,,(In het) hoger onderwijs en de studiefinanciering wordt uitgegaan van de grondgedachte die ook herkenbaar is bij de sociale zekerheid en de volksgezondheid: een steeds groeiend financieel beslag maakt heroverweging van stelsels nodig.
Op de langere termijn zal de voorziene differentiatie in duur en aard van de opleidingen leiden tot een doelmatiger aanwending van middelen; niet zozeer doordat er minder studenten worden toegelaten maar door een reductie in de gemiddelde studieduur.” (Regeringsverklaring van het kabinet-Kok.)
,,De boodschap van de regeringsverklaring aan jongeren luidt (….): er is geen geld meer voor uitkeringen, beurzen, subsidies, minimumloon. Jullie moeten werken en een baan vinden. Maar als er geen banen bijkomen, wordt deze boodschap uiterst dubbelzinnig: je schiet als jongere tekort als je geen baan vindt, en je schiet ook tekort als je je hand ophoudt bij de overheid.” (Columnist Kees Schuyt in de Volkskrant.)
,,Studenten moeten veel meer zelf betalen. Het budget voor hoger onderwijs en de studiefinanciering zijn een enorme overdracht van arm naar rijk. Mensen onderschatten vaak de omvang daarvan. Het gaat om twee tot drie procent van het nationaal inkomen. Ik denk dat een student per individu de meest gesubsidieerde burger is. En dat terwijl de gemiddelde student uit een hogere inkomensgroep komt dan de gemiddelde burger. Ook zal hij het waarschijnlijk beter krijgen dan de gemiddelde belastingbetaler.” (Prof.dr. S. van Wijnbergen in de Volkskrant.)
,,In het steeds killer wordende overheidsklimaat is de derde geldstroom een wellicht niet vrijwillig gekozen, maar wel onmisbare partner, de enige mogelijkheid om te overleven. En dat (….) de pleidooien voor bescherming van het niet-direct nuttige onderzoek tegenwoordig vaker uit het bedrijfsleven komen dan uit het ministerie, geeft aan dat de tegenstellingen tussen de werelden van wetenschap en winst wel eens kleiner zouden kunnen zijn dan gevreesd.” (F.van Schijndel in het Chemisch weekblad.)
,,Na drie jaar kan iemand naar internationale maatstaven geen ingenieur worden genoemd. Wij hebben een aantal jaren een bacheloropleiding aangeboden. De baccalaurei zijn allemaal teruggekomen om hun ingenieursdiploma te halen. Er was geen maatschappelijke waardering voor die graad.” (Rector Popma van de Universiteit Twente in het Technisch Weekblad.)
,,(In het) hoger onderwijs en de studiefinanciering wordt uitgegaan van de grondgedachte die ook herkenbaar is bij de sociale zekerheid en de volksgezondheid: een steeds groeiend financieel beslag maakt heroverweging van stelsels nodig. Op de langere termijn zal de voorziene differentiatie in duur en aard van de opleidingen leiden tot een doelmatiger aanwending van middelen; niet zozeer doordat er minder studenten worden toegelaten maar door een reductie in de gemiddelde studieduur.” (Regeringsverklaring van het kabinet-Kok.)
,,De boodschap van de regeringsverklaring aan jongeren luidt (….): er is geen geld meer voor uitkeringen, beurzen, subsidies, minimumloon. Jullie moeten werken en een baan vinden. Maar als er geen banen bijkomen, wordt deze boodschap uiterst dubbelzinnig: je schiet als jongere tekort als je geen baan vindt, en je schiet ook tekort als je je hand ophoudt bij de overheid.” (Columnist Kees Schuyt in de Volkskrant.)
,,Studenten moeten veel meer zelf betalen. Het budget voor hoger onderwijs en de studiefinanciering zijn een enorme overdracht van arm naar rijk. Mensen onderschatten vaak de omvang daarvan. Het gaat om twee tot drie procent van het nationaal inkomen. Ik denk dat een student per individu de meest gesubsidieerde burger is. En dat terwijl de gemiddelde student uit een hogere inkomensgroep komt dan de gemiddelde burger. Ook zal hij het waarschijnlijk beter krijgen dan de gemiddelde belastingbetaler.” (Prof.dr. S. van Wijnbergen in de Volkskrant.)
,,In het steeds killer wordende overheidsklimaat is de derde geldstroom een wellicht niet vrijwillig gekozen, maar wel onmisbare partner, de enige mogelijkheid om te overleven. En dat (….) de pleidooien voor bescherming van het niet-direct nuttige onderzoek tegenwoordig vaker uit het bedrijfsleven komen dan uit het ministerie, geeft aan dat de tegenstellingen tussen de werelden van wetenschap en winst wel eens kleiner zouden kunnen zijn dan gevreesd.” (F.van Schijndel in het Chemisch weekblad.)
,,Na drie jaar kan iemand naar internationale maatstaven geen ingenieur worden genoemd. Wij hebben een aantal jaren een bacheloropleiding aangeboden. De baccalaurei zijn allemaal teruggekomen om hun ingenieursdiploma te halen. Er was geen maatschappelijke waardering voor die graad.” (Rector Popma van de Universiteit Twente in het Technisch Weekblad.)
Comments are closed.