Education

Welles nietes

Seks, dromen en wetenschap komen samen in het meest raadselachtige boek uit de Renaissance. Al vijf eeuwen lang staat ‘De droom van Poliphilus’ (1499), nu voor het eerst in het Nederlands vertaald, garant voor controverse.

De auteur was, net als tijdgenoot Leonardo Da Vinci, gek op raadsels.

Het boek is mysterieus, maar ook de auteur is van deze ‘Da Vinci Code’ van de Renaissance is onbekend. In de thriller en bestseller ‘The Rule of Four’ wordt een Romeinse edelman als auteur ontmaskerd.

Niets van waar, stelt dr. Liane Lefaivre van Bouwkunde. Zij mengt zich in de discussie, met haar boek ‘Leon Battista Alberti’s Hypnerotomachia Poliphili’, waarin ze beweert dat architect Leon Battista Alberti (1404-1472) het boek heeft geschreven. Volgens de Nederlandse vertaalster Ike Cialona van ‘De Droom van Poliphilus’ is dit weer onzin. Zij gelooft dat een monnik de echte auteur is. Na het verschijnen van de Nederlandse vertaling, laaide de felle discussie hierover in Nederlandse kranten weer op.

Wat gebeurt er in ‘De Droom van Poliphilus’, waar deze auteurskwestie om draait? Hoofdpersoon Poliphilus raakt verstrikt in een droomwereld vol architectonische hoogstandjes, die uitvoerig en nauwgezet worden beschreven. Hoogtepunt is een absurdistisch beeld van een olifant, vol pracht en praal, waar een obelisk uitsteekt. Tussen de gebouwen door, ziet hij ook fantasiewezens, zoals draken. Tegelijkertijd is het boek ook zeer seksueel getint. Poliphilus ziet bijvoorbeeld een nimf, bij wie heet water uit de linker- en koud water uit de rechtertepel spuit.

Vertaalster Ike Cialona gelooft dat Francesco Colonna de schrijver is, een niet al te vrome Romeinse monnik. Deze broeder schijnt op drieëntachtigjarige leeftijd nog een meisje te hebben ontmaagd. De wellustige passages zouden zeker van zijn hand kunnen komen. “Maar de architectonische niet”, meent Lefaivre. “Over architectuur wordt zo gepassioneerd geschreven, dat moet zijn geschreven door iemand met veel architectonische kennis en liefde voor gebouwen. Beide ontbraken bij Colonna.”

De Canadese Lefaivre schuift daarom de befaamde architect Alberti naar voren. “Alberti was verliefd op de architectuur. In ‘De droom van Poliphilus’ wordt op dezelfde manier over gebouwen geschreven als in Alberti’s hoofdwerk ‘De Re Aedificatoria’. ‘De droom’ heeft een passionele verteltrant, in een aantal boeken heeft Alberti ook zo geschreven. Hij moet het geweest zijn.”

De biograaf van Alberti, Anthony Grafton, hoogleraar in Princeton, is het niet met haar eens. “Hij denkt dat ik gek ben”, zegt Lefaivre. Ook de Nederlandse vertaalster Ike Cialona van ‘De Droom’ bekritiseert Lefaivre’s ideeën ongekend hard. Volgens haar bevat Lefaivre’s studie ‘veel grote fouten’. En heeft Lefaivre ‘veel Nederlandse studenten op het verkeerde been gezet’ met haar ‘apodictische verkondiging’. Cialona weidt deze dwaling aan de Franse vertaling die Lefaivre zou hebben gebruikt uit 1883.

Lefaivre is woedend. “Dat mens is gestoord! Ik heb het origineel gelezen. Toen ik mijn boek schreef, wist ik dat ik tegen alle conventies in ging. Maar dat op mijn out of the box-idee zulke grove reacties zouden volgen, is onbegrijpelijk.” Dit geeft alleen maar aan hoe geladen de discussie nog steeds is. Zelfs na vijfhonderd jaar.

