Education

Vluchteling-studenten zijn geheide toppers

In de afgelopen vijftig jaar hielp de oudste vluchtelingenorganisatie van Nederland, het UAF, vijfduizend studenten aan beurs. Er is reden voor feest, maar ook voor bezorgdheid.

Appèl

De Stichting voor Vluchteling-studenten UAF bestaat vijftig jaar. Begon de opvang van de eerste twintig gevluchte studenten met acht pannen, twee gasstellen, een kookpot en een geleend servies, tegenwoordig zetelt het UAF in een groot pand in Utrecht, waar ruim 1900 cliënten bij hun studie worden gesteund.

De eerste gevluchte student die met steun van het UAF zijn diploma in Nederland haalde, was professor Zdenek Dittrich, de vader van D66-Kamerlid Boris Dittrich. Andere ‘prominente’ UAF-studenten haalden zelf de Tweede Kamer, zoals de CDA’er J.D. Gabor en Mohammed Rabbae van GroenLinks. En oud-UAF’er Martin Simek is dankzij zijn televisieprogramma een bekende Nederlander geworden.

Het UAF werd in 1948 opgericht, toen na de communistische coup in Tsjechoslowakije een aantal studenten naar Nederland vluchtte. Dat wekte veel beroering onder studenten en hoogleraren. Zij verklaarden zich solidair met hun Tsjechische collega’s. In de senaatskamer van de Universiteit van Amsterdam richtten zij het Universitair Asyl Fonds op, dat tegenwoordig werkt onder de naam Stichting voor Vluchteling-studenten UAF.

Vijftig jaar later zijn studenten nog altijd zeer begaan met het lot van vluchtelingen, zegt UAF-directeur Kees Bleichrodt: ,,Die betrokkenheid is groter dan je misschien zou verwachten in deze individualistische, materialistische tijd. Maar we hebben veel student-donateurs, hoe weinig de studiefinanciering tegenwoordig ook voorstelt.”
CNN

Studenten gaan nu nauwelijks meer de straat op. Maar zij weten dankzij CNN wel hoe geweld in een politiek onveilig land er uitziet. ,,En als je dan een vluchteling in je omgeving kent, maakt dat indruk. Dan is het opeens dichtbij. Dat is het grote verschil met vroeger”, zegt Bleichrodt.

Zijn studenten erg begaan met vluchtelingen, de Nederlandse overheid behandelt ze schandalig, vindt Bleichrodt. ,,Paars verschuilt zich achter allerlei formele regels. Men lijkt zich niet te realiseren dat het om ménsen gaat.”

Bleichrodt heeft net gehoord dat Nederland een jonge Bosnische inwoonster uit Srebrenica zal terugsturen naar Duitsland. Via dat land is zij ‘immers’ ook binnengekomen. Met ingehouden woede vertelt hij dat de vrouw indertijd wél heeft getolkt voor de Nederlandse VN-soldaten in Srebernica. ,,Zo gaan wij dus met mensen om.”

Ook minister Ritzen krijgt van Bleichrodt een veeg uit de pan. Hij maakt zijn beloftes niet waar, zegt de UAF-directeur. Zohebben alleen vluchtelingen met een zogeheten A- verblijfsstatus recht op studiefinanciering. Iemand met een C-status moet drie jaar geduld hebben. In september 1997 zegde Ritzen al toe dat hij die wachttijd tot één jaar zou terugbrengen. Bleichrodt: ,,Dat moet dus nog altijd gebeuren. En ondertussen gaan de dagen voorbij en zijn vluchtelingen veroordeeld tot nietsdoen. Die verpieteren! Echt, er vindt veel treurnis plaats.”
Speelbal

Na aankomst in Nederland volgen vluchtelingen een inburgeringscursus. Daarin worden zij in 600 uur sociaal redzaam gemaakt voor de Nederlandse maatschappij: ze weten dan net voldoende van de taal om hun weg te vinden. Maar wie zich daarna in een schakelklas wil voorbereiden op de overstap naar het hbo of de universiteit, wordt vaak speelbal van willekeurig gemeentebeleid.

Veel gemeentes vinden dat de nieuwkomer niet met behoud van uitkering mag studeren. Bemiddeling door het UAF wil nogal eens helpen. ,,Maar andere gemeentes doen absoluut niet moeilijk. Hoe kan dat in een regeltjes-land als Nederland?”

Vorige week nog hoorde het UAF dat een gemeente weigerde een korte cursus te betalen voor een 31-jarige werktuigbouwkundige uit Irak. De reden: hij moest beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. ,,Voor ongeschoold werk dus. Terwijl die man na die cursus zó als ingenieur aan de slag kan.”

