Onderzoeksinstituut OTB produceert ‘outstanding’

In één woord: ‘outstanding’. Het OTB, dat ook werd beoordeeld, doet onderzoek op het terrein van volkshuisvesting, bouwmarkt, vastgoedbeheer, stedelijke ontwikkeling en infrastructuur.

De wetenschappelijke kwaliteit van het gebodene beoordeelde de commissie naar internationale maatstaven als bevredigend tot goed. Dat maar liefst zestig procent van het onderzoek uit derde-geldstroomopdrachten bestaat, noemt de commissie een ‘groot succes’ maar ze plaatst ook vraagtekens. De voornamelijk lokale en regionale oriëntatie bemoeilijkt het verkrijgen van een internationaal profiel op het gebied van fundamenteel onderzoek. Het rapport: ,,Sommig onderzoek is slechts standaard en niet innovatief, noch bevindt het zich in de voorhoede.”

Met het oog op de toekomst plaatst de commissie een kanttekening bij het feit dat directeur Priemus enig kapitein op het schip is. ,,De leider van het instituut is zonder meer een inspirerende wetenschapper, maar zo’n groot team onderzoekers behoeft breder intellectueel leiderschap.”

OTB-woordvoerder dr. J.B.S Conijn spreekt van een ‘faire beoordeling’ die ‘rechtdoet aan de kwaliteiten’ van het OTB. ,,We zijn vol lof, over de onderbouwing zowel als over het oordeel. Voor het leiderschap zoeken we al een jaar naar verbreding, maar hebben voor een extra leerstoel de steun van een faculteit nodig. Dit kan daarbij helpen.”

Pluim

De visitatiecommissie die het onderzoek bij Bouwkunde bekeek, en daarover vorige week rapport uitbracht, geeft het OTB een pluim voor het grote aantal wetenschappelijke publicaties. In één woord: ‘outstanding’. Het OTB, dat ook werd beoordeeld, doet onderzoek op het terrein van volkshuisvesting, bouwmarkt, vastgoedbeheer, stedelijke ontwikkeling en infrastructuur.

De wetenschappelijke kwaliteit van het gebodene beoordeelde de commissie naar internationale maatstaven als bevredigend tot goed. Dat maar liefst zestig procent van het onderzoek uit derde-geldstroomopdrachten bestaat, noemt de commissie een ‘groot succes’ maar ze plaatst ook vraagtekens. De voornamelijk lokale en regionale oriëntatie bemoeilijkt het verkrijgen van een internationaal profiel op het gebied van fundamenteel onderzoek. Het rapport: ,,Sommig onderzoek is slechts standaard en niet innovatief, noch bevindt het zich in de voorhoede.”

Met het oog op de toekomst plaatst de commissie een kanttekening bij het feit dat directeur Priemus enig kapitein op het schip is. ,,De leider van het instituut is zonder meer een inspirerende wetenschapper, maar zo’n groot team onderzoekers behoeft breder intellectueel leiderschap.”

OTB-woordvoerder dr. J.B.S Conijn spreekt van een ‘faire beoordeling’ die ‘rechtdoet aan de kwaliteiten’ van het OTB. ,,We zijn vol lof, over de onderbouwing zowel als over het oordeel. Voor het leiderschap zoeken we al een jaar naar verbreding, maar hebben voor een extra leerstoel de steun van een faculteit nodig. Dit kan daarbij helpen.”