Ouderschapsverlof

In ruil voor een deel van hun loon krijgen zij extra vrije tijd.

Marja van den Bergh werkt als projectmedewerker personeel, organisatie en financiën bij de faculteit Technische Natuurkunde. ,,Sinds 1990 ben ik werkzaam aan de TU. Ruim vijf jaar heb ik mij bij de Dienst Personeel en Organisatie beziggehouden met loopbaanadvisering en opleiding. Ik vond het leuk om na een periode bij het Bureau van de universiteit, ook eens werkzaam te zijn bij een van de beheerseenheden. Om die reden ben ik hier voor twee jaar gedetacheerd.”

Sinds vier maanden heeft Van den Bergh een dochtertje en maakt ze gebruik van de ouderschapsregeling. ,,Aan de TU heb je als ouder het recht om gedurende een half jaar in plaats van full-time twintig uur te werken. Tegelijkertijd houd je wel 75 procent van je salaris.”

Van den Bergh vindt de financiële regeling erg goed, maar de tijdspanne van een half jaar daarentegen te kort. ,,Ik wil hiermee niet zeggen dat de regeling zomaar uitgebreid moet worden. Vanuit het standpunt van de organisatie zou het verlengen van de periode een hele kostbare zaak worden. Een optie zou zijn dat – tegen inlevering van salaris – je een langere tijd thuis mag blijven. Alleen is dat weer een probleem voor mensen die alleen een kind opvoeden, die kunnen dat geld niet missen. Kortom, ik vind dat de regeling voor een te korte periode geldt, maar vind het moeilijk om concreet aan te geven hoe deze verbeterd kan worden.”

Zelf gebruikt Van den Bergh het ouderschapsverlof om te kijken hoeveel uur haalbaar is om te werken als je een kind hebt. Op dit moment werkt zij 28 uur. ,,Zonder ouderschapsverlof had ik direct moeten beslissen hoeveel ik in uren terug wilde gaan. Nu kan ik nog even aftasten hoeveel dagen het meest werkbaar is.”

Een groot voordeel van het werken aan de TU is volgens haar de mogelijkheid om de ouderschapsregeling in overleg over een langere periode uit te smeren. ,,Omdat ik 28 uur werk kan ik hiervan anderhalf jaar hiervan gebruik maken. Het is geen recht om dit te kunnen verdelen maar in praktijk is maatwerk op de TU bespreekbaar. Wel moet je er rekening mee houden dat – ondanks dat je langer werkt – de korting van 25 procent van je salaris toch in dat eerste half jaar plaatsvindt. Een voordeel is natuurlijk dat je na de half jaar weer het volledige bedrag terugkrijgt, ondanks dat je korter werkt.”

Aan het ouderschapsverlof zitten volgens Van den Bergh ook nadelen. ,,Maar in feite zijn dat dezelfde problemen waar je tegen aanloopt bij ‘gewoon’ parttime werken. Extra of speciale projecten worden je wel aangeboden, maar je hebt niet voldoende tijd om die ernaast tedoen. Ook ben je zorgvuldiger in het selecteren van cursussen of opleidingen. Een cursus van drie dagen betekent veelal dat je een hele week weg bent en dat is niet altijd mogelijk. Daarnaast is het erg lastig – met veel parttimers – om een dag te prikken dat iedereen van een afdeling aanwezig is voor een vergadering of ander bijeenkomsten.”

In principe is Marja van den Bergh een voorstander van het beter regelen van parttime werk in het algemeen. ,,Ten eerste zouden meer functies gesplitst moeten worden. Dat kan best wel, maar vaak denken mensen daar niet aan. Wat dat betreft moet ik ook de hand in eigen boezem steken. Zelf sta ik er ook niet altijd bij stil dat een fulltime functie ook door twee personen kon worden vervuld. Daarnaast zijn de carrièrekansen van parttimers veel kleiner. Ik vind dat niet altijd terecht. Als hieraan meer aandacht zou worden besteed, is bijvoorbeeld een uitbreiding van de ouderschapsregeling niet voor iedereen meer nodig.”
(A.S.)

