Education

‘Schakers zijn altijd aardig’

Ze werd in mei jeugdkampioen schaken voor meisjes. Van 18 tot 30 oktober doet Pauline van Nies (17, eerstejaars technische natuurkunde) mee aan het jeugd-WK (onder 19) in Georgië.

Heb je al vaker aan internationale toernooien meegedaan?

“Twee keer aan een WK en drie keer aan een EK. Op mijn eerste WK, meisjes tot en met 14, ben ik zeventiende geworden.”

Is dat je mooiste prestatie tot nu toe?

“Jeugdkampioen worden van Nederland was het mooist. En mijn achtste plaats op het NK dames, ook dit jaar.”

Hoe ben je aan het schaken geraakt?

“Toen ik zes was werden mijn oudere zus en ik lid van een schaakvereniging. Mijn vader wilde dat wij leerden schaken. Mijn zus is na een paar jaar gestopt, maar ik ben ermee doorgegaan. Het sloeg bij mij goed aan.”

Wat fascineert je in het schaken?

“De stellingen zijn steeds anders. Het is een uitdaging om elke keer de beste zet te vinden. Eigenlijk is het een soort puzzel, elke keer weer. Schakers zijn ook altijd aardig.”

Ben je een theoreticus?

“Ik heb wel dertig schaakboeken thuis. En ik speel tegenwoordig ook veel op de computer. Schaakproblemen oplossen. Een ander programma waarop ik vaak zit bevat een database van miljoenen partijen. Daarin kan je allerlei partijen van grootmeesters opzoeken en naspelen. Je kunt ook het spel van je komende tegenstanders analyseren.”

Wat ben je voor type speler?

“Aanvallend en tactisch.”

Heb je een idool?

“Ik heb veel respect voor Judith Polgar. Die heeft in de toptien van de wereld gestaan, als eerste vrouw. Dat vind ik heel gaaf. Heel knap.”

Hoe belangrijk is schaken voor je?

“Erg belangrijk, maar sinds ik op de TU zit merk ik dat de studie veel tijd vergt. Het liefst zou ik elke dag een uurtje trainen, dat schiet er de laatste tijd wat bij in. Eén keer per week speel ik in de interne competitie, bij mijn club in Zoetermeer. Alleen tegen oudere mannen. In Utrecht zit ik in een competitieteam, waarvan vier van de tien leden vrouw zijn. Dat is leuker. We hebben elke zaterdag een wedstrijd. Twee keer per maand krijg ik ook nog training vanuit de bond, bij jong-Oranje voor meisjes.”

Wat zijn je ambities?

“Ik doe het niet alleen voor de lol, ik wil ook sterker worden. Maar om profschaker te worden ben ik niet goed genoeg. Het is heel lastig om daar je brood mee te verdienen.”

Wat verwacht je van het toernooi in Georgië?

“Ik ben er nog nooit geweest. Een van onze begeleiders komt er vandaan. Volgens haar is het een mooi land. In de krant las ik dat er misschien geen Russen meedoen vanwege een conflict met Rusland. Ik ben benieuwd. Over de kwaliteit van het eten waren ook twijfels. Sportief gezien weet ik het niet zo goed. Ik hoop sowieso bij de bovenste helft te eindigen.”

Pauline van Nies (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Heb je al vaker aan internationale toernooien meegedaan?

“Twee keer aan een WK en drie keer aan een EK. Op mijn eerste WK, meisjes tot en met 14, ben ik zeventiende geworden.”

Is dat je mooiste prestatie tot nu toe?

“Jeugdkampioen worden van Nederland was het mooist. En mijn achtste plaats op het NK dames, ook dit jaar.”

Hoe ben je aan het schaken geraakt?

“Toen ik zes was werden mijn oudere zus en ik lid van een schaakvereniging. Mijn vader wilde dat wij leerden schaken. Mijn zus is na een paar jaar gestopt, maar ik ben ermee doorgegaan. Het sloeg bij mij goed aan.”

Wat fascineert je in het schaken?

“De stellingen zijn steeds anders. Het is een uitdaging om elke keer de beste zet te vinden. Eigenlijk is het een soort puzzel, elke keer weer. Schakers zijn ook altijd aardig.”

Ben je een theoreticus?

“Ik heb wel dertig schaakboeken thuis. En ik speel tegenwoordig ook veel op de computer. Schaakproblemen oplossen. Een ander programma waarop ik vaak zit bevat een database van miljoenen partijen. Daarin kan je allerlei partijen van grootmeesters opzoeken en naspelen. Je kunt ook het spel van je komende tegenstanders analyseren.”

Wat ben je voor type speler?

“Aanvallend en tactisch.”

Heb je een idool?

“Ik heb veel respect voor Judith Polgar. Die heeft in de toptien van de wereld gestaan, als eerste vrouw. Dat vind ik heel gaaf. Heel knap.”

Hoe belangrijk is schaken voor je?

“Erg belangrijk, maar sinds ik op de TU zit merk ik dat de studie veel tijd vergt. Het liefst zou ik elke dag een uurtje trainen, dat schiet er de laatste tijd wat bij in. Eén keer per week speel ik in de interne competitie, bij mijn club in Zoetermeer. Alleen tegen oudere mannen. In Utrecht zit ik in een competitieteam, waarvan vier van de tien leden vrouw zijn. Dat is leuker. We hebben elke zaterdag een wedstrijd. Twee keer per maand krijg ik ook nog training vanuit de bond, bij jong-Oranje voor meisjes.”

Wat zijn je ambities?

“Ik doe het niet alleen voor de lol, ik wil ook sterker worden. Maar om profschaker te worden ben ik niet goed genoeg. Het is heel lastig om daar je brood mee te verdienen.”

Wat verwacht je van het toernooi in Georgië?

“Ik ben er nog nooit geweest. Een van onze begeleiders komt er vandaan. Volgens haar is het een mooi land. In de krant las ik dat er misschien geen Russen meedoen vanwege een conflict met Rusland. Ik ben benieuwd. Over de kwaliteit van het eten waren ook twijfels. Sportief gezien weet ik het niet zo goed. Ik hoop sowieso bij de bovenste helft te eindigen.”

Pauline van Nies (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.