Education

Sportcentrum wil meer invloed studenten

Communiceren is ‘niet het meest sterk ontwikkelde talent’ van het sport- en cultuurcentrum van de TU. Om dat te verbeteren, wil het management studenten meer betrekken bij het runnen van beide centra.

Dat zegt het hoofd van het sport- en cultuurcentrum, Raymond Browne, in reactie op een brief van studentensportfederatie DSSF. Daarin verwijt de federatie het sportcentrum naast slechte communicatie dat het beloftes niet altijd nakomt.

Daarnaast merken veel verenigingen volgens de DSSF ‘dat de aandacht voor het verenigingsleven, -beleving en -sport verminderd is’, ten gunste van de individuele sporten. De brief is ondertekend door acht sportverenigingen.

Volgens Browne hebben maar vijf van hen afspraken lopen met het sportcentrum. Hij rekent voor dat zij maar acht procent van de 2300 leden van de 32 op het sportcentrum actieve studentensportverenigingen vormen.

Toch zegt hij het probleem daarmee niet te willen bagatelliseren. “Ik begrijp dat studenten en verenigingen invloed willen hebben op het aanbod van het sport- en cultuurcentrum. Ik vind het zelfs een essentiële voorwaarde voor het succes van het sport- en cultuurcentrum.”

Daarom heeft Browne ‘een sterkere en directe betrokkenheid van studenten bij het runnen van het sport- en cultuurcentrum’ opgenomen in het nieuwe businessplan.

Daaraan wordt momenteel hard gewerkt, zodat het in oktober naar het college van bestuur kan. “Aan de discussies die hebben geleid tot dit plan hebben vanaf het begin DSSF-bestuursleden deelgenomen, net als bestuursleden van Krashna Musika en vertegenwoordigers van de studentenraad.”

Verder staat er volgens Browne in oktober met dezelfde partijen een kennismakingsbijeenkomst op de agenda. “De brief van het DSSF-bestuur zal een belangrijk agendapunt zijn. De bijeenkomst biedt de gelegenheid man en paard te noemen.”

Daarnaast wil het sport- en cultureel centrum een workshopdag organiseren over het businessplan. “Op die dag zal een aantal keuzes in het plan onder de loep worden genomen door vertegenwoordigers van alle studentenorganisaties”, vertelt Browne. Hij heeft met de DSSF afgesproken ‘dat input uit de workshop binnen de door de TU aangegeven kaders tot aanpassing van beleid kan leiden’. “Bijvoorbeeld in de uitwerking van de zogenaamde verdeelsleutel voor de ondersteuning van verenigingen.”

Wat betreft de aandacht die het sportcentrum tegenwoordig besteedt aan individuele sporten is Browne duidelijk. “Het gaat hier niet om of-of maar om en-en. Het sportcentrum is er voor de verenigings- en teamsporter en voor de individuele sporter. Het moet voor beide groepen een goed aanbod verzorgen.”

Het bewijs dat het sportcentrum de verenigingen niet minder belangrijk vindt, is volgens Browne het sinds twee jaar toegenomen budget voor de ondersteuning van verenigingen. “Sommige verenigingen krijgen nu meer, andere minder. De eerste zullen daar blij mee zijn, de laatste horen daar ontevreden over te zijn.”

Dat zegt het hoofd van het sport- en cultuurcentrum, Raymond Browne, in reactie op een brief van studentensportfederatie DSSF. Daarin verwijt de federatie het sportcentrum naast slechte communicatie dat het beloftes niet altijd nakomt.

Daarnaast merken veel verenigingen volgens de DSSF ‘dat de aandacht voor het verenigingsleven, -beleving en -sport verminderd is’, ten gunste van de individuele sporten. De brief is ondertekend door acht sportverenigingen.

Volgens Browne hebben maar vijf van hen afspraken lopen met het sportcentrum. Hij rekent voor dat zij maar acht procent van de 2300 leden van de 32 op het sportcentrum actieve studentensportverenigingen vormen.

Toch zegt hij het probleem daarmee niet te willen bagatelliseren. “Ik begrijp dat studenten en verenigingen invloed willen hebben op het aanbod van het sport- en cultuurcentrum. Ik vind het zelfs een essentiële voorwaarde voor het succes van het sport- en cultuurcentrum.”

Daarom heeft Browne ‘een sterkere en directe betrokkenheid van studenten bij het runnen van het sport- en cultuurcentrum’ opgenomen in het nieuwe businessplan.

Daaraan wordt momenteel hard gewerkt, zodat het in oktober naar het college van bestuur kan. “Aan de discussies die hebben geleid tot dit plan hebben vanaf het begin DSSF-bestuursleden deelgenomen, net als bestuursleden van Krashna Musika en vertegenwoordigers van de studentenraad.”

Verder staat er volgens Browne in oktober met dezelfde partijen een kennismakingsbijeenkomst op de agenda. “De brief van het DSSF-bestuur zal een belangrijk agendapunt zijn. De bijeenkomst biedt de gelegenheid man en paard te noemen.”

Daarnaast wil het sport- en cultureel centrum een workshopdag organiseren over het businessplan. “Op die dag zal een aantal keuzes in het plan onder de loep worden genomen door vertegenwoordigers van alle studentenorganisaties”, vertelt Browne. Hij heeft met de DSSF afgesproken ‘dat input uit de workshop binnen de door de TU aangegeven kaders tot aanpassing van beleid kan leiden’. “Bijvoorbeeld in de uitwerking van de zogenaamde verdeelsleutel voor de ondersteuning van verenigingen.”

Wat betreft de aandacht die het sportcentrum tegenwoordig besteedt aan individuele sporten is Browne duidelijk. “Het gaat hier niet om of-of maar om en-en. Het sportcentrum is er voor de verenigings- en teamsporter en voor de individuele sporter. Het moet voor beide groepen een goed aanbod verzorgen.”

Het bewijs dat het sportcentrum de verenigingen niet minder belangrijk vindt, is volgens Browne het sinds twee jaar toegenomen budget voor de ondersteuning van verenigingen. “Sommige verenigingen krijgen nu meer, andere minder. De eerste zullen daar blij mee zijn, de laatste horen daar ontevreden over te zijn.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.