Education

Visitatie wiskunde: daling instroom bedreigt kwaliteit

Het dalend aantal studenten bedreigt de kwaliteit van de universitaire wiskunde. Bij verschillende faculteiten dreigt door inkrimping van de staf en afbraak van voorzieningen de komende jaren een ‘ramp’ voor onderwijs en onderzoek, aldus het concept-rapport van de visitatiecommissie die de negen wiskundeopleidingen heeft bezocht.

br />
Verreweg de meeste lof krijgt de Twentse opleiding toegepaste wiskunde. Nijmegen en Delft zijn het vaakst voorwerp van kritiek. Het rapport is nog niet openbaar, maar grote wijzigingen vallen niet te verwachten.

Het meest bezorgd is de commissie, geleid door de Delftse emeritus dr. C.L. Scheffer, over de daling van het studentenaantal en de bezuinigingen die dat oplevert. Ze wijst erop dat de staf toch al vergrijsd is en dat verdere inkrimping elk streven naar een evenwichtiger personeelsopbouw illusoir zal maken. Ook noemt ze de problemen bij het handhaven van goede wiskundebibliotheken.

Volgens het rapport hebben de opleidingen in het algemeen een ‘hoog niveau’, maar het studierendement in de propaedeuse is laag: in twee jaar slaagt nog maar 50 tot 60 procent. De opleidingen wijten dit aan het matige wiskundeonderwijs in het vwo. De commissie wil dat onderzocht zien.

Zwaarder tilt de commissie aan de slaagkansen ná de propaedeuse. Ze vindt dat die minstens 75 procent moeten zijn. Vier instellingen blijven daar onder: de twee Amsterdamse universiteiten en die van Utrecht en Twente. Die krijgen het dringend advies om in de propaedeuse (nog) strenger te gaan selecteren.

Over de ‘studeerbaarheid’ merkt de commissie op dat de overgang van het tweede naar het derde jaar bij enkele opleidingen niet genoeg begeleid wordt (Delft, Groningen). Ook is het studieprogramma aan het eind van het tweede jaar soms te vol (Twente, Nijmegen) of verbrokkeld (Delft).

Voorts is er inhoudelijke kritiek op studieprogramma’s. Zo doet Delft te weinig aan modellenbouw en abstracte wiskunde. Het eerste doet zich ook voor bij Amsterdam (UvA) en Nijmegen. En van te weinig abstracte wiskunde is, samen met een te verbrokkeld programma, ook sprake in Eindhoven. Opvallend is verder dat internationale studentenuitwisseling bij wiskunde in het algemeen weinig voorstelt.

Minpunten in Delft die nog worden genoemd zijn de matige huisvesting en veel ongepromoveerde staf. Bovendien zijn veel verbeterplannen niet uitgevoerd. Pluspunt is de redelijke aandacht voor internationalisering.

De teneur van het rapport is voor de Delftse wiskundeopleiding heel anders dan het positieve gevoel dat het bestuur van de faculteit overhield aan de mondelinge rapportage in september vorig jaar. Toen concludeerde de commissie dat het onderwijs goed liep. Integratie van computers in het onderwijs werd toen als een opvallend positief punt gezien. Ook meldde de commissie dat verbetering ingezet was om het los-zand-karakter van de opleiding te doen afnemen. Alleen het probleem van het onderdeel modelbouw werd wel onderkend en daar werd aan gewerkt. (HOP/F.S.)

Frank Steenkamp

Het dalend aantal studenten bedreigt de kwaliteit van de universitaire wiskunde. Bij verschillende faculteiten dreigt door inkrimping van de staf en afbraak van voorzieningen de komende jaren een ‘ramp’ voor onderwijs en onderzoek, aldus het concept-rapport van de visitatiecommissie die de negen wiskundeopleidingen heeft bezocht.

Verreweg de meeste lof krijgt de Twentse opleiding toegepaste wiskunde. Nijmegen en Delft zijn het vaakst voorwerp van kritiek. Het rapport is nog niet openbaar, maar grote wijzigingen vallen niet te verwachten.

Het meest bezorgd is de commissie, geleid door de Delftse emeritus dr. C.L. Scheffer, over de daling van het studentenaantal en de bezuinigingen die dat oplevert. Ze wijst erop dat de staf toch al vergrijsd is en dat verdere inkrimping elk streven naar een evenwichtiger personeelsopbouw illusoir zal maken. Ook noemt ze de problemen bij het handhaven van goede wiskundebibliotheken.

Volgens het rapport hebben de opleidingen in het algemeen een ‘hoog niveau’, maar het studierendement in de propaedeuse is laag: in twee jaar slaagt nog maar 50 tot 60 procent. De opleidingen wijten dit aan het matige wiskundeonderwijs in het vwo. De commissie wil dat onderzocht zien.

Zwaarder tilt de commissie aan de slaagkansen ná de propaedeuse. Ze vindt dat die minstens 75 procent moeten zijn. Vier instellingen blijven daar onder: de twee Amsterdamse universiteiten en die van Utrecht en Twente. Die krijgen het dringend advies om in de propaedeuse (nog) strenger te gaan selecteren.

Over de ‘studeerbaarheid’ merkt de commissie op dat de overgang van het tweede naar het derde jaar bij enkele opleidingen niet genoeg begeleid wordt (Delft, Groningen). Ook is het studieprogramma aan het eind van het tweede jaar soms te vol (Twente, Nijmegen) of verbrokkeld (Delft).

Voorts is er inhoudelijke kritiek op studieprogramma’s. Zo doet Delft te weinig aan modellenbouw en abstracte wiskunde. Het eerste doet zich ook voor bij Amsterdam (UvA) en Nijmegen. En van te weinig abstracte wiskunde is, samen met een te verbrokkeld programma, ook sprake in Eindhoven. Opvallend is verder dat internationale studentenuitwisseling bij wiskunde in het algemeen weinig voorstelt.

Minpunten in Delft die nog worden genoemd zijn de matige huisvesting en veel ongepromoveerde staf. Bovendien zijn veel verbeterplannen niet uitgevoerd. Pluspunt is de redelijke aandacht voor internationalisering.

De teneur van het rapport is voor de Delftse wiskundeopleiding heel anders dan het positieve gevoel dat het bestuur van de faculteit overhield aan de mondelinge rapportage in september vorig jaar. Toen concludeerde de commissie dat het onderwijs goed liep. Integratie van computers in het onderwijs werd toen als een opvallend positief punt gezien. Ook meldde de commissie dat verbetering ingezet was om het los-zand-karakter van de opleiding te doen afnemen. Alleen het probleem van het onderdeel modelbouw werd wel onderkend en daar werd aan gewerkt. (HOP/F.S.)

Frank Steenkamp

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.