Jarenlang konden onderwijsinstellingen de wet overtreden en tweedejaars studenten wegsturen met een bindend studieadvies. De Inspectie van het Onderwijs liet het allemaal gebeuren en houdt zich nu muisstil.
Vorige week kwam in het nieuws dat veel hogescholen en universiteiten de wet overtreden bij het wegsturen van trage studenten. Een reeks van gerechtelijke uitspraken maakte dat duidelijk. In een afscheidsinterview met het HOP zei oud-onderwijsrechter Ben Olivier dat het hoger onderwijs aan de haal was gegaan met het bindend studieadvies.
Het maakte heel wat los. De PvdA riep minister Bussemaker ter verantwoording in de Tweede Kamer en verschillende onderwijsinstellingen passen hals over kop hun regels aan. Maar bij de Onderwijsinspectie, die het hoger onderwijs in de gaten zou moeten houden, blijft het stil.
“Het mag niet en het gebeurt toch”, vat SP-Kamerlid Jasper van Dijk de kwestie samen. “Kennelijk heb je de media en de Tweede Kamer nodig om de Inspectie wakker te schudden. Dat kun je de Inspectie kwalijk nemen, maar de minister ook. Want het is háár inspectie die het laat gebeuren.”
Zijn collega Rik Grashoff van GroenLinks vraagt zich ook af “of de Inspectie niet alerter had moeten zijn en eerder had moeten ingrijpen”, zegt hij. “Maar het was misschien een grijs gebied. Nu is het glashelder en moet de inspectie zorgen dat de onderwijsinstellingen zich aan de wet houden.”
Hoe ziet de Onderwijsinspectie dat zelf? Wat hebben de inspecteurs gedaan met de vonnissen over het bindend studieadvies, die de rechters al sinds 2014 vellen?
Tot twee keer toe geeft de inspectie antwoord op een vraag die we niet gesteld hebben. Die antwoorden gaan over een verwante kwestie, dat wel: een experiment aan de Universiteit Leiden met een bindend studieadvies in het tweede studiejaar.
Maar we vroegen naar de rol van de Inspectie zelf: wisten de inspecteurs van de wetsovertreding en wat doen ze ermee? Zij houden immers toezicht op het hele stelsel?
Er volgt een diepe stilte, want ze komen er niet uit bij de Onderwijsinspectie. Het wachten is op de juristen, maar die zijn een paar dagen weg. Ook als ze weer terug zijn, blijft het stil. Ze moeten nog eens goed naar de nieuwsberichten kijken die we de week ervoor al hebben toegestuurd, laat de woordvoerder weten. “Het kost even tijd.”
Maar het antwoord komt helemaal niet. De woordvoerder blijkt niet te weten dat de minister naar de Tweede Kamer was geroepen. Daar zei ze dat ze de Tweede Kamer meer informatie ging geven: “Ik zeg toe dat ik de Kamer nader informeer over hoe het gaat met het bindend studieadvies in het eerste jaar in algemene zin, wanneer ik de gegevens heb.”
Voor de Onderwijsinspectie is de kous daarmee af: “Je begrijpt dat wij hier niet op vooruit kunnen lopen, dus het wachten voor zowel jou als ons is op een reactie vanuit het ministerie.”
Zou er sprake zijn van zelfreflectie bij de Onderwijsinspectie op de rol die zij zelf heeft gespeeld? Voorlopig klaarblijkelijk niet.
Op dit artikel wil de Onderwijsinspectie niet reageren.
Comments are closed.