We gaan naar Mars. De eerste Marskolonie is net zo onvermijdelijk als de komst van de elektrische auto. Elon Musk heeft in september zijn plannen gedeeld met de mensheid.
En als Elon iets wil, dan gebeurt het ook.
Een kleine kanttekening bij het ‘we’ in de zin ‘we gaan’: er zijn er maar een paar die echt gaan. De rest kijkt tv en roept: “Kijk hoe gaaf wij mensen zijn! We lopen gewoon rond op een andere planeet! Zijn er nog paprika ribbelchips?”
Het is natuurlijk een belachelijk plan om miljarden te steken in een pop-up tent, op een planeet met een groter klimaatprobleem dan de aarde. En toch ben ik vóór. Want als het lukt, beleef ik een historische gebeurtenis. En als het niet lukt, is het niet mijn probleem. Go Elon Go!
Zou ik zelf willen gaan? No way! Maar er zijn genoeg mensen, die wél willen. De Nederlandse stichting Mars One is al begonnen met het selecteren van de eerste kolonisten. Wereldwijd hebben 200 duizend mensen zich opgegeven als kandidaat. En dan te bedenken dat Mars One er vanuit gaat, dat de eerste trip een enkele reis zal zijn.
Vraag je mensen of ze een orgaan willen doneren na hun dood, krijg je allemaal beledigde geluiden. Maar vraag je, wie ál zijn organen wil opofferen voor een vlag op een andere planeet, dan staan ze ineens te dringen in de rij. Ik raad de Nierstichting aan om zo snel mogelijk een dependance op Mars op te zetten.
Waarom willen we eigenlijk naar Mars? Is Mars als locatie zo aantrekkelijk? Of willen we gewoon weg van de ellende op aarde? Ik moet ineens denken aan het tv-programma Ik vertrek. Een cameraploeg volgt elke week een nieuw echtpaar dat afscheid neemt van hun mislukte leven in Nederland. Ze dromen er van om in Zuid-Frankrijk een eigen bed and breakfast te beginnen.
Ik kan de voice-over al horen: “Mieke en Jack hadden zich flink verkeken op de hoeveelheid zand en kosmische straling in hun achtertuin. Gelukkig hebben ze geen last van onkruid.”
Ik weet niet wat we op Mars gaan doen zodra we er eenmaal zijn. In ieder geval zorgt het voor mooie televisie. Ik stel voor dat ook daar de regel geldt, dat de kolonisten elke week iemand weg mogen stemmen.
Eén ding lijkt vast te staan: ik ga de eerste mens op Mars meemaken. En dat verhaal ga ik tot in den treure aan mijn kleinkinderen vertellen. “Opa weet nog goed dat hij achter zijn computer zat en toen…” “Opa, niet weer dat Marsverhaal hè?” “Laat me nou uitpraten!
En zet je VR-bril af als ik met je praat!”
Comments are closed.