Met een stuk gaas en een hoop elektrisch geladen puntjes denkt drs.ing. Bob Ursem een landingsbaan binnen een paar minuten mistvrij te krijgen. Deze week vroeg hij patent aan op zijn mistverdrijver.
Mist is een grote kwelgeest voor de luchtvaart. Met slecht zicht mogen minder vliegtuigen landen en opstijgen. Op drukbezette vliegvelden als Schiphol betekent dit chaos, vertragingen en hoge kosten. Maar er is iets aan te doen, denkt Ursem. Deze week diende hij een patentaanvraag in voor zijn mistverdrijver.
De inspiratie voor zijn uitvinding haalde de directeur van de Botanische Tuin van de TU uit de natuur. Van de duindoorn om precies te zijn. Tijdens een wandeling door de duinen zag hij dat de mist uit zee keurig boven de planten bleef hangen. “Dat komt door de blaadjes van de duindoorn, een soort punten met een elektrische lading. Die duwen de mist als het ware omhoog. Als ik dat kan namaken, kan ik mist bestuurbaar maken, dacht ik.”
In een van de kassen van de Botanische Tuin onderzocht hij of zijn idee klopte. Hij zette een kartonnen doos op een campingtafel. Daar bovenop plaatste hij een luchtbevochtiger. In huis zorgt zo’n apparaat ervoor dat de lucht niet te droog wordt, in de opstelling van Ursem maakt het apparaat mist. “Hier zitten de puntjes”, zegt Ursem, wijzend op een stuk piepschuim met naalden erin. Als hij elektrische spanning op de punten zet, moeten die de mist als het ware wegduwen. Wat klemmen en een bezemsteel houden een stuk kippengaas op zijn plek. Dat gaas moet de wolk met kleine druppels opvangen. “Ja, het is een heel eenvoudige opstelling, maar zo begin ik altijd”, lacht Ursem. “En het werkt.”
En inderdaad, als Ursem aan de knoppen van de accu draait gaat de stoom richting het gaas. Terug in zijn kamer legt hij uit hoe het werkt. “Dichte mist is neutraal en flarden die boven de grond hangen zijn negatief geladen”, vertelt hij. “Mijn naalden kun je zien als een soort superschrikdraad. Het zijn puntbronnen die elektronen afgeven en daarmee de lucht laden.” Omdat het punten zijn, kan de lading maar één kant op en ontstaat wat Ursem ‘elektrische wind’ noemt. Die wind duwt de mist van de punten af.
“Met een grotere versie van mijn opstelling kun je binnen een paar minuten een hele startbaan van mist ontdoen”, verwacht Ursem. Hij ziet de grotere en professionelere versie van zijn simpele opstelling al voor zich: een paar grote schermen met punten en rondrijdende karren met fijn gaas erop om de volken te vangen. “Daaronder komen bakken om het eventueel vervuilde water op te vangen.”
Voor de mistverdrijver op Schiphol staat, moet hij nog wel getest worden. Ursem en zijn collega’s dr.ir. Jan Marijnissen en dr.ing. Rein Roos (beide Technische Natuurwetenschappen) zijn in gesprek met Schiphol over experimenten op het vliegveld. Daarmee verwacht Ursem in februari of maart te kunnen beginnen. De mistverdrijver moet dan bewijzen dat hij ook dikke lagen mist kan verwijderen. “In de proefopstelling zie je het duidelijk. De elektrische wind stuurt de lage mist naar het gaas. De laag mist daarboven wordt meegetrokken.”
Nadelen aan zijn uitvinding ziet Ursem niet zo snel. “Van wind hebben we geen last, want bij mist is er geen of zeer geringe wind.” Bij zijn ‘fijnstofmagneet’ . waar de mistverdrijver aan doet denken . is dat anders. Fijnstof krijgt een positieve lading als kabels boven de weg onder spanning worden gezet. Een hek en een heg langs de weg – negatief geladen – trekken de fijnstof vervolgens als een magneet uit de lucht. Bij proeven buiten bleek de wind een storende factor te zijn.
Voor schade aan mens en apparatuur door de elektrische lading hoeft niemand bang te zijn. “Dat hebben we voor de fijnstofmagneet allemaal uitgezocht”, vertelt Ursem. “Voor de mistverdrijver geldt hetzelfde, je kunt er rustig met je pacemaker in de buurt komen.”
