Campus

Van statistieken zijn mensen namelijk gek

Wie in dit land, of ver daar buiten, iets wil weten over schepen, moet tegenwoordig naar Delft. Het Maritiem Informatie Centrum (MIC), dat in het bezit is van één van de grootste collecties boeken en tijdschriften op scheepvaartkundig gebied, vormt sinds kort onderdeel van de bibliotheek van de TU.

Hèt verschil met de al bestaande collectie: ,,Wij hebben alles.”

Het MIC, dat vroeger aan het Blaak in Rotterdam gevestigd was, is kortgeleden verhuisd naar Werktuigbouw en bevindt zich nu naast de bibliotheek van deze faculteit. ,,We hebben hier wat meer geluidsoverlast, maar verder is dit een prima ruimte”, aldus interim-manager Edo Brommet, die de verhuizing leidt.

De collectie is efficiënt opgeslagen in rolarchieven. Zelf tussen de boeken snuffelen mag hier niet, boeken meenemen evenmin. Uit de hele wereld krijgt de bibliotheek namelijk aanvragen, waarvan het direct kopieën moet kunnen leveren. Via twee databases kunnen de werken geselecteerd worden, die de medewerkers vervolgens tevoorschijn halen. Vervolgens kan de bezoeker de boeken of tijdschriften eventueel kopiëren.

Al is het MIC nu onderdeel van de universiteitsbibliotheek, de collectie houdt, in ieder geval de komende vijf jaar, haar ‘eigen identiteit’. Dit is een voorwaarde van het ministerie van Economische Zaken om voor subsidie in aanmerking te komen. Voor het overige deel wordt het MIC gefinancierd door de TU.
Doolhof

Het MIC bestaat sinds 1974. In dat jaar besloot het kabinet het Nederlands Maritiem Instituut in het leven te roepen, waar het MIC onderdeel van uitmaakte. Later verhuisde de collectie naar de stichting Coördinatie Maritiem Onderzoek in Rotterdam en sinds kort maakt het MIC dus onderdeel uit van de TU. Sinds begin oktober is het MIC in Delft in bedrijf, al moet de officiële opening op 3 november nog plaatsvinden.

Willem Varkevisser, ex-stuurman en liefhebber in hart en nieren van alles wat met schepen te maken heeft, is de medewerker die de collectie van het MIC het beste kent. ,,Wij hebben alles”, legt Varkevisser het verschil uit met de al bestaande bibliotheek van Scheepsbouw. ,,Er is maar heel weinig overlap. De faculteitsbibliotheek hier heeft alleen boeken over scheepsbouw. Wij hebben ook boeken over bijvoorbeeld scheepvaarteconomie, havens, visserij, diepzeemijnbouw, duiken, ijsvorming, en ga zo maar door.”

Trots loopt Varkevisser door het doolhof van ‘zijn’ boeken. Een beetje onwennig nog omdat na de verhuizing de kasten niet meer hetzelfde staan. Lange rijen boeken over allerlei onderwerpen in allerlei talen. Willekeurig worden wat boeken gepakt. ‘Pumpen und Kompressoren’, een vergeeld boek uit 1915 met veel prentjes. ,,Welke oúde boeken we hebben is een beetje een kwestie van toeval. We krijgen er zo nu en dan eens een paar. Maar vanaf 1970 hebben we globaal alles. Op vrijwel allebladen hebben we een abonnement. We hebben alles van conferenties en congressen. Boeken zijn wat minder grijpbaar, daar is het wel eens lastig de hand op te leggen. We krijgen mailings van de uitgeverijen en hopen we dat we het belangrijkste te pakken hebben.”
Profileren

Scheepvaarteconomie speelt een belangrijke rol in de collectie. ‘Il porto nell’economia Veneziana’ luidt de titel van een willekeurige greep uit één van de kasten. ,,Zullen we ook wel eens gekregen hebben”, reageert Varkevisser. ,,Normaal gesproken hebben we alleen boeken in het Nederlands, Engels, Duits en Frans.” Nogal wat boeken zijn volgens Varkevisser behoorlijk prijzig: ,,Veel werken zijn samengesteld door consultancy-bureaus. Deze bijvoorbeeld: ‘The international oiltanker market; supply, demand and profitability to 2000’. Zoiets kost toch al gauw driehonderd Engelse pond. Van statistieken zijn mensen namelijk helemaal gek. Hier heb je de jaarboeken van het Suezkanaal. Hoeveel en wanneer zijn er wat voor bootjes door dat kanaal gevaren.”

