Education

‘Meldpunt nodig om fraude aan te geven’

Onderzoekers die wetenschappelijk wangedrag vermoeden, weten zelden wat ze daar mee aan moeten. Universiteiten moeten daarom meldpunten instellen waar vermoedens over kwesties als het vervalsen van gegevens of plagiaat van publicaties kunnen worden geuit.

Een onafhankelijke commissie van deskundigen moet vervolgens een onderzoek instellen.

Dat is één van de aanvelingen uit de notitie over wetenschappelijk wangedrag, opgesteld door de vereniging van universiteiten (VSNU) en de onderzoeksorganisaties KNAW en NWO. Ook de KNAW en NWO behoren volgens de notitie een eigen meldpunt te krijgen.

Wetenschappelijk wangedrag ,,lijkt betrekkelijk weinig voor te komen” in Nederland, aldus de notitie. Echter, ,,het is niet onmogelijk dat dit meer zegt over de zichtbaarheid van het wangedrag dan over het aantal concrete gevallen dat zich voordoet”. Omdat de druk om te publiceren steeds meer toeneemt (publish or perish) ,,lijkt het niet uitgesloten dat wangedrag eerder toe- dan afneemt”. Het ontbreekt echter aan procedures en richtlijnen hoe te handelen bij een vermoeden van wangedrag. Universiteiten en geldschieters hebben daar behoefte aan.

Als een vermoeden van wangedrag is gemeld, stelt de universiteit (of KNAW of NWO) een commissie in die het wangedrag onderzoekt. Anonieme meldingen worden niet behandeld. Wel worden ze vertrouwelijk behandeld. De commissie dient vrij toegang te krijgen tot alle gegevens en faciliteiten. De beschuldigde onderzoeker krijgt het rapport van de commissie voorgelegd voor commentaar.

Als de commissie unaniem van oordeel is dat sprake is van wetenschappelijk wangedrag, kan ket bestuur (of de directie) van de organisatie sancties treffen. Dit loopt uiteen van het geven van een waarschuwing tot het terugeisen van de academische graad die is toegekend op basis van ondeugdelijke publicaties.

In de notitie wordt ook ingegaan op de vraag hoe wangedrag kan worden voorkomen. Jonge onderzoekers moet normbesef worden bijgebracht over zaken als betrouwbare gegevensverwerking en correcte citaties. Begeleiders dienen ervoor te waken dat de druk om te publiceren niet te groot wordt, speciaal als zij daarmee externe financiering kunnen verwerven. Ook wordt aanbevolen dat onderzoekinstituten en onderzoekscholen standaarden ontwikkelen voor de uitvoering van experimenten, dataverwerking en publicaties. (HOP/P.E.)

Pieter Evelein

Onderzoekers die wetenschappelijk wangedrag vermoeden, weten zelden wat ze daar mee aan moeten. Universiteiten moeten daarom meldpunten instellen waar vermoedens over kwesties als het vervalsen van gegevens of plagiaat van publicaties kunnen worden geuit. Een onafhankelijke commissie van deskundigen moet vervolgens een onderzoek instellen.

Dat is één van de aanvelingen uit de notitie over wetenschappelijk wangedrag, opgesteld door de vereniging van universiteiten (VSNU) en de onderzoeksorganisaties KNAW en NWO. Ook de KNAW en NWO behoren volgens de notitie een eigen meldpunt te krijgen.

Wetenschappelijk wangedrag ,,lijkt betrekkelijk weinig voor te komen” in Nederland, aldus de notitie. Echter, ,,het is niet onmogelijk dat dit meer zegt over de zichtbaarheid van het wangedrag dan over het aantal concrete gevallen dat zich voordoet”. Omdat de druk om te publiceren steeds meer toeneemt (publish or perish) ,,lijkt het niet uitgesloten dat wangedrag eerder toe- dan afneemt”. Het ontbreekt echter aan procedures en richtlijnen hoe te handelen bij een vermoeden van wangedrag. Universiteiten en geldschieters hebben daar behoefte aan.

Als een vermoeden van wangedrag is gemeld, stelt de universiteit (of KNAW of NWO) een commissie in die het wangedrag onderzoekt. Anonieme meldingen worden niet behandeld. Wel worden ze vertrouwelijk behandeld. De commissie dient vrij toegang te krijgen tot alle gegevens en faciliteiten. De beschuldigde onderzoeker krijgt het rapport van de commissie voorgelegd voor commentaar.

Als de commissie unaniem van oordeel is dat sprake is van wetenschappelijk wangedrag, kan ket bestuur (of de directie) van de organisatie sancties treffen. Dit loopt uiteen van het geven van een waarschuwing tot het terugeisen van de academische graad die is toegekend op basis van ondeugdelijke publicaties.

In de notitie wordt ook ingegaan op de vraag hoe wangedrag kan worden voorkomen. Jonge onderzoekers moet normbesef worden bijgebracht over zaken als betrouwbare gegevensverwerking en correcte citaties. Begeleiders dienen ervoor te waken dat de druk om te publiceren niet te groot wordt, speciaal als zij daarmee externe financiering kunnen verwerven. Ook wordt aanbevolen dat onderzoekinstituten en onderzoekscholen standaarden ontwikkelen voor de uitvoering van experimenten, dataverwerking en publicaties. (HOP/P.E.)

Pieter Evelein

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.