Het valt niet mee om na een zonnige zomervakantie weer in het werkritme te komen. Mijn vastberadenheid om me vanaf nu niet meer zo druk te maken is na een paar uur achter de pc alweer grotendeels verdwenen.
Moedeloos blader ik door de lange lijst e-mails in mijn inbox. Het voordeel van buiten het hoogseizoen op vakantie gaan is dat je de topdrukte op de vakantiebestemming ontloopt; het nadeel is dat die topdrukte zich bij thuiskomst naar je inbox heeft verplaatst. Nou is met die werkdruk op zich niet eens zoveel mis. Wat het vervelend maakt, is het onbehaaglijke gevoel dat het allemaal drukte is om niets. Vlak voor de vakantie leek het allemaal nog zo belangrijk: het congrespaper, de vakpublicatie, de evaluatie van het voorstel. Nu lijkt het meer op een ingewikkelde vorm van bezigheidstherapie.
Het reïntegratieproces wordt niet bevorderd door de herinnering aan Willemijn Dicke’s universiteitsroman ‘Mea’. Op het strand kon ik er nog hartelijk om lachen, maar nu ik vanaf mijn werkplek om me heen kijk, is het beeld dat Dicke van de universiteit schetst, hoe cynisch en negatief ook, beangstigend herkenbaar. ‘Mea’ is zo’n boek waarin de dagelijkse realiteit van het universitaire leven wordt uitvergroot, een satire van de academie. De academicus vindt bevestiging in de alledaagse worstelingen van de hoofdpersoon: de monotonie van het congressencircus. Hoogleraren die het drukker hebben met gemene politieke spelletjes dan met onderzoek. Onderzoekers die zich al hun hele loopbaan bezighouden met betekenisloos onderzoek, die zich redden met blufpoker.
Die schets sluit aan bij een lange traditie van kritische campusromans als ‘Small World’ van David Lodge, ‘Onder professoren’ van W.F. Hermans en het hilarische ‘Lab’ van Miquel Bulnes. Al in 1908 schreef F.M. Cornford in zijn ‘Microcosmographia Academica’: ‘The noise of vulgar fame should never trouble the cloistered calm of academic experience. Hence learning is called sound when no one has ever heard of it; and ‘sound scholar’ is a term of praise applied to one another by learned men who have no reputation outside the university, and a rather queer one inside it. If you should write a book (you had better not), be sure that it is unreadable; otherwise you will be called ‘brilliant’ and forfeit all respect.’
De vraag is nu: als alle academici zich zo goed in die beelden herkennen, waarom zijn we dan niet bij machte om er iets aan te doen? Waarom wordt de universiteit geregeerd door zuurpruimen die meer om hun baan geven dan om waarheidsvinding? Waarom maken de bureaucraten de dienst uit en delven de bevlogen vakgekken het onderspit? Hoe kan een plek die gericht is op het verwerven van nieuwe kennis politiek zo conservatief zijn?
Hoogste tijd voor actie. Op zoek naar inspiratie blader ik nog eens door de digitale vakantiefoto’s. Ik probeer de ontspanning weer te voelen, de drang tot vernieuwing, tot verzet tegen de gevestigde orde. Dit jaar wordt het allemaal anders, vanaf nu gaat het roer om. Voor kleingeestige politiek is niet langer plaats in deze tempel van de waarheidsvinding. Voetsoldaten van de vooruitgang, ontwaakt!
Maar nu eerst een kopje koffie.
Daan Schuurbiers reflecteert het komende jaar op het universitaire leven vanaf zijn werkplek aan de Universiteit Utrecht.
Dat blijkt uit een onderzoek onder 626 bezoekers aan het Careerevent in de Jaarbeurs Utrecht op 29 en 30 oktober.
Twee derde van de hoogopgeleide studenten en professionals geeft weliswaar aan dat zijn of haar kansen op de arbeidsmarkt zijn verkleind, maar 53 procent denkt binnen drie maanden een (nieuwe) baan gevonden te hebben. Wel geeft ruim 40 procent aan rekening te houden met een lager salaris.
Grote publiekstrekker dit jaar was ABN Amro-topman en oud-minister van financiën Gerrit Zalm die een gastcollege ‘Riskmanagement met Boerenverstand’ gaf. Hij hield een betoog voor een nieuw bonussysteem, waarbij gekeken moet worden naar lange termijndoelstellingen in plaats van extra beloningen die alleen op directe winst gebaseerd zijn.
‘Klant- en medewerkers tevredenheid zijn bijvoorbeeld ook enorm belangrijk voor succes in de financiële sector. Deze zouden dus in het bonussysteem meegenomen moeten worden’, aldus Zalm.
Comments are closed.