,,Financieel een ruime regeling, maar wat betreft duur aan de krappe kant”, karakteriseert Marja van den Bergh het ouderschapsverlof, de regeling waarvan ouders gebruik kunnen maken om meer tijd aan de zorg voor hun pasgeboren kinderen te besteden. In ruil voor een deel van hun loon krijgen zij extra vrije tijd.

Marja van den Bergh werkt als projectmedewerker personeel, organisatie en financiën bij de faculteit Technische Natuurkunde. ,,Sinds 1990 ben ik werkzaam aan de TU. Ruim vijf jaar heb ik mij bij de Dienst Personeel en Organisatie beziggehouden met loopbaanadvisering en opleiding. Ik vond het leuk om na een periode bij het Bureau van de universiteit, ook eens werkzaam te zijn bij een van de beheerseenheden. Om die reden ben ik hier voor twee jaar gedetacheerd.”

Sinds vier maanden heeft Van den Bergh een dochtertje en maakt ze gebruik van de ouderschapsregeling. ,,Aan de TU heb je als ouder het recht om gedurende een half jaar in plaats van full-time twintig uur te werken. Tegelijkertijd houd je wel 75 procent van je salaris.”

Van den Bergh vindt de financiële regeling erg goed, maar de tijdspanne van een half jaar daarentegen te kort. ,,Ik wil hiermee niet zeggen dat de regeling zomaar uitgebreid moet worden. Vanuit het standpunt van de organisatie zou het verlengen van de periode een hele kostbare zaak worden. Een optie zou zijn dat – tegen inlevering van salaris – je een langere tijd thuis mag blijven. Alleen is dat weer een probleem voor mensen die alleen een kind opvoeden, die kunnen dat geld niet missen. Kortom, ik vind dat de regeling voor een te korte periode geldt, maar vind het moeilijk om concreet aan te geven hoe deze verbeterd kan worden.”

Zelf gebruikt Van den Bergh het ouderschapsverlof om te kijken hoeveel uur haalbaar is om te werken als je een kind hebt. Op dit moment werkt zij 28 uur. ,,Zonder ouderschapsverlof had ik direct moeten beslissen hoeveel ik in uren terug wilde gaan. Nu kan ik nog even aftasten hoeveel dagen het meest werkbaar is.”

Een groot voordeel van het werken aan de TU is volgens haar de mogelijkheid om de ouderschapsregeling in overleg over een langere periode uit te smeren. ,,Omdat ik 28 uur werk kan ik hiervan anderhalf jaar hiervan gebruik maken. Het is geen recht om dit te kunnen verdelen maar in praktijk is maatwerk op de TU bespreekbaar. Wel moet je er rekening mee houden dat – ondanks dat je langer werkt – de korting van 25 procent van je salaris toch in dat eerste half jaar plaatsvindt. Een voordeel is natuurlijk dat je na de half jaar weer het volledige bedrag terugkrijgt, ondanks dat je korter werkt.”

Aan het ouderschapsverlof zitten volgens Van den Bergh ook nadelen. ,,Maar in feite zijn dat dezelfde problemen waar je tegen aanloopt bij ‘gewoon’ parttime werken. Extra of speciale projecten worden je wel aangeboden, maar je hebt niet voldoende tijd om die ernaast tedoen. Ook ben je zorgvuldiger in het selecteren van cursussen of opleidingen. Een cursus van drie dagen betekent veelal dat je een hele week weg bent en dat is niet altijd mogelijk. Daarnaast is het erg lastig – met veel parttimers – om een dag te prikken dat iedereen van een afdeling aanwezig is voor een vergadering of ander bijeenkomsten.”

In principe is Marja van den Bergh een voorstander van het beter regelen van parttime werk in het algemeen. ,,Ten eerste zouden meer functies gesplitst moeten worden. Dat kan best wel, maar vaak denken mensen daar niet aan. Wat dat betreft moet ik ook de hand in eigen boezem steken. Zelf sta ik er ook niet altijd bij stil dat een fulltime functie ook door twee personen kon worden vervuld. Daarnaast zijn de carrièrekansen van parttimers veel kleiner. Ik vind dat niet altijd terecht. Als hieraan meer aandacht zou worden besteed, is bijvoorbeeld een uitbreiding van de ouderschapsregeling niet voor iedereen meer nodig.”
(A.S.)