Varkevisser komt met de ‘Guide to Port Entry’ aanzetten. Plaatjes van alle havens op de wereld, hoe diep ze zijn, hoeveel kranen er staan en nog meer van zulke informatie. ,,We hebben natuurlijk ook de bekende naslagwerken in huis. Lloyd’s Maritime Directory bijvoorbeeld, die moet je gewoon in huis hebben. Adressen van scheepswerven, reders, noem maar op.”

Traditioneel vormen studenten een belangrijk deel van de bezoekers van het MIC en de verwachting is dat dit aantal alleen maar groter wordt nu de bibliotheek zich binnen de poorten van de TU bevindt. Een andere belangrijke doelgroep vormt het bedrijfsleven. Brommet hoopt dat het Rotterdamse bedrijfsleven het MIC na de verhuizing opnieuw weet te vinden. Toekomstige kapiteins, eigenaren van scheepswerven en banken die leningen verstrekken, bezoeken de bibliotheek regelmatig.

Volgens een ruwe schatting worden per maand drieduizend documenten door de medewerkers van de bibliotheek op aanvraag gekopieërd, terwijl bezoekers zelf een bijna zo groot aantal kopiëren. De diensten van het MIC zijn nu, afgezien van de kopieërkosten, voor een groot deel gratis. In de toekomst wil de biblioteek zich meer profileren door zich uitdrukkelijker te manifesteren, onder meer door zelf artikelen te schrijven en aanwezig te zijn op beurzen.


Figuur 1 Varkevisser: ,,Hoeveel en wanneer zijn welke bootjes door het Suezkanaal gevaren …”

Kees Versluis

Wie in dit land, of ver daar buiten, iets wil weten over schepen, moet tegenwoordig naar Delft. Het Maritiem Informatie Centrum (MIC), dat in het bezit is van één van de grootste collecties boeken en tijdschriften op scheepvaartkundig gebied, vormt sinds kort onderdeel van de bibliotheek van de TU. Hèt verschil met de al bestaande collectie: ,,Wij hebben alles.”

Het MIC, dat vroeger aan het Blaak in Rotterdam gevestigd was, is kortgeleden verhuisd naar Werktuigbouw en bevindt zich nu naast de bibliotheek van deze faculteit. ,,We hebben hier wat meer geluidsoverlast, maar verder is dit een prima ruimte”, aldus interim-manager Edo Brommet, die de verhuizing leidt.

De collectie is efficiënt opgeslagen in rolarchieven. Zelf tussen de boeken snuffelen mag hier niet, boeken meenemen evenmin. Uit de hele wereld krijgt de bibliotheek namelijk aanvragen, waarvan het direct kopieën moet kunnen leveren. Via twee databases kunnen de werken geselecteerd worden, die de medewerkers vervolgens tevoorschijn halen. Vervolgens kan de bezoeker de boeken of tijdschriften eventueel kopiëren.

Al is het MIC nu onderdeel van de universiteitsbibliotheek, de collectie houdt, in ieder geval de komende vijf jaar, haar ‘eigen identiteit’. Dit is een voorwaarde van het ministerie van Economische Zaken om voor subsidie in aanmerking te komen. Voor het overige deel wordt het MIC gefinancierd door de TU.
Doolhof

Het MIC bestaat sinds 1974. In dat jaar besloot het kabinet het Nederlands Maritiem Instituut in het leven te roepen, waar het MIC onderdeel van uitmaakte. Later verhuisde de collectie naar de stichting Coördinatie Maritiem Onderzoek in Rotterdam en sinds kort maakt het MIC dus onderdeel uit van de TU. Sinds begin oktober is het MIC in Delft in bedrijf, al moet de officiële opening op 3 november nog plaatsvinden.

