In New York waren het de Twin Towers en in Madrid treinen. Wat zou in Nederland een zwakke plek kunnen zijn voor aanslagen?Bang voor onze kustwering hoeven we niet te zijn, meent dr.i
r. Jan van de Graaff, universitair hoofddocent van de sectie waterbouwkunde en offshore (Citg). “Of er moet een terrorist tijdens een zware stormvloed een bom onder de duinen leggen.”
Wat anders is het volgens Van de Graaff als het hoogwater is. Zoals in februari 1995, toen het water in de Rijn en Waal hoog tegen de dijken stond. “Als dan iemand een bom laat afgaan zitten mensen van het ene op het andere moment als ratten in de val. Het water zou in die situatie zeker tot de eerste verdieping komen.” Toch ziet Van de Graaff zoiets niet snel gebeuren: “Er moet een groot gat in de dijk worden gegraven voor het dynamiet. Dat lijkt me niet zo eenvoudig. want dat valt behoorlijk op.”
Dr. Lesley Robertson, biologische veiligheidsfunctionaris van het Kluyverlaboratorium voor biotechnologie (TNW), vindt het moeilijk om zwakke plekken in Nederland aan te wijzen. “Ik wil niemand op ideeën brengen.”
Robertson vindt het erg onwaarschijnlijk dat biologische wapens effectief zouden zijn, omdat zet vragen om een grote concentratie ziekteverwekkers in een relatief kleine ruimte.
“In Amerika zijn enveloppen gepost met miltvuursporen. Slechts enkele mensen werden ziek en nog minder stierven, ondanks dat dat spul overal in het gebouw was. Verder hebben biologische wapens tijd nodig om effectief te zijn. Zelfs de meest dodelijke ziekte heeft tijd nodig om te ontwikkelen. Daardoor wordt niet iedereen tegelijk ziek en zal het effect niet erg spectaculair zijn.”
In haar functie als biologische veiligheidsfunctionaris houdt Robertson het Kluyverlaboratorium in de gaten: of de onderzoekers veilig werken met micro-organismen en zich wel aan de wettelijke regels houden. Bang dat het Kluyverlab een doelwit wordt is Robertson niet: “We werken hier met bakkersgist en andere organismen voor industriële toepassingen, zoals bacteriën die ingezet worden bij afvalwaterzuivering. Die zijn niet schadelijk. Trouwens, we kunnen ook helemaal geen gevaarlijke beesten hebben, want we geven practicum aan eerste- en tweedejaars studenten. Die wil je niet in gevaar brengen.”
Bij de sectie filosofie (TBM), waar men onder andere onderzoek doet naar de ethische problemen die samenhangen met gebruik van techniek, vindt universitair hoofddocent dr. Henk Zandvoort dat de rol van techniek in ons leven wel heel groot en bepalend wordt. “Ik merk dan ook dat bij het plaatsen van nieuwe technologische installaties – bijvoorbeeld bij kerncentrales – het risico op aanslagen een groot discussiepunt is geworden sinds 11 september. Dat neemt nu alleen maar toe.”
Het IRI heeft intussen overleg gehad met de autoriteiten bij het ministerie. Maar of het nu extra veiligheidsmaatregelen heeft getroffen, daar kan adjunct-directeur van het IRI, dr.ir.Eduard Hoogenboom, geen uitspraken overdoen.
In New York waren het de Twin Towers en in Madrid treinen. Wat zou in Nederland een zwakke plek kunnen zijn voor aanslagen?
Bang voor onze kustwering hoeven we niet te zijn, meent dr.ir. Jan van de Graaff, universitair hoofddocent van de sectie waterbouwkunde en offshore (Citg). “Of er moet een terrorist tijdens een zware stormvloed een bom onder de duinen leggen.”
Wat anders is het volgens Van de Graaff als het hoogwater is. Zoals in februari 1995, toen het water in de Rijn en Waal hoog tegen de dijken stond. “Als dan iemand een bom laat afgaan zitten mensen van het ene op het andere moment als ratten in de val. Het water zou in die situatie zeker tot de eerste verdieping komen.” Toch ziet Van de Graaff zoiets niet snel gebeuren: “Er moet een groot gat in de dijk worden gegraven voor het dynamiet. Dat lijkt me niet zo eenvoudig. want dat valt behoorlijk op.”
Dr. Lesley Robertson, biologische veiligheidsfunctionaris van het Kluyverlaboratorium voor biotechnologie (TNW), vindt het moeilijk om zwakke plekken in Nederland aan te wijzen. “Ik wil niemand op ideeën brengen.”
Robertson vindt het erg onwaarschijnlijk dat biologische wapens effectief zouden zijn, omdat zet vragen om een grote concentratie ziekteverwekkers in een relatief kleine ruimte.
“In Amerika zijn enveloppen gepost met miltvuursporen. Slechts enkele mensen werden ziek en nog minder stierven, ondanks dat dat spul overal in het gebouw was. Verder hebben biologische wapens tijd nodig om effectief te zijn. Zelfs de meest dodelijke ziekte heeft tijd nodig om te ontwikkelen. Daardoor wordt niet iedereen tegelijk ziek en zal het effect niet erg spectaculair zijn.”
In haar functie als biologische veiligheidsfunctionaris houdt Robertson het Kluyverlaboratorium in de gaten: of de onderzoekers veilig werken met micro-organismen en zich wel aan de wettelijke regels houden. Bang dat het Kluyverlab een doelwit wordt is Robertson niet: “We werken hier met bakkersgist en andere organismen voor industriële toepassingen, zoals bacteriën die ingezet worden bij afvalwaterzuivering. Die zijn niet schadelijk. Trouwens, we kunnen ook helemaal geen gevaarlijke beesten hebben, want we geven practicum aan eerste- en tweedejaars studenten. Die wil je niet in gevaar brengen.”
Bij de sectie filosofie (TBM), waar men onder andere onderzoek doet naar de ethische problemen die samenhangen met gebruik van techniek, vindt universitair hoofddocent dr. Henk Zandvoort dat de rol van techniek in ons leven wel heel groot en bepalend wordt. “Ik merk dan ook dat bij het plaatsen van nieuwe technologische installaties – bijvoorbeeld bij kerncentrales – het risico op aanslagen een groot discussiepunt is geworden sinds 11 september. Dat neemt nu alleen maar toe.”
Het IRI heeft intussen overleg gehad met de autoriteiten bij het ministerie. Maar of het nu extra veiligheidsmaatregelen heeft getroffen, daar kan adjunct-directeur van het IRI, dr.ir.Eduard Hoogenboom, geen uitspraken overdoen.
Comments are closed.