Robert Visscher

Seks, dromen en wetenschap komen samen in het meest raadselachtige boek uit de Renaissance. Al vijf eeuwen lang staat ‘De droom van Poliphilus’ (1499), nu voor het eerst in het Nederlands vertaald, garant voor controverse. De auteur was, net als tijdgenoot Leonardo Da Vinci, gek op raadsels.

Het boek is mysterieus, maar ook de auteur is van deze ‘Da Vinci Code’ van de Renaissance is onbekend. In de thriller en bestseller ‘The Rule of Four’ wordt een Romeinse edelman als auteur ontmaskerd.

Niets van waar, stelt dr. Liane Lefaivre van Bouwkunde. Zij mengt zich in de discussie, met haar boek ‘Leon Battista Alberti’s Hypnerotomachia Poliphili’, waarin ze beweert dat architect Leon Battista Alberti (1404-1472) het boek heeft geschreven. Volgens de Nederlandse vertaalster Ike Cialona van ‘De Droom van Poliphilus’ is dit weer onzin. Zij gelooft dat een monnik de echte auteur is. Na het verschijnen van de Nederlandse vertaling, laaide de felle discussie hierover in Nederlandse kranten weer op.

Wat gebeurt er in ‘De Droom van Poliphilus’, waar deze auteurskwestie om draait? Hoofdpersoon Poliphilus raakt verstrikt in een droomwereld vol architectonische hoogstandjes, die uitvoerig en nauwgezet worden beschreven. Hoogtepunt is een absurdistisch beeld van een olifant, vol pracht en praal, waar een obelisk uitsteekt. Tussen de gebouwen door, ziet hij ook fantasiewezens, zoals draken. Tegelijkertijd is het boek ook zeer seksueel getint. Poliphilus ziet bijvoorbeeld een nimf, bij wie heet water uit de linker- en koud water uit de rechtertepel spuit.

Vertaalster Ike Cialona gelooft dat Francesco Colonna de schrijver is, een niet al te vrome Romeinse monnik. Deze broeder schijnt op drieëntachtigjarige leeftijd nog een meisje te hebben ontmaagd. De wellustige passages zouden zeker van zijn hand kunnen komen. “Maar de architectonische niet”, meent Lefaivre. “Over architectuur wordt zo gepassioneerd geschreven, dat moet zijn geschreven door iemand met veel architectonische kennis en liefde voor gebouwen. Beide ontbraken bij Colonna.”

De Canadese Lefaivre schuift daarom de befaamde architect Alberti naar voren. “Alberti was verliefd op de architectuur. In ‘De droom van Poliphilus’ wordt op dezelfde manier over gebouwen geschreven als in Alberti’s hoofdwerk ‘De Re Aedificatoria’. ‘De droom’ heeft een passionele verteltrant, in een aantal boeken heeft Alberti ook zo geschreven. Hij moet het geweest zijn.”

De biograaf van Alberti, Anthony Grafton, hoogleraar in Princeton, is het niet met haar eens. “Hij denkt dat ik gek ben”, zegt Lefaivre. Ook de Nederlandse vertaalster Ike Cialona van ‘De Droom’ bekritiseert Lefaivre’s ideeën ongekend hard. Volgens haar bevat Lefaivre’s studie ‘veel grote fouten’. En heeft Lefaivre ‘veel Nederlandse studenten op het verkeerde been gezet’ met haar ‘apodictische verkondiging’. Cialona weidt deze dwaling aan de Franse vertaling die Lefaivre zou hebben gebruikt uit 1883.

Lefaivre is woedend. “Dat mens is gestoord! Ik heb het origineel gelezen. Toen ik mijn boek schreef, wist ik dat ik tegen alle conventies in ging. Maar dat op mijn out of the box-idee zulke grove reacties zouden volgen, is onbegrijpelijk.” Dit geeft alleen maar aan hoe geladen de discussie nog steeds is. Zelfs na vijfhonderd jaar.

Robert Visscher

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.