Minister Ritzen geeft universiteiten en hogescholen nog een laatste kans om de financiële steun aan vertraagde studenten goed te regelen.
Minister Ritzen geeft universiteiten en hogescholen nog een laatste kans om de financiële steun aan vertraagde studenten goed te regelen.
Geen enkele universiteit voldoet aan de wettelijke regels over financiële steun aan studenten met studievertraging. Dat stelt de Onderwijsinspectie in een rapport dat deze week verschijnt. Slechts zeven hogescholen geven genoeg steun. Bij de universiteiten blijft Delft op slechts één punt in gebreke en springt er daarmee gunstig uit.
Volgens de inspectie moet de regeling waarin de voorwaarden voor steun worden uitgewerkt, aan 25 criteria voldoen. Delft scoorde op één punt een min. De TU stelt in sommige gevallen de eis dat een student de propedeuse gehaald heeft voor hij een bestuursfunctie aanvaardt, anders komt hij niet in aanmerking voor steun. Die beperking is onjuist, vindt de inspectie. De andere universiteiten bleven op twee tot zes punten in gebreke.
Een zwaarwegend punt vond de inspectie met name de zogeheten ‘dubbele causaliteit’. Die houdt in dat studenten die door bijzondere omstandigheden vertraging hebben opgelopen, moeten aantonen dat zij zonder die omstandigheden wel snel genoeg waren geweest. Volgens de wet mag die eis niet gesteld worden. Maar vier universiteiten doen dat toch.
Ritzen vindt de uitkomsten van het inspectie-onderzoek ‘schokkend’, zegt zijn woordvoerder. De instellingen krijgen waarschijnlijk nog tot oktober de tijd hun afstudeerregeling te veranderen. Wie dan nog niet aan de wet voldoet, kan een boete tegemoet zien.
Al sinds twee jaar moeten universiteiten en hogescholen een afstudeerregeling hebben. Maar een jaar geleden kwam een commissie van de studentenbonden ISO en LSVb tot de conclusie dat geen enkele regeling deugde. De minister gaf de instellingen toen een half jaar de tijd om hun regeling te herzien en liet vervolgens de inspectie nagaan of ze door de beugel konden. Nu dat niet het geval blijkt, krijgen de boosdoeners nog een allerlaatste kans. (HOP/HOb)
Minister Ritzen geeft universiteiten en hogescholen nog een laatste kans om de financiële steun aan vertraagde studenten goed te regelen.
Geen enkele universiteit voldoet aan de wettelijke regels over financiële steun aan studenten met studievertraging. Dat stelt de Onderwijsinspectie in een rapport dat deze week verschijnt. Slechts zeven hogescholen geven genoeg steun. Bij de universiteiten blijft Delft op slechts één punt in gebreke en springt er daarmee gunstig uit.
Volgens de inspectie moet de regeling waarin de voorwaarden voor steun worden uitgewerkt, aan 25 criteria voldoen. Delft scoorde op één punt een min. De TU stelt in sommige gevallen de eis dat een student de propedeuse gehaald heeft voor hij een bestuursfunctie aanvaardt, anders komt hij niet in aanmerking voor steun. Die beperking is onjuist, vindt de inspectie. De andere universiteiten bleven op twee tot zes punten in gebreke.
Een zwaarwegend punt vond de inspectie met name de zogeheten ‘dubbele causaliteit’. Die houdt in dat studenten die door bijzondere omstandigheden vertraging hebben opgelopen, moeten aantonen dat zij zonder die omstandigheden wel snel genoeg waren geweest. Volgens de wet mag die eis niet gesteld worden. Maar vier universiteiten doen dat toch.
Ritzen vindt de uitkomsten van het inspectie-onderzoek ‘schokkend’, zegt zijn woordvoerder. De instellingen krijgen waarschijnlijk nog tot oktober de tijd hun afstudeerregeling te veranderen. Wie dan nog niet aan de wet voldoet, kan een boete tegemoet zien.
Al sinds twee jaar moeten universiteiten en hogescholen een afstudeerregeling hebben. Maar een jaar geleden kwam een commissie van de studentenbonden ISO en LSVb tot de conclusie dat geen enkele regeling deugde. De minister gaf de instellingen toen een half jaar de tijd om hun regeling te herzien en liet vervolgens de inspectie nagaan of ze door de beugel konden. Nu dat niet het geval blijkt, krijgen de boosdoeners nog een allerlaatste kans. (HOP/HOb)
Comments are closed.