Willem Varkevisser, ex-stuurman en liefhebber in hart en nieren van alles wat met schepen te maken heeft, is de medewerker die de collectie van het MIC het beste kent. ,,Wij hebben alles”, legt Varkevisser het verschil uit met de al bestaande bibliotheek van Scheepsbouw. ,,Er is maar heel weinig overlap. De faculteitsbibliotheek hier heeft alleen boeken over scheepsbouw. Wij hebben ook boeken over bijvoorbeeld scheepvaarteconomie, havens, visserij, diepzeemijnbouw, duiken, ijsvorming, en ga zo maar door.”

Trots loopt Varkevisser door het doolhof van ‘zijn’ boeken. Een beetje onwennig nog omdat na de verhuizing de kasten niet meer hetzelfde staan. Lange rijen boeken over allerlei onderwerpen in allerlei talen. Willekeurig worden wat boeken gepakt. ‘Pumpen und Kompressoren’, een vergeeld boek uit 1915 met veel prentjes. ,,Welke oúde boeken we hebben is een beetje een kwestie van toeval. We krijgen er zo nu en dan eens een paar. Maar vanaf 1970 hebben we globaal alles. Op vrijwel allebladen hebben we een abonnement. We hebben alles van conferenties en congressen. Boeken zijn wat minder grijpbaar, daar is het wel eens lastig de hand op te leggen. We krijgen mailings van de uitgeverijen en hopen we dat we het belangrijkste te pakken hebben.”
Profileren

Scheepvaarteconomie speelt een belangrijke rol in de collectie. ‘Il porto nell’economia Veneziana’ luidt de titel van een willekeurige greep uit één van de kasten. ,,Zullen we ook wel eens gekregen hebben”, reageert Varkevisser. ,,Normaal gesproken hebben we alleen boeken in het Nederlands, Engels, Duits en Frans.” Nogal wat boeken zijn volgens Varkevisser behoorlijk prijzig: ,,Veel werken zijn samengesteld door consultancy-bureaus. Deze bijvoorbeeld: ‘The international oiltanker market; supply, demand and profitability to 2000’. Zoiets kost toch al gauw driehonderd Engelse pond. Van statistieken zijn mensen namelijk helemaal gek. Hier heb je de jaarboeken van het Suezkanaal. Hoeveel en wanneer zijn er wat voor bootjes door dat kanaal gevaren.”

Varkevisser komt met de ‘Guide to Port Entry’ aanzetten. Plaatjes van alle havens op de wereld, hoe diep ze zijn, hoeveel kranen er staan en nog meer van zulke informatie. ,,We hebben natuurlijk ook de bekende naslagwerken in huis. Lloyd’s Maritime Directory bijvoorbeeld, die moet je gewoon in huis hebben. Adressen van scheepswerven, reders, noem maar op.”

Traditioneel vormen studenten een belangrijk deel van de bezoekers van het MIC en de verwachting is dat dit aantal alleen maar groter wordt nu de bibliotheek zich binnen de poorten van de TU bevindt. Een andere belangrijke doelgroep vormt het bedrijfsleven. Brommet hoopt dat het Rotterdamse bedrijfsleven het MIC na de verhuizing opnieuw weet te vinden. Toekomstige kapiteins, eigenaren van scheepswerven en banken die leningen verstrekken, bezoeken de bibliotheek regelmatig.

Volgens een ruwe schatting worden per maand drieduizend documenten door de medewerkers van de bibliotheek op aanvraag gekopieërd, terwijl bezoekers zelf een bijna zo groot aantal kopiëren. De diensten van het MIC zijn nu, afgezien van de kopieërkosten, voor een groot deel gratis. In de toekomst wil de biblioteek zich meer profileren door zich uitdrukkelijker te manifesteren, onder meer door zelf artikelen te schrijven en aanwezig te zijn op beurzen.


Figuur 1 Varkevisser: ,,Hoeveel en wanneer zijn welke bootjes door het Suezkanaal gevaren …”

Kees Versluis

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.