Dat het Energieakkoord niet zou slagen liet minister Kamp zich niet aanleunen. Hij debatteerde gisteren kort met studenten aan het eind van zijn Delftse gastcollege.
Minister Henk Kamp (Economische Zaken) pikt de ingenieurs er zo uit, vertelde hij tijdens zijn Delftse gastcollege. “Die dragen altijd schoenen met dikke zolen.”
Kamp sprak op 4 april 2016 voor een bomvolle collegezaal in het TBM-gebouw over energiebeleid in Europa en Nederland. Hij had wat uit te leggen, want een week eerder liet het NRC weten dat Nederland onderaan de Europese duurzaamheidslijst bungelt en dat het ver achterloopt bij het gestelde doel van 14 procent duurzame energie in 2020.
Kamp benadrukte vanuit het halfduister dat hij vaart maakt met de beperking van CO2-uitstoot, energiebesparing en de inzet van meer duurzame energie. “Toen ik minister werd heb ik iedereen bij elkaar geroepen om afspraken te maken over hoe we de doelstellingen konden halen.” In 2014 stond het aandeel duurzame energie op slechts 5,5 procent. “We lopen achter in Nederland. We hebben haast”, zegt Kamp daarover.
Het vertrekpunt voor de verduurzaming was het Energieakkoord dat in 2013 op Kamps initiatief tot stand kwam. “Zo’n akkoord wordt door verschillende partijen anders geïnterpreteerd”, weet Kamp. Hij ziet zich geconfronteerd met Europese doelstellingen en roept indien nodig de 47 partijen weer bijeen om de afspraken aan te scherpen. Zo blijkt het lastig om de afgesproken hoeveelheid van 6.000 megawatt (MW) aan windturbines op land te plaatsen.
Op de constatering van een student dat ‘iedereen weet dat de doelstelling van het Energieakkoord niet gehaald wordt’ reageerde Kamp plots fel. Hij vertelde dat bij de laatste revisie in december 2015 de planning uitkwam op 12 in plaats van 14 procent duurzame energie in 2020. Daarop zijn maatregelen getroffen zodat de doelstelling juist wel gehaald wordt, aldus de minister.
De meest in het oog springende maatregel is de aanleg van offshore windparken. Voor de kust van Vlissingen verrijzen twee parken van 700 MW, net als voor de kusten van Zuid- en Noord-Holland . Een uitbreiding van 3.500 MW naast de bestaande capaciteit van 228 MW. Nederland maakt haast.
Verder pleitte Kamp voor ‘keuzes maken in de regio’. In plaats van opgelegde maatregelen van de rijksoverheid krijgen regio’s hun eigen taakstelling (qua CO2-beperking, energiebesparing en duurzame energie) en moeten ze zien hoe ze daaraan kunnen voldoen.
De tijd ontbrak om hem te vragen hoe en aan wie hij die verplichtingen wilde opleggen. De organisatie van het gastcollege, het Delft Energy Initiative en de Energy Club, had meer tijd ingepland voor vragen dan de vijf minuten die overbleven, maar de minister hield de regie in eigen hand.
–> Bekijk de registratie op Collegerama
Comments are closed.