Wat is de belangrijkste taak van de universiteit? Toen ik zeventien was en een studie uitkoos, zag ik de universiteit vooral als een school. En toen ik eenmaal studeerde bleef dat zo.
Ik wist dat de docenten ook nog iets met wetenschap deden, maar dat leek me een klein deel van hun werk. Hun hoofdtaak was natuurlijk om de nieuwe generatie op te leiden. Het viel me wel op dat ze ons
vooral opleidden tot een nieuwe versie van zichzelf. Als je vroeg wat voor werk je na je afstuderen buiten de universiteit kon doen, werd je verbaasd aangekeken.
Een baan buiten de universiteit? Waarom zou je dat nu willen?
Ik koos dan ook maar keurig voor een promotieplek. Toen veranderde mijn beeld van de universiteit compleet. Ineens zag ik dat het werk van de meeste collega’s draaide om onderzoek. Tussendoor moesten ze de eerstejaars nog even algebra en analyse leren. Maar het belangrijkste was toch onderzoek doen en vooral artikelen publiceren. Ik leerde ook dat de staf vooral daarop wordt afgerekend. NWO-beurzen, mooie functies, prestigieuze voordrachten: die krijg je allemaal dankzij je publicaties en niet dankzij je geweldige lesgeven. Dus nogal wiedes dat de belangrijkste taak van de universiteit onderzoek is.
Inmiddels ben ik alweer een paar jaar weg bij de universiteit en weet ik niet meer zo goed wat nu belangrijker is: onderwijs of onderzoek. Het liefste wil je universiteiten die allebei heel goed doen. Helaas ligt de balans bij de financiering nu wel heel erg op onderzoekskwaliteiten. Universitaire medewerkers die beter zijn in onderwijs dan onderzoek, moeten veelal vrezen voor hun baan. In de praktijk zijn mensen die uitblinken als docent én onderzoeker nogal zeldzaam. En tegenwoordig is één van de talenten geliefder dan het andere.
Een klassiek voorbeeld uit de wandelgangen: bij een vakgroep waren er twee trajecten voor jonge afgestudeerden. Ze konden kiezen om carrière te maken als onderzoeker en een promotietraject doen. Ze konden ook universitair docent worden, dan deden ze geen promotieonderzoek, maar richtten ze zich helemaal op lesgeven. Een paar jaar later besloot de decaan dat alleen nog mensen die gepromoveerd waren een vaste aanstelling kregen en alle onderwijsmensen konden vertrekken. Laten we even heel eerlijk zijn: je hoeft echt niet gepromoveerd te zijn om goed college te kunnen geven. Het is handig als studenten af en toe een echte toponderzoeker te zien krijgen, iemand die de randen van het vakgebied verkent. Maar een groot deel van de vakken kan ook door een iets mindere onderzoeksgod gegeven worden. Iemand met een gedegen basiskennis van het vakgebied, die gevoel heeft voor studenten en zorgt dat de basisvaardigheden goed aangeleerd worden.
Ook voor de échte onderzoekers zou het fijn zijn als er meer van zulke mensen een eervolle baan aan de universiteit hadden. Zij hebben dan meer tijd voor hun belangrijke publicaties en kunnen hun onderwijstijd vooral besteden aan het begeleiden van afstudeerders en promovendi die verder willen in hun onderzoeksgebied. Meer waardering voor onderwijs is ook in het belang van beter onderzoek.
Comments are closed.