Education

LSVb geen gesloten front

Een opvallend interview gisteren met twee medewerkers van de Landelijke Studenten Vakbond. De een verkiest dieren boven studenten en de ander maalt niet om de basisbeurs.

Als hij zou moeten kiezen tussen het afschaffen van de bio-industrie en behoud van de studiefinanciering, waar zou hij dan voor kiezen? Dat eerste, zegt ‘secretaresse’ Joost Heilbron van het LSVb-kantoor. “De situatie in de bio-industrie is ook veel schrijnender dan die van het Nederlandse hoger onderwijs, studenten zitten er over het algemeen wel beter bij dan kistkalveren en kippen in legbatterijen.”

De beleidsmedewerker huisvesting Arjen Liemburg wijkt zelfs van de officiële lijn af. Hij stemt PvdA en is het eens met de sociaal-democratische plannen voor het afschaffen van de basisbeurs: “Ja, omdat ik vind dat de overheid in tijden van crisis niet de mensen moeten subsidiëren die in de toekomst veel geld gaan verdienen.”

Nog niet zo lang geleden was de LSVb overigens ook niet zo negatief over een leenstelsel. De basisbeurs was niet heilig voor toenmalige voorzitter Gerard Oosterwijk, die later opstapte en nu voor de PvdA campagne voert.

Dat blijkt uit het jaarlijkse OESO-rapport ‘Education at a glance’, waarin de dertig aangesloten landen in tientallen tabellen hun onderwijs vergelijken. Het gaat om cijfers van voor de economische crisis.

Eerste plaats

In Nederland blijven studenten iets langer in het hoger onderwijs dan in andere landen. Over de jaren uitgesmeerd besteedt Nederland dus nog meer aan studenten. Zo bezien staan we op de gedeelde eerste plaats met Zwitserland, Oostenrijk en Zweden. De rekenmeesters hebben de uitkomsten gecorrigeerd voor de koopkracht.

Economische crisis

De cijfers lopen tot het jaar 2007, toen de economische crisis nog niet in beeld was. Daarom kunnen de getallen niet zomaar naar het heden worden vertaald. Neem de uitgaven aan hoger onderwijs als percentage van het bruto binnenlands product. In 2006 was dat in Nederland 1,5 procent. Dat was meer dan het gemiddelde van de OESO-landen: 1,4 procent.

Koplopers

Canada (2,7 procent), Korea (2,5 procent) en de Verenigde Staten (2,9 procent) staken toen ver boven de rest uit. Helemaal onderaan stonden Turkije (0,8 procent) en Italië (0,9 procent). Maar de nationale welvaart is ernstig verstoord door de economische crisis, waardoor die cijfers er inmiddels waarschijnlijk totaal anders uitzien.

Private middelen

In zes jaar tijd hebben de landen van de OESO het budget voor universiteiten en hogescholen met een kwart verhoogd. De Nederlandse uitgaven stegen ook, maar slechts met elf procent. De private middelen blijken in Nederland sinds de eeuwwisseling harder toegenomen, namelijk met 31 procent. Maar internationaal ging het bijna drie keer zo snel: 87 procent.

Evenveel geld

Samenvattend: anders dan de Nederlandse universiteiten zeggen de internationale rekenmeesters dat de overheidsbijdrage per student nauwelijks achteruit is gegaan. Er kwamen meer studenten, maar daar trok de overheid ook extra geld voor uit. Nederland behoort nog altijd tot de kopgroep. Wel klopt het dat het buitenland het budget voor hoger onderwijs sneller verhoogt.

BNP en investeringen

Volgens de OESO bestaat er een duidelijk verband tussen het bruto nationaal product per hoofd van de bevolking en investeringen in lager en middelbaar onderwijs. Investeringen in hoger onderwijs betalen zich echter niet zo duidelijk terug.

Internationale studenten

Uit de cijfers blijkt ook dat er sinds de eeuwwisseling wereldwijd meer dan één miljoen studenten extra buiten de eigen landsgrenzen zijn gaan studeren. In het jaar 2000 waren er nog geen twee miljoen ‘internationale studenten’, terwijl het er nu meer dan drie miljoen zijn.

Dertig landen vormen samen de OESO. Veel EU-landen horen erbij, maar bijvoorbeeld ook Turkije, de Verenigde Staten, Korea en Japan.

Als hij zou moeten kiezen tussen het afschaffen van de bio-industrie en behoud van de studiefinanciering, waar zou hij dan voor kiezen? Dat eerste, zegt ‘secretaresse’ Joost Heilbron van het Lsvb-kantoor. “De situatie in de bio-industrie is ook veel schrijnender dan die van het Nederlandse hoger onderwijs, studenten zitten er over het algemeen wel beter bij dan kistkalveren en kippen in legbatterijen.”

De beleidsmedewerker huisvesting Arjen Liemburg wijkt zelfs van de officiële lijn af. Hij stemt PvdA en is het eens met de sociaal-democratische plannen voor het afschaffen van de basisbeurs: “Ja, omdat ik vind dat de overheid in tijden van crisis niet de mensen moeten subsidiëren die in de toekomst veel geld gaan verdienen.”

Nog niet zo lang geleden was de Lsvb overigens ook niet zo negatief over een leenstelsel. De basisbeurs was niet heilig voor toenmalige voorzitter Gerard Oosterwijk, die later opstapte en nu voor de PvdA campagne voert.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.