Education

Kort Nieuws

StoelenDe befaamde stoelencollectie van de faculteit Bouwkunde is weer in zijn geheel te bewonderen door het publiek. Sinds vorige week staan ze alle driehonderd in de hal bij de bouwkundebibliotheek, in vijf rijen boven elkaar.

De stoelen konden na de brand bij Bouwkunde door de brandweer uit de puinhopen worden gered. Daarna stonden ze in depot. De faculteit onderstreept met de expositie het historische belang dat ze hecht aan de collectie. Niet voor niets worden de stoelen vaak gebruikt door de afdeling geschiedenis. Volgens projectleider Shaida Freese laat de collectie vooral zien dat de stoel de laatste decennia qua vormgeving en materiaalgebruik weinig is veranderd. De permanentie expositie wordt op 5 oktober officieel geopend.

CO2-membraan
Volgens het promotieonderzoek ‘DD3R zeolite membranes in separation and catalytic processes’ van dr.ir. Johan van den Bergh (Technische Natuurwetenschappen) zijn zeolietmembranen erg geschikt om aardgas te zuiveren van CO2-verontreinigingen. Zeolieten zijn kristallijne verbindingen van aluminium en silica, met poriën kleiner dan een nanometer. Dat maakt ze geschikt om gasstromen te scheiden op basis van de molecuulgrootte. Bezwaarlijk is nog wel de prijs van het materiaal (duizend tot drieduizend euro per vierkante meter). Ook zijn de membranen minder effectief bij hogere temperaturen. Het is dan ook de vraag of het membraan geschikt is om CO2 uit hete rookgassen af te vangen. Wel ziet Van den Bergh een grote toekomst in de zuivering van aardgas en biogas. In het verlengde daarvan verwacht hij twintig jaar na de eerste introductie een energiesparende doorbraak van zeolietmembranen in de industriële gaszuivering.

Elektrische auto
Er is veel positieve publiciteit over de elektrische auto en Financiën stimuleert ‘m fiscaal. Maar stappen we straks massaal over? Over onder meer die vraag gaat het op 27 september tijdens het Elsevier Technologiedebat. Gespreksleider is TU-alumnus en wetenschapsredacteur Simon Rozendaal. Aan het debat neemt onder anderen IO-decaan Cees de Bont deel. 

Locatie: Campus Den Haag van Universiteit Leiden aan de Lange Houtstraat 5-7 in Den Haag. Aanvang: 16.30 uur. Inschrijven via info@campusdenhaag.nl

Nieuwe leden
De vakbonden hebben relatief veel nieuwe leden gekregen sinds de TU eind 2009 aankondigde te gaan reorganiseren. Abvakabo FNV heeft sindsdien een kleine honderd nieuwe leden bijgeschreven op een totaal van achthonderd. Nieuwe aanwas is fijn, maar Hans van Schagen van de Abvakabo vindt het dramatische tijden. “Zelfs de jonkies zien nu het nut van een vakbond.” Het veel kleinere AC Hop heeft sinds eind 2009 relatief een even grote groei doorgemaakt: tien leden erbij op een totaal van tachtig. Volgens contactpersoon Leo Gerrese was er bij de vorige reorganisatie ook een piekje in de aanmeldingen, “maar je zou verwachten dat het er nu meer zouden zijn”. “Mensen zijn afwachtend”, zegt hij. En dat is volgens hem niet handig, want de vakbonden nemen liever geen leden aan die al in een arbeidsconflict zitten.

Herbenoeming
Louis de Quelerij is met ingang van 1 oktober 2010 voor één jaar herbenoemd als decaan van de faculteit Civiele Techniek & Geowetenschappen. De maximale benoemingstermijn is gewoonlijk tweemaal vier jaar, maar De Quelerij plakt daar nog een jaartje aan vast. Zowel hij als het college van bestuur vinden dit wenselijk vanwege de afronding van het convenant waarin het bedrijfsleven en de sector financiële steun beloven. De Quelerij (58) zegt open te staan voor nog één maal een nieuwe functie binnen of buiten de TU.

Rekenwerk
Maar liefst 65 duizend processoren tegelijk gaat prof. Harm Jonker van Multi-Scale Physics (Technische Natuurwetenschappen) inzetten om de atmosfeer beter te doorgronden. Zijn aanvragen voor rekentijd aan de Amsterdamse supercomputer Huygens in het kader van de Dutch Computational Challenge en aan het Duitse rekenmonster Bluegene zijn onlangs gehonoreerd. Het Nederlandse project wordt gefinancierd door NWO/NCF, het Europese door Prace (Partnership for Advanced Computing in Europe). “In totaal mogen we meer dan een half miljoen verstoken”, aldus Jonker. Zijn onderzoek gaat over de grenslaag tussen het aardoppervlak en de vrije atmosfeer daarboven. Die grenslaag groeit van een paar honderd meter dikte in de ochtend tot een kilometer of meer in de middag. In die turbulente laag vindt vrijwel alle uitwisseling van temperatuur, beweging en vervuiling plaats. Computersimulaties moeten duidelijk maken hoe de grenslaag zich ontwikkelt.

Stagerecensies
Stagelopen pakt niet altijd goed uit. Soms is de begeleiding matig, dan weer blijkt een stagiair vooral goed om de koffieautomaat te bedienen. Nadine van Boxtel (Fontys Hogeschool Tilburg) en Esmée Pater (Hogeschool Windesheim Zwolle) hadden evenmin goede ervaring en begonnen daarom begin augustus de website www.stagerecensies.nl, waarop studenten van mbo, hbo en wo hun stage kunnen recenseren. Inmiddels is dat 28 keer gebeurd.

