Education

Nog eens twintig banen weg bij werkplaatsen

Een twintigtal banen kunnen verdwijnen bij alle werkplaatsen gezamenlijk. Dat is de conclusie van een stuurgroep die het afgelopen jaar de werkverdeling en de prijsstelling van de mechanische werkplaatsen onderzocht.

br />
Bij de Centrale Werkplaats en de werkplaatsen van Elektrotechniek, Technische Natuurkunde, Scheikunde, Civiele Techniek, het IRI en Lucht- en Ruimtevaart bestonden tot voor kort 170 voltijdsbanen. Aangezien de toekomst van de werkplaatsen al geruime tijd ter discussie stond en er een vacaturestop gold, is de werkelijke bezetting al met twintig medewerkers afgenomen. De stuurgroep, onder leiding van de secretaris van de universiteit Twente, drs. F.C. Verschoor, bepleit nu een verdere teruggang met nog eens twintig voltijdsbanen.

In de stuurgroep zaten ook de beheerders van de faculteiten STM, TN en ET en de directeur van de Centrale Werkplaats. Gezamenlijk hebben zij een plan uitgewerkt dat de werkplaatsen stroomlijnt, tot samenwerking brengt, oneigenlijke concurrentie belemmert en het behoud garandeert van voor de TU essentiële specialismen. Dat leidde de stuurgroep tot het inzicht dat de werkplaatsen een beschermde positie moeten behouden.

Vijftig procent van de kosten zullen door het college van bestuur vanuit het centrale niveau betaald moeten worden, de andere vijftig procent moeten de werkplaatsen zelf verdienen. De spelregels daarvoor zijn voor alle werkplaatsen gelijkgetrokken: de stuurgroep stelt voor per soort van bewerking een integraal basistarief te hanteren en dat door te berekenen. Ook mogen de werkplaatsen niet teveel afhankelijk worden van werk van buiten de universiteit. Een limitering daarvan tot 25 procent moet de beschikbaarheid voor de faculteiten garanderen.

De op te heffen banen zoekt de stuurgroep bij de Centrale Werkplaats (drie tot zes), ET (minus 8,7). STM (minus drie) en L&R (minus vier). Het college van bestuur wint nu adviezen in over het rapport. Het heeft daarbij aangegeven zelf op één punt twijfels te hebben. Het rapport beveelt aan de samenwerking tussen de werkplaatsen te laten regelen door zowel een (nieuwe) stuurgroep als een coördinatiegroep. Dat lijkt het cvb wat zwaar. Verder wordt een sociaal plan ontwikkelt waarin gestreefd wordt gedwongen ontslagen te beperken.

Vorig jaar had extern onderzoek van het bureau Van Hecke het cvb tot de conclusie gebracht dat de decentrale werkplaatsen ‘geminimaliseerd’ konden worden ten gunste van de Centrale Werkplaats. De vrees ontstond toen dat er wat kleine winkeltjes zouden overblijven met te weinig deskundigheid. Het nieuwe rapport, met zijn nadruk op specialisatie en aftstemming, gaat minder ver. (R.M.)

Richard Meijer


Centrale Werkplaats

Een twintigtal banen kunnen verdwijnen bij alle werkplaatsen gezamenlijk. Dat is de conclusie van een stuurgroep die het afgelopen jaar de werkverdeling en de prijsstelling van de mechanische werkplaatsen onderzocht.

Bij de Centrale Werkplaats en de werkplaatsen van Elektrotechniek, Technische Natuurkunde, Scheikunde, Civiele Techniek, het IRI en Lucht- en Ruimtevaart bestonden tot voor kort 170 voltijdsbanen. Aangezien de toekomst van de werkplaatsen al geruime tijd ter discussie stond en er een vacaturestop gold, is de werkelijke bezetting al met twintig medewerkers afgenomen. De stuurgroep, onder leiding van de secretaris van de universiteit Twente, drs. F.C. Verschoor, bepleit nu een verdere teruggang met nog eens twintig voltijdsbanen.

In de stuurgroep zaten ook de beheerders van de faculteiten STM, TN en ET en de directeur van de Centrale Werkplaats. Gezamenlijk hebben zij een plan uitgewerkt dat de werkplaatsen stroomlijnt, tot samenwerking brengt, oneigenlijke concurrentie belemmert en het behoud garandeert van voor de TU essentiële specialismen. Dat leidde de stuurgroep tot het inzicht dat de werkplaatsen een beschermde positie moeten behouden.

Vijftig procent van de kosten zullen door het college van bestuur vanuit het centrale niveau betaald moeten worden, de andere vijftig procent moeten de werkplaatsen zelf verdienen. De spelregels daarvoor zijn voor alle werkplaatsen gelijkgetrokken: de stuurgroep stelt voor per soort van bewerking een integraal basistarief te hanteren en dat door te berekenen. Ook mogen de werkplaatsen niet teveel afhankelijk worden van werk van buiten de universiteit. Een limitering daarvan tot 25 procent moet de beschikbaarheid voor de faculteiten garanderen.

De op te heffen banen zoekt de stuurgroep bij de Centrale Werkplaats (drie tot zes), ET (minus 8,7). STM (minus drie) en L&R (minus vier). Het college van bestuur wint nu adviezen in over het rapport. Het heeft daarbij aangegeven zelf op één punt twijfels te hebben. Het rapport beveelt aan de samenwerking tussen de werkplaatsen te laten regelen door zowel een (nieuwe) stuurgroep als een coördinatiegroep. Dat lijkt het cvb wat zwaar. Verder wordt een sociaal plan ontwikkelt waarin gestreefd wordt gedwongen ontslagen te beperken.

Vorig jaar had extern onderzoek van het bureau Van Hecke het cvb tot de conclusie gebracht dat de decentrale werkplaatsen ‘geminimaliseerd’ konden worden ten gunste van de Centrale Werkplaats. De vrees ontstond toen dat er wat kleine winkeltjes zouden overblijven met te weinig deskundigheid. Het nieuwe rapport, met zijn nadruk op specialisatie en aftstemming, gaat minder ver. (R.M.)

Richard Meijer


Centrale Werkplaats

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.