Het UAF, dat geen overheidssubsidie krijgt en dus afhankelijk is van giften, geeft steun aan vluchtelingen die nog niet voldoende status hebben om in aanmerking te komen voor studiefinanciering. Zestig procent van de beurs is gift, de rest moet de student na zijn diplomering terugbetalen.
Verkwisting

Uit cijfers die het UAF heeft verzameld, blijkt dat er momenteel 12.000 mensen van tussen de 20 en de 34 jaar in asielszoekerscentra verblijven. Velen van hen weten allang dat ze mogen blijven, aldus Bleichrodt. ,,En toch gebeurt er niets. Dat is een verkwisting van menselijk kapitaal. Universiteiten en hogescholen zouden daar ook een veel actievere rol in kunnen spelen.”

Een universiteit haalt met UAF-studenten geheide toppers binnen, prijst Bleichrodt zijn cliënten aan. Van de 1900 studenten die het UAF tegenwoordig helpt, tonen de statistieken aan, zal driekwart hun studie in vier à vijf jaar afronden. Alleen in het eerste jaar zijn er aanpassingsproblemen. Maar wie daar doorheen komt, studeert in een hoog tempo af – vaak sneller dan de gemiddelde Nederlandse student.

Ondanks dit succesverhaal zijn er zorgen over de toekomst. Zal het UAF voldoende geld binnen krijgen om het groeiend aantal vluchtelingen te kunnen steunen? Tot nu toe lukte dat nog, omdat universiteiten en hogescholen regelmatig de adressen van hun oud-studenten afstaan. Daarmee kan het UAF nieuwe donateurs werven. Het is de vraag of dat zo blijft. Sommige universiteiten zien steeds meer in welk ‘kapitaal’ zij met de adressen uit handen geven. En overtreden ze zo niet de wet opde privacy-bescherming?

Bleichrodt vindt de aarzelingen begrijpelijk, maar hoopt toch dat het UAF een beroep kan blijven doen op de universiteiten. Want oud-studenten zijn een belangrijke bron van inkomsten voor het UAF. Mensen die gestudeerd hebben weten immers als geen ander welke maatschappelijke springplank hun opleiding is geweest, zegt Bleichrodt. ,,Dat appèl blijft betekenis houden.” (HOP)

Appèl

De Stichting voor Vluchteling-studenten UAF bestaat vijftig jaar. Begon de opvang van de eerste twintig gevluchte studenten met acht pannen, twee gasstellen, een kookpot en een geleend servies, tegenwoordig zetelt het UAF in een groot pand in Utrecht, waar ruim 1900 cliënten bij hun studie worden gesteund.

De eerste gevluchte student die met steun van het UAF zijn diploma in Nederland haalde, was professor Zdenek Dittrich, de vader van D66-Kamerlid Boris Dittrich. Andere ‘prominente’ UAF-studenten haalden zelf de Tweede Kamer, zoals de CDA’er J.D. Gabor en Mohammed Rabbae van GroenLinks. En oud-UAF’er Martin Simek is dankzij zijn televisieprogramma een bekende Nederlander geworden.

Het UAF werd in 1948 opgericht, toen na de communistische coup in Tsjechoslowakije een aantal studenten naar Nederland vluchtte. Dat wekte veel beroering onder studenten en hoogleraren. Zij verklaarden zich solidair met hun Tsjechische collega’s. In de senaatskamer van de Universiteit van Amsterdam richtten zij het Universitair Asyl Fonds op, dat tegenwoordig werkt onder de naam Stichting voor Vluchteling-studenten UAF.

Vijftig jaar later zijn studenten nog altijd zeer begaan met het lot van vluchtelingen, zegt UAF-directeur Kees Bleichrodt: ,,Die betrokkenheid is groter dan je misschien zou verwachten in deze individualistische, materialistische tijd. Maar we hebben veel student-donateurs, hoe weinig de studiefinanciering tegenwoordig ook voorstelt.”
CNN

Studenten gaan nu nauwelijks meer de straat op. Maar zij weten dankzij CNN wel hoe geweld in een politiek onveilig land er uitziet. ,,En als je dan een vluchteling in je omgeving kent, maakt dat indruk. Dan is het opeens dichtbij. Dat is het grote verschil met vroeger”, zegt Bleichrodt.

