing en communicatie.

br />
Een headhuntersbureau heeft de TU op het spoor gezet van dr. Annemarie Rima. Sinds 15 mei is zij het nieuwe hoofd marketing en communicatie van de staf van het college van bestuur. Zij is naar de TU gekomen omdat ze na vijf jaar directeur te zijn geweest aan de heao in Arnhem weer inhoudelijk met beleid bezig wilde zijn. ,,Als directeur heb je alle portefeuilles. Steeds ben je bezig allerlei ad hoc zaken te regelen, ‘brandjes te blussen’ en beslissingen te nemen. Dat is heel dynamisch werk, maar ik ben nu toe aan iets anders.”

Wie haar cv bekijkt, ziet dat zij veel gedaan heeft, maar niets op marketinggebied. Volgens Rima bedriegt de schijn hier. ,,Een belangrijk onderdeel van de taak in Arnhem was marketing. Een universiteit haalt een deel van haar inkomsten uit onderzoek, een hogeschool daarentegen is voor haar financiën volkomen aangewezen op de studentenaantallen. Om die reden hebben wij de afgelopen jaren hard aan de weg getimmerd op marketinggebied om de nodige studenten binnen te krijgen.”

Uit de TU-nota ‘Uitgangspunten voor het Marketing- en Communicatiebeleid’ komt volgens Rima naar voren dat studentenwerving een grote prioriteit heeft. ,,In dat opzicht heb ik zeker ervaring, daarnaast had mijn MBA-dissertatie als onderwerp marketing van commerciëel onderwijs en onderzoeksactiviteiten. Bovendien werk ik samen met het team van de staf, de voorlichtingsdienst Diec en met de faculteiten, en verwacht ik van verschillende kanten te worden bijgestaan met suggesties en advies.”
Imago

Rima heeft de afgelopen maanden geprobeerd zoveel mogelijk publicaties over de TU te lezen. ,,Opvallend is dat er over het onderzoek altijd heel lovend wordt geschreven. Over het onderwijs is de berichtgeving daarentegen vaak negatief. Bij het bedrijfsleven zie je een overeenkomstige situatie. Uit een onderzoek onder Intermediair-lezers in 1996 blijkt dat de naamsbekendheid en het imago van de TU goed zijn. Maar toch wordt er niet genoeg onderzoek aan de TU uitbesteed en slechts achttien procent van de geïnterviewden uit het bedrijfsleven zou hier willen werken.”

Rima heeft nog geen vastomlijnde plannen voor het versterken van het imago, maar het heeft volgens haar weinig zin om altijd zelf het wiel uit te vinden. ,,De universiteit van Wageningen haalt in Nederland de meeste onderzoeksgelden binnen. Het lijkt mij een goed idee om bij hen te gaan informeren hoe zij dat voor elkaar krijgen.”

Voor de werving van studenten is volgens Rima de uitspraak ‘dat de TU een internationale topuniversiteit wil zijn’ wellicht moeilijk bruikbaar. ,,Voor vijf procent topstudenten is dat aantrekkelijk. Maar wat doe je met die andere 95procent aan gewone studenten? Volgens mij is het beter om de instelling te profileren als de plaats waar een student de optimale ontwikkeling kan krijgen. Soms kan dat betekenen dat iemand na een jaar moet overstappen naar het hto of naar een andere studierichting. Dat is op zich niet erg, zolang een student de indruk heeft dat er serieus met zijn of haar verlangens en mogelijkheden is rekening gehouden.”

Evenmin denkt zij dat het zinvol is om te proberen te concurreren met andere technische universiteiten. Uit onderzoek blijkt dat op alle universiteiten vijftig tot zestig procent van de studenten uit de regio afkomstig is. Volgens Rima is het zinvoller om studenten ‘weg te kapen’ bij Leiden en Rotterdam dan bij Twente of Eindhoven. Rima: ,,Kortom, dat zijn een paar van mijn ideeën, maar ik sta open voor suggesties.”

Ze vervolgt: ,,Overigens is dat ook een belangrijke reden voor mijn komst naar de TU. Hier werk je samen in een team en kan je op gelijkwaardig niveau ideeën uitwisselen en van elkaar leren. Als directeur durft – ondanks alles wat je probeert – niemand je tegen te spreken, met als gevolg dat je jezelf minder ontwikkelt. Ik verwacht dat dit aan de TU anders zal zijn.”
Achtergrond

De achtergrond van dr. Annemarie Rima is gevarieerd. Ze is afgestudeerd in de econometrie en gepromoveerd aan de faculteit Economie van de Vrije Universiteit. Daarnaast heeft zij haar MBA gehaald op het Henley Management College in Engeland.

Haar loopbaan begon zij als stafmedewerker planning bij het college van bestuur van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Vervolgens werd zij directeur van het Tinbergen Instituut, de onderzoekschool van de economische faculteiten van de universiteiten van Amsterdam en Rotterdam. De laatste vijf jaar was zij directeur van de heao in Arnhem.

