Ilona Quaak, Martijn van Aken en Onno van Beusekom staken drie weken vrijwillig de handen uit de mouwen. Op een bouwkamp in de Poolse middle of nowhere.
Ofwel: goedkope wodka en smerig eten.
,,Aan het strand verveel ik me al na een dag.” Voor de afgestudeerde Onno van Beusekom de reden waarom het plaatsje Belzcy in Moldavië een leukere vakantieplek is dan een willekeurige badplaats in Zuid-Europa. Na projecten in Roemenië, Frankrijk, Hongarije, Polen en Kroatië werkte hij deze zomer voor de negende maal als vrijwilliger aan een bouwproject.
Zijn studerende huisgenoten Ilona Quaak en Martijn van Aken reisden af naar Mikoszow in Polen. Ze werkten aan een school voor gehandicapte kinderen. ,,Drie weken weg, drie weken een andere levensstijl. Je wordt heel even Pool”, motiveert de studente industrieel ontwerpen het aantrekkelijke van zo’n vakantie. Haar vriend Van Aken ging dit jaar voor de eerste maal mee en voelde zich onmiddellijk thuis in Polen: ,,Een hoop Polen lopen in Nederlandse kleding van inzamelingsacties. Dan zie je ineens een Houtland T-shirt lopen bijvoorbeeld.”
Organistor van de drie weken durende bouwkampen is de Bouworde. De projecten hebben een sociale inslag maar de locaties zijn niet per defintie arme Oostbloklanden. In het contactblad voor Bouworde-vrijwilligers (BOB) staan ook locaties als België, Duitsland, Frankrijk en Italië. Voor een ‘kampbijdrage’ van tussen de 100 en 350 gulden krijgen de deelnemers reis, eten, onderdak en verzekering. Doordeweeks wordt er gewerkt, in de weekenden hebben de vrijwilligers vrij en dus tijd om iets van de omgeving te zien.
Polonaise
Van Aken somt een aantal werkzaamheden op: ,,Verf afkrabben, grond verzetten, gaten dichtmetselen: ik heb voor het eerst in mijn leven cement gemaakt.” Vakantiefoto’s tonen een gemetseld muurtje. ,,Oké, het muurtje loopt een beetje krom, maar alles is daar krom dus dat valt toch niet op.”
Quaak: ,,De leukste klus was een totaal verroeste schommel herstellen. Dat soort dingen geeft de grootste voldoening. Maar af en toe moet je wachten tot er weer werk is. Of de plaatselijke bevolking heeft er moeite mee dat een vrouw zwaar werk verricht. Maar dan kunnen altijd nog bankjes voor rond het kampvuur worden gemaakt.”
‘s Avonds wordt na een dag lichamelijke arbeid een kampvuur ontstoken. Van Beusekom: ,,Het verschil tussen slechte, middelmatige en goede wodka is in Moldavië een paar kwartjes.” Dus wordt de volgende dag nauwelijks werk verzetomdat iedereen een kater heeft? ,,Nee, met een kater in de grond staan graven: ik vind dat juist iets hebben.” Quaak knikt instemmend: ,,De volgende dag is leuk. Met een kater is zelfs verf afkrabben leuk werk.” Van Aken moest rond het kampvuur een teleurstelling verwerken: ,,We hebben het getest, maar de polonaise kennen ze niet in Polen.”
Niet iedereen houdt het werk drie weken vol. Quaak: ,,Gevaarlijk werken, niet willen werken, mensen beledigen. Of als je je gewoon niet in de groep past. Dan wordt het tijd om naar huis te gaan. Dat gebeurt ook wel.”
Recyclesoep
Wie de middle of nowhere zoekt hoeft geen luxe te verwachten. ,,Zo heeft niemand van de plaatselijke bevolking een telefoon thuis”, vertelt Van Beusekom ,,Er is één telefooncel waar om beurten een dorpsbewoner telefoonwacht houdt. Wanneer naar de cel wordt gebeld moet de telefoonwachter degene halen voor wie het telefoontje is bedoeld.”