Zijn studenten erg begaan met vluchtelingen, de Nederlandse overheid behandelt ze schandalig, vindt Bleichrodt. ,,Paars verschuilt zich achter allerlei formele regels. Men lijkt zich niet te realiseren dat het om ménsen gaat.”

Bleichrodt heeft net gehoord dat Nederland een jonge Bosnische inwoonster uit Srebrenica zal terugsturen naar Duitsland. Via dat land is zij ‘immers’ ook binnengekomen. Met ingehouden woede vertelt hij dat de vrouw indertijd wél heeft getolkt voor de Nederlandse VN-soldaten in Srebernica. ,,Zo gaan wij dus met mensen om.”

Ook minister Ritzen krijgt van Bleichrodt een veeg uit de pan. Hij maakt zijn beloftes niet waar, zegt de UAF-directeur. Zohebben alleen vluchtelingen met een zogeheten A- verblijfsstatus recht op studiefinanciering. Iemand met een C-status moet drie jaar geduld hebben. In september 1997 zegde Ritzen al toe dat hij die wachttijd tot één jaar zou terugbrengen. Bleichrodt: ,,Dat moet dus nog altijd gebeuren. En ondertussen gaan de dagen voorbij en zijn vluchtelingen veroordeeld tot nietsdoen. Die verpieteren! Echt, er vindt veel treurnis plaats.”
Speelbal

Na aankomst in Nederland volgen vluchtelingen een inburgeringscursus. Daarin worden zij in 600 uur sociaal redzaam gemaakt voor de Nederlandse maatschappij: ze weten dan net voldoende van de taal om hun weg te vinden. Maar wie zich daarna in een schakelklas wil voorbereiden op de overstap naar het hbo of de universiteit, wordt vaak speelbal van willekeurig gemeentebeleid.

Veel gemeentes vinden dat de nieuwkomer niet met behoud van uitkering mag studeren. Bemiddeling door het UAF wil nogal eens helpen. ,,Maar andere gemeentes doen absoluut niet moeilijk. Hoe kan dat in een regeltjes-land als Nederland?”

Vorige week nog hoorde het UAF dat een gemeente weigerde een korte cursus te betalen voor een 31-jarige werktuigbouwkundige uit Irak. De reden: hij moest beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. ,,Voor ongeschoold werk dus. Terwijl die man na die cursus zó als ingenieur aan de slag kan.”

Het UAF, dat geen overheidssubsidie krijgt en dus afhankelijk is van giften, geeft steun aan vluchtelingen die nog niet voldoende status hebben om in aanmerking te komen voor studiefinanciering. Zestig procent van de beurs is gift, de rest moet de student na zijn diplomering terugbetalen.
Verkwisting

Uit cijfers die het UAF heeft verzameld, blijkt dat er momenteel 12.000 mensen van tussen de 20 en de 34 jaar in asielszoekerscentra verblijven. Velen van hen weten allang dat ze mogen blijven, aldus Bleichrodt. ,,En toch gebeurt er niets. Dat is een verkwisting van menselijk kapitaal. Universiteiten en hogescholen zouden daar ook een veel actievere rol in kunnen spelen.”

Een universiteit haalt met UAF-studenten geheide toppers binnen, prijst Bleichrodt zijn cliënten aan. Van de 1900 studenten die het UAF tegenwoordig helpt, tonen de statistieken aan, zal driekwart hun studie in vier à vijf jaar afronden. Alleen in het eerste jaar zijn er aanpassingsproblemen. Maar wie daar doorheen komt, studeert in een hoog tempo af – vaak sneller dan de gemiddelde Nederlandse student.

Ondanks dit succesverhaal zijn er zorgen over de toekomst. Zal het UAF voldoende geld binnen krijgen om het groeiend aantal vluchtelingen te kunnen steunen? Tot nu toe lukte dat nog, omdat universiteiten en hogescholen regelmatig de adressen van hun oud-studenten afstaan. Daarmee kan het UAF nieuwe donateurs werven. Het is de vraag of dat zo blijft. Sommige universiteiten zien steeds meer in welk ‘kapitaal’ zij met de adressen uit handen geven. En overtreden ze zo niet de wet opde privacy-bescherming?

Bleichrodt vindt de aarzelingen begrijpelijk, maar hoopt toch dat het UAF een beroep kan blijven doen op de universiteiten. Want oud-studenten zijn een belangrijke bron van inkomsten voor het UAF. Mensen die gestudeerd hebben weten immers als geen ander welke maatschappelijke springplank hun opleiding is geweest, zegt Bleichrodt. ,,Dat appèl blijft betekenis houden.” (HOP)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.