Education

Veel aio’s haken voortijdig af, weinig promoties in vier jaar

Veel aio’s houden hun promotieonderzoek voor gezien en haken tussentijds af. En van degenen die wel de doctorsbul halen, heeft het overgrote deel niet genoeg aan vier jaar, de duur van een aio-aanstelling.

Zo blijkt uit getallen over de periode 1986-’95 die verzameld zijn door de dienst Onderwijs en Onderzoek van het Bureau.

Van bijvoorbeeld de lichting assistenten in opleiding die in het kalenderjaar 1989 aantrad, is er bij Bouwkunde en WTM (elk twee aio’s) niet één gepromoveerd. Van de elf die Industrieel Ontwerpen aannam, mogen vier zich inmiddels doctor noemen; geen van hen haalde het in vier jaar. Van de zeventien aio’s bij STM, haalde een de eindstreep in vier jaar, vijf in vijf jaar en drie in zes jaar.

Nadelig voor de universiteit is dat het grootste aantal afhakers (met uitzonderzing van TWI) pas in latere jaren vertrekt. Het streven is na een jaar diensttijd aio’s streng te beoordelen en achterblijvers te ontslaan. Op het totaal van 524 aangenomen assistenten in opleiding (1986-1990) vertrokken er 23 binnen een jaar en 73 in latere jaren (voor de volledigheid: 294 van de 524 zijn gepromoveerd, 31 zijn nog in dienst en 103 zijn weliswaar ontslagen, maar hun promotie wordt nog verwacht).
Betaalde baan

Geodesie scoort het slechtst in het aio-rendement; van de vijftien in dienst getreden aio’s tussen 1986 en 1990, promoveerden er slechts twee. Dekaan prof.dr.ir. M. Bogaerts schrijft dat toe aan de gunstige arbeidsmarkt voor geodeten. ,,Wij geven aio’s geen toeslag op hun salaris, terwijl het bedrijfsleven ze vaak florissante aanbiedingen doet. Dan is de keus gauw gemaakt.” Geodesie voert geen beleid voor verbetering van het aio-rendement.

Op een na laatst staat Bouwkunde, waar van de 21 aio’s er vier promoveerden. Bouwkunde-dekaan prof.dipl.ing. H. Rosemann zegt zich grote zorgen te maken over de slechte resultaten, maar is niet verrast door de getallen. ,,Wij maken ons al jaren zorgen over de aio’s. Het is een groot probleem. Aio’s braken hun verblijf bij Bouwkunde vaak af omdat ze elders een beter betaalde baan vonden. Zelfs als we hun inkomen aanvulden uit derde geldstroominkomsten, vertrokken er toch veel voortijdig. We zijn bij de invoering van het aioschap in 1986 niet goed voorbereid geweest. Hoogleraren hebben aio’s teveel gezien als veredelde studenten. Bovendien bestond er bij Bouwkunde nauwelijks een promotietraditie. Om een goede architect te worden hoefde je niet te promoveren.”

Volgens de dekaan is er in de tussentijd een omslag gekomen. Voordat een aio in dienst wordt genomen, dient zijn hoogleraar/promotor een projectvoorstel op tafel te leggen. Bovendien is elke aio onderworpen aan een jaarlijkse voortgangscontrole, waarbij ook externe deskundigen omcommentaar wordt gevraagd. Financieel stimuleert de faculteit een goed rendement: naarmate een aio langer dan vier jaar nodig heeft, des te minder ontvangt de vakgroep als premie na de promotie. (B.B.)

Benno Boeters


Veel aio’s staken de promotie om elders aan een goed betaalde baan te beginnen

Veel aio’s houden hun promotieonderzoek voor gezien en haken tussentijds af. En van degenen die wel de doctorsbul halen, heeft het overgrote deel niet genoeg aan vier jaar, de duur van een aio-aanstelling. Zo blijkt uit getallen over de periode 1986-’95 die verzameld zijn door de dienst Onderwijs en Onderzoek van het Bureau.

Van bijvoorbeeld de lichting assistenten in opleiding die in het kalenderjaar 1989 aantrad, is er bij Bouwkunde en WTM (elk twee aio’s) niet één gepromoveerd. Van de elf die Industrieel Ontwerpen aannam, mogen vier zich inmiddels doctor noemen; geen van hen haalde het in vier jaar. Van de zeventien aio’s bij STM, haalde een de eindstreep in vier jaar, vijf in vijf jaar en drie in zes jaar.

Nadelig voor de universiteit is dat het grootste aantal afhakers (met uitzonderzing van TWI) pas in latere jaren vertrekt. Het streven is na een jaar diensttijd aio’s streng te beoordelen en achterblijvers te ontslaan. Op het totaal van 524 aangenomen assistenten in opleiding (1986-1990) vertrokken er 23 binnen een jaar en 73 in latere jaren (voor de volledigheid: 294 van de 524 zijn gepromoveerd, 31 zijn nog in dienst en 103 zijn weliswaar ontslagen, maar hun promotie wordt nog verwacht).
Betaalde baan

Geodesie scoort het slechtst in het aio-rendement; van de vijftien in dienst getreden aio’s tussen 1986 en 1990, promoveerden er slechts twee. Dekaan prof.dr.ir. M. Bogaerts schrijft dat toe aan de gunstige arbeidsmarkt voor geodeten. ,,Wij geven aio’s geen toeslag op hun salaris, terwijl het bedrijfsleven ze vaak florissante aanbiedingen doet. Dan is de keus gauw gemaakt.” Geodesie voert geen beleid voor verbetering van het aio-rendement.

Op een na laatst staat Bouwkunde, waar van de 21 aio’s er vier promoveerden. Bouwkunde-dekaan prof.dipl.ing. H. Rosemann zegt zich grote zorgen te maken over de slechte resultaten, maar is niet verrast door de getallen. ,,Wij maken ons al jaren zorgen over de aio’s. Het is een groot probleem. Aio’s braken hun verblijf bij Bouwkunde vaak af omdat ze elders een beter betaalde baan vonden. Zelfs als we hun inkomen aanvulden uit derde geldstroominkomsten, vertrokken er toch veel voortijdig. We zijn bij de invoering van het aioschap in 1986 niet goed voorbereid geweest. Hoogleraren hebben aio’s teveel gezien als veredelde studenten. Bovendien bestond er bij Bouwkunde nauwelijks een promotietraditie. Om een goede architect te worden hoefde je niet te promoveren.”

Volgens de dekaan is er in de tussentijd een omslag gekomen. Voordat een aio in dienst wordt genomen, dient zijn hoogleraar/promotor een projectvoorstel op tafel te leggen. Bovendien is elke aio onderworpen aan een jaarlijkse voortgangscontrole, waarbij ook externe deskundigen omcommentaar wordt gevraagd. Financieel stimuleert de faculteit een goed rendement: naarmate een aio langer dan vier jaar nodig heeft, des te minder ontvangt de vakgroep als premie na de promotie. (B.B.)

Benno Boeters


Veel aio’s staken de promotie om elders aan een goed betaalde baan te beginnen

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.