,,Na twee directeurschappen wilde ik graag weer inhoudelijk met beleid bezig zijn. Om die reden ben ik naar de TU gekomen”, aldus dr. A. Rima, het nieuwe hoofd marketing en communicatie.

Een headhuntersbureau heeft de TU op het spoor gezet van dr. Annemarie Rima. Sinds 15 mei is zij het nieuwe hoofd marketing en communicatie van de staf van het college van bestuur. Zij is naar de TU gekomen omdat ze na vijf jaar directeur te zijn geweest aan de heao in Arnhem weer inhoudelijk met beleid bezig wilde zijn. ,,Als directeur heb je alle portefeuilles. Steeds ben je bezig allerlei ad hoc zaken te regelen, ‘brandjes te blussen’ en beslissingen te nemen. Dat is heel dynamisch werk, maar ik ben nu toe aan iets anders.”

Wie haar cv bekijkt, ziet dat zij veel gedaan heeft, maar niets op marketinggebied. Volgens Rima bedriegt de schijn hier. ,,Een belangrijk onderdeel van de taak in Arnhem was marketing. Een universiteit haalt een deel van haar inkomsten uit onderzoek, een hogeschool daarentegen is voor haar financiën volkomen aangewezen op de studentenaantallen. Om die reden hebben wij de afgelopen jaren hard aan de weg getimmerd op marketinggebied om de nodige studenten binnen te krijgen.”

Uit de TU-nota ‘Uitgangspunten voor het Marketing- en Communicatiebeleid’ komt volgens Rima naar voren dat studentenwerving een grote prioriteit heeft. ,,In dat opzicht heb ik zeker ervaring, daarnaast had mijn MBA-dissertatie als onderwerp marketing van commerciëel onderwijs en onderzoeksactiviteiten. Bovendien werk ik samen met het team van de staf, de voorlichtingsdienst Diec en met de faculteiten, en verwacht ik van verschillende kanten te worden bijgestaan met suggesties en advies.”
Imago

Rima heeft de afgelopen maanden geprobeerd zoveel mogelijk publicaties over de TU te lezen. ,,Opvallend is dat er over het onderzoek altijd heel lovend wordt geschreven. Over het onderwijs is de berichtgeving daarentegen vaak negatief. Bij het bedrijfsleven zie je een overeenkomstige situatie. Uit een onderzoek onder Intermediair-lezers in 1996 blijkt dat de naamsbekendheid en het imago van de TU goed zijn. Maar toch wordt er niet genoeg onderzoek aan de TU uitbesteed en slechts achttien procent van de geïnterviewden uit het bedrijfsleven zou hier willen werken.”

Rima heeft nog geen vastomlijnde plannen voor het versterken van het imago, maar het heeft volgens haar weinig zin om altijd zelf het wiel uit te vinden. ,,De universiteit van Wageningen haalt in Nederland de meeste onderzoeksgelden binnen. Het lijkt mij een goed idee om bij hen te gaan informeren hoe zij dat voor elkaar krijgen.”

Voor de werving van studenten is volgens Rima de uitspraak ‘dat de TU een internationale topuniversiteit wil zijn’ wellicht moeilijk bruikbaar. ,,Voor vijf procent topstudenten is dat aantrekkelijk. Maar wat doe je met die andere 95procent aan gewone studenten? Volgens mij is het beter om de instelling te profileren als de plaats waar een student de optimale ontwikkeling kan krijgen. Soms kan dat betekenen dat iemand na een jaar moet overstappen naar het hto of naar een andere studierichting. Dat is op zich niet erg, zolang een student de indruk heeft dat er serieus met zijn of haar verlangens en mogelijkheden is rekening gehouden.”

Evenmin denkt zij dat het zinvol is om te proberen te concurreren met andere technische universiteiten. Uit onderzoek blijkt dat op alle universiteiten vijftig tot zestig procent van de studenten uit de regio afkomstig is. Volgens Rima is het zinvoller om studenten ‘weg te kapen’ bij Leiden en Rotterdam dan bij Twente of Eindhoven. Rima: ,,Kortom, dat zijn een paar van mijn ideeën, maar ik sta open voor suggesties.”

Ze vervolgt: ,,Overigens is dat ook een belangrijke reden voor mijn komst naar de TU. Hier werk je samen in een team en kan je op gelijkwaardig niveau ideeën uitwisselen en van elkaar leren. Als directeur durft – ondanks alles wat je probeert – niemand je tegen te spreken, met als gevolg dat je jezelf minder ontwikkelt. Ik verwacht dat dit aan de TU anders zal zijn.”
Achtergrond

De achtergrond van dr. Annemarie Rima is gevarieerd. Ze is afgestudeerd in de econometrie en gepromoveerd aan de faculteit Economie van de Vrije Universiteit. Daarnaast heeft zij haar MBA gehaald op het Henley Management College in Engeland.

Haar loopbaan begon zij als stafmedewerker planning bij het college van bestuur van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Vervolgens werd zij directeur van het Tinbergen Instituut, de onderzoekschool van de economische faculteiten van de universiteiten van Amsterdam en Rotterdam. De laatste vijf jaar was zij directeur van de heao in Arnhem.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.