Vakbonden, bedrijfsleven, studenten en onderwijsinstellingen… allemaal erkennen ze dat het hoger onderwijs onder druk staat. Maar ze over de oplossing zijn ze het niet eens, blijkt uit hun gezamenlijke rapport over de kenniseconomie.
Ieder jaar brengt de zogeheten KIA-coalitie een rapport uit met de stand van zaken in de kenniseconomie: de KIA-foto. Hoe gaat het met onderwijs, onderzoek en innovatie? Zijn er genoeg leraren, is er genoeg geld, hoe scoren andere landen?
Deze keer zaten de rapporteurs in een lastig parket. De economische crisis woedt volop, er komen bezuinigingen aan en niemand durft te voorspellen hoe het de komende jaren zal gaan. Vorig jaar verwachtte men nog een voorzichtige groei van de economie, nu niet meer.
Sommige cijfers zijn wel erg oud. De gegevens met publieke en private onderwijsinvesteringen stammen uit 2008, toen er in Europa nog geen vuiltje aan de lucht was. Hetzelfde geldt voor de omzet die bedrijven uit nieuwe of verbeterde technologische producten halen. Die zijn ook vier jaar oud.
“Hierdoor is een mogelijk effect van de huidige economische crisis nog niet zichtbaar in de cijfers”, schrijven de rapporteurs met gevoel voor understatement. Hetzelfde geldt voor de statistieken over de snelheid waarmee afgestudeerde hbo’ers een baan vinden.
Maar over één ding zijn de partijen van de KIA-coalitie het wel eens: het Nederlandse hoger onderwijs staat onder druk. Het aantal studenten per docent gaat voor het eerst sinds 2008 weer omhoog: in het hbo waren het er 23,4 (in het jaar 2010) en in het wetenschappelijk onderwijs 19,5. Er staat niet bij dat het per opleiding extreem uiteen kan lopen.
De rapporteurs zeggen dat de studie-uitval te hoog is en dat talent te weinig wordt uitgedaagd. “Er is te weinig flexibiliteit in het systeem om de gevarieerde vraag van studenten en de arbeidsmarkt goed te bedienen.” Als Nederland op de huidige voet verdergaat, komt het niet in de top vijf van kenniseconomieën, voorspellen de rapporteurs.
Het kabinet wil er iets aan doen, maar betaalt de ‘kwaliteitsimpuls’ met de langstudeermaatregel en een leenstelsel in de masterfase. “Over de wenselijkheid van deze maatregelen is in KIA-verband geen consensus”, aldus het rapport. “Wel hecht iedereen eraan dat het hoger onderwijs voor iedereen toegankelijk blijft. Dat vraagt bij de uitwerking aandacht.”
In lijn hiermee spreekt de KIA-coalitie ook zuinigjes over het volwassenenonderwijs. Daar zouden meer mensen aan moeten deelnemen, maar dat aantal groeit al jaren niet meer. Daar is beleid voor nodig, aldus de KIA-partijen. “Verschillende kabinetsmaatregelen, zoals de langstudeerdersmaatregel, het duurder worden van de tweede studie en het ontnemen van het recht op studiefinanciering voor 30-plussers, kunnen echter juist een negatief effect hebben op een leven lang leren.”
Al met al is de KIA-foto minder verhelderend dan gehoopt. Veel gegevens zijn achterhaald. Aan debatten over de langstudeermaatregel en de investeringen in publiek-private samenwerking zal dit rapport weinig veranderen, al is het maar omdat het noodgedwongen in vogelvlucht over het landschap van onderwijs en onderzoek gaat.
En dat Nederland opschuift van de achtste naar de zevende plaats op de ranglijst van meest concurrerende kenniseconomieën ter wereld? Dat nieuws was er in september al.
Wie meer dan een jaar extra over zijn opleiding doet, betaalt vanaf september 2012 bijna vijfduizend euro collegegeld.
CDA, VVD, PVV en SGP stemden voor de wet. Ook de ChristenUnie ging akkoord nadat haar amendement om een hardheidsclausule in de wet op te nemen was aangenomen.
Zwangere en zieke studenten kunnen daardoor straks een beroep doen op het profileringsfonds van hun instelling. Bovendien kunnen studenten die een afwijzing van het fonds van de eigen instelling ontvangen, bezwaar aantekenen bij het college van beroep.
Comments are closed.