Mist is een grote kwelgeest voor de luchtvaart. Met slecht zicht mogen minder vliegtuigen landen en opstijgen. Op drukbezette vliegvelden als Schiphol betekent dit chaos, vertragingen en hoge kosten. Maar er is iets aan te doen, denkt Ursem. Deze week diende hij een patentaanvraag in voor zijn mistverdrijver.
De inspiratie voor zijn uitvinding haalde de directeur van de Botanische Tuin van de TU uit de natuur. Van de duindoorn om precies te zijn. Tijdens een wandeling door de duinen zag hij dat de mist uit zee keurig boven de planten bleef hangen. “Dat komt door de blaadjes van de duindoorn, een soort punten met een elektrische lading. Die duwen de mist als het ware omhoog. Als ik dat kan namaken, kan ik mist bestuurbaar maken, dacht ik.”
In een van de kassen van de Botanische Tuin onderzocht hij of zijn idee klopte. Hij zette een kartonnen doos op een campingtafel. Daar bovenop plaatste hij een luchtbevochtiger. In huis zorgt zo’n apparaat ervoor dat de lucht niet te droog wordt, in de opstelling van Ursem maakt het apparaat mist. “Hier zitten de puntjes”, zegt Ursem, wijzend op een stuk piepschuim met naalden erin. Als hij elektrische spanning op de punten zet, moeten die de mist als het ware wegduwen. Wat klemmen en een bezemsteel houden een stuk kippengaas op zijn plek. Dat gaas moet de wolk met kleine druppels opvangen. “Ja, het is een heel eenvoudige opstelling, maar zo begin ik altijd”, lacht Ursem. “En het werkt.”
En inderdaad, als Ursem aan de knoppen van de accu draait gaat de stoom richting het gaas. Terug in zijn kamer legt hij uit hoe het werkt. “Dichte mist is neutraal en flarden die boven de grond hangen zijn negatief geladen”, vertelt hij. “Mijn naalden kun je zien als een soort superschrikdraad. Het zijn puntbronnen die elektronen afgeven en daarmee de lucht laden.” Omdat het punten zijn, kan de lading maar één kant op en ontstaat wat Ursem ‘elektrische wind’ noemt. Die wind duwt de mist van de punten af.
“Met een grotere versie van mijn opstelling kun je binnen een paar minuten een hele startbaan van mist ontdoen”, verwacht Ursem. Hij ziet de grotere en professionelere versie van zijn simpele opstelling al voor zich: een paar grote schermen met punten en rondrijdende karren met fijn gaas erop om de volken te vangen. “Daaronder komen bakken om het eventueel vervuilde water op te vangen.”
Voor de mistverdrijver op Schiphol staat, moet hij nog wel getest worden. Ursem en zijn collega’s dr.ir. Jan Marijnissen en dr.ing. Rein Roos (beide Technische Natuurwetenschappen) zijn in gesprek met Schiphol over experimenten op het vliegveld. Daarmee verwacht Ursem in februari of maart te kunnen beginnen. De mistverdrijver moet dan bewijzen dat hij ook dikke lagen mist kan verwijderen. “In de proefopstelling zie je het duidelijk. De elektrische wind stuurt de lage mist naar het gaas. De laag mist daarboven wordt meegetrokken.”
Nadelen aan zijn uitvinding ziet Ursem niet zo snel. “Van wind hebben we geen last, want bij mist is er geen of zeer geringe wind.” Bij zijn ‘fijnstofmagneet’ . waar de mistverdrijver aan doet denken . is dat anders. Fijnstof krijgt een positieve lading als kabels boven de weg onder spanning worden gezet. Een hek en een heg langs de weg – negatief geladen – trekken de fijnstof vervolgens als een magneet uit de lucht. Bij proeven buiten bleek de wind een storende factor te zijn.
Voor schade aan mens en apparatuur door de elektrische lading hoeft niemand bang te zijn. “Dat hebben we voor de fijnstofmagneet allemaal uitgezocht”, vertelt Ursem. “Voor de mistverdrijver geldt hetzelfde, je kunt er rustig met je pacemaker in de buurt komen.”
Comments are closed.