Deelauto’s
Het duurde langer dan gepland, maar Delft krijgt op 1 november een deelauto van StudentCar. Eigenlijk wilde het Rotterdamse bedrijf er vanaf begin dit jaar twee of drie op de campus en bij studentenhuizen stationeren. StudentCar, dat net zo werkt als Green Wheels, zet de auto bij de studentenflats aan de Balthasar van der Polweg en is nog bezig met een tweede plek in de Delftse binnenstad. Delft is de achtste (studenten)stad waar studenten en niet-studenten zich kunnen abonneren op een deelauto.

LinkedIn
De magische grens van duizend leden is gepasseerd. De ‘TU Delft PhD Group’ op LinkedIn is populair met 1026 leden. Hoewel pas eind maart opgericht, weten zowel huidige promovendi als PhD-alumni de groep te vinden. TU-medewerkers Rob Speekenbrink en Mira Pasveer begonnen de groep als laagdrempelige mogelijkheid om elkaar te vinden. Leden kunnen er discussies beginnen en nieuwsberichten of aankondigingen van bijvoorbeeld workshops vinden.

Superbus
De Superbus van astronaut en hoogleraar luchtvaart- en ruimtevaarttechniek prof.dr.ir. Wubbo Ockels heeft afgelopen vrijdag zijn eerste testrondjes gereden op een testbaan in Lelystad. In Ockels’ toekomstvisie razen de elektrische voertuigen, die plaats bieden aan 23 passagiers, met 250 kilometer per uur over speciale Superbusrijbanen door het land. De bus gaat nu tachtig kilometer per uur. Ockels zegt desgevraagd dat het met de motor en accu in de bus mogelijk is om 250 kilometer per uur te rijden. Het onderzoeksteam gaat de komende maanden de snelheid van de bus opvoeren tot 120 kilometer per uur en vervolgens op een hogesnelheidsbaan in Duitsland verder experimenteren. Het ministerie van verkeer en waterstaat droeg negen miljoen euro bij aan het project, openbaarvervoersbedrijf Connexxion één miljoen en de TU anderhalf miljoen euro. De bus is nu tijdelijk tentoongesteld op de Internationale Automobil-Ausstellung in Hannover.

bit.ly/d5oAsW

Cheese, nuts and olives on the tables, people exchanging greetings and colleagues toasting on this memorable day. Last Thursday the international research centre for telecommunications and radar (IRCTR) inaugurated the new radar Parsax with a reception in the foyer of the Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science building. IRCTR director, prof.dr. Leo Ligthart, reminded the around sixty people in attendance of a series of firsts by the TU’s telecommunication and radar group. In 1983 for example the group performed the first radar Doppler measurement (enabling the determination of the velocity of clouds), 2005 saw the kick-off of the development of the drizzle radar Idra, and now the official opening of the Parsax radar. This ‘polarimetric agile radar in S- and X-band’ is capable of continuous polarisation measurements of clouds with unprecedented resolution down to three meters.
Whereas the amount of reflection of radar waves is indicative for the amount of water in a cloud, polarimetrics reveal the shape and size of the droplets in a cloud and enables researchers to distinguish between hail, snow and rain. “Using polarisation in radar is not new,” says prof.dr. Herman Russchenberg. “But using polarisation in both directions simultaneously with a resolution of only three metres is unique. It should give us a detailed and dynamic image of the processes occurring in clouds.” 

Russchenberg is a lecturer on the remote sensing of the environment. He studies the formation and disappearance of clouds, the ‘x-factor in climate research’. Clouds have a significant cooling effect that seemingly partially balances global warming caused by rising CO2 levels in the atmosphere.  But the uncertainties are thus far larger than the effect.
Weather radars are vital for learning more about clouds. Not only Parsax, but also the Cesar (Cabauw experimental site for atmospheric research) consortium, which hosts Idra (the IRCTR’s drizzle radar) and a series of rain-measuring equipment on top of a 213-metre high tower.
One of the differences between the systems is that Parsax is a cloud profiler, which can look vertically into the atmosphere. Idra on the other hand scans the surroundings horizontally at one revolution per minute, providing very precise information of where the rain falls.

Idra was developed by the Catalonian engineer, Jordi Figueras i Ventura. It was his PhD project, which he will defend on November 16th. The main feature of Idra is its sensitivity and resolution down to three metres in its sharpest setting. For comparison, the Royal Netherlands Meteorological Institute (KNMI) weather radar has a one kilometre resolution. Idra’s ability to measure drizzle (very fine rain), fog and low clouds is unrivalled. “Drizzle may sound boring,” says Russchenberg, “but it limits the clouds lifetimes. Clouds disappear either by evaporation or by precipitation, which starts with condensation of water vapour on aerosols or fine dust particles of just a few microns across.” Russchenberg aims to clarify the relationships between air pollution (the amount of fine dust aerosols in the air), cloud formation, rain and climate change.

Figueras, who now works at the British Met Office but will soon join Meteo France in Toulouse as a post-doc, believes Idra is now reliable enough for doing long series of measurements. In his view Idra should be able to deliver the best estimates of rainfall rates, because Idra’s images are thirty times sharper than those of the KNMI, and because Idra’s polarimetric capability allows it to obtain better rainfall rate estimates and classify the type of precipitation. Cesar would be the best place to link the presence of aerosols to rain patterns. “Such measurements need to have a long continuity,” Figueras argues. But he also knows that science nowadays is primarily project-based and that it is difficult to get funding for long term monitoring. To set up a long term programmatic research project would require a major change in the current mindset, Figueras writes in his thesis: “But it would benefit the atmospheric remote sensing research in IRCTR and that of the Netherlands as a whole.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.