Eten is inclusief, maar het begrip eten mag ruim worden genomen. ,,Spaghetti met suiker, of met aardbeiensaus”, geeft Van Aken als voorbeeld. ,,Soms krijg je geld om zelf in een restaurant te eten, maar meestal wordt er voor je gekookt. En dat kan heel verrassend uitpakken.”
,,Het kookvocht van aardappelen als soep met een paar onkruiden als groente”, vult Quaak aan ,,Dat je denkt: hé, dat is een rare erwt. En dat blijkt dan een of ander torretje te zijn. Of recyclesoep met kliekjes van de vorige dag. Maar dit jaar in Polen was het goed: boter in krulletjes, tomaten in partjes.”
Stromend water is er niet, alleen bronwater in flessen. Van Beusekom: ,,Uit de kraan komt een gorgelend geluid of eventueel een scheutje bruin roestwater. Afwas wordt in koud water met een scheut Persil gedaan en dat afwaswater gaat een week mee. Voor een warme douche moet eerst water worden verwarmd boven een vuur. De douche was sowieso wel humor want de deur zat verkeerd om: je kon wel naar binnen kijken maar niet naar buiten.”
Terug in Nederland blijkt dat de supermarkt het hardst is gemist. Quaak: ,,Thuiskomen en dan kiezen wat je wilt eten. Heerlijk.”
Ilona Quaak, Martijn van Aken en Onno van Beusekom staken drie weken vrijwillig de handen uit de mouwen. Op een bouwkamp in de Poolse middle of nowhere. Ofwel: goedkope wodka en smerig eten.
,,Aan het strand verveel ik me al na een dag.” Voor de afgestudeerde Onno van Beusekom de reden waarom het plaatsje Belzcy in Moldavië een leukere vakantieplek is dan een willekeurige badplaats in Zuid-Europa. Na projecten in Roemenië, Frankrijk, Hongarije, Polen en Kroatië werkte hij deze zomer voor de negende maal als vrijwilliger aan een bouwproject.
Zijn studerende huisgenoten Ilona Quaak en Martijn van Aken reisden af naar Mikoszow in Polen. Ze werkten aan een school voor gehandicapte kinderen. ,,Drie weken weg, drie weken een andere levensstijl. Je wordt heel even Pool”, motiveert de studente industrieel ontwerpen het aantrekkelijke van zo’n vakantie. Haar vriend Van Aken ging dit jaar voor de eerste maal mee en voelde zich onmiddellijk thuis in Polen: ,,Een hoop Polen lopen in Nederlandse kleding van inzamelingsacties. Dan zie je ineens een Houtland T-shirt lopen bijvoorbeeld.”
Organistor van de drie weken durende bouwkampen is de Bouworde. De projecten hebben een sociale inslag maar de locaties zijn niet per defintie arme Oostbloklanden. In het contactblad voor Bouworde-vrijwilligers (BOB) staan ook locaties als België, Duitsland, Frankrijk en Italië. Voor een ‘kampbijdrage’ van tussen de 100 en 350 gulden krijgen de deelnemers reis, eten, onderdak en verzekering. Doordeweeks wordt er gewerkt, in de weekenden hebben de vrijwilligers vrij en dus tijd om iets van de omgeving te zien.
Polonaise
Van Aken somt een aantal werkzaamheden op: ,,Verf afkrabben, grond verzetten, gaten dichtmetselen: ik heb voor het eerst in mijn leven cement gemaakt.” Vakantiefoto’s tonen een gemetseld muurtje. ,,Oké, het muurtje loopt een beetje krom, maar alles is daar krom dus dat valt toch niet op.”
Quaak: ,,De leukste klus was een totaal verroeste schommel herstellen. Dat soort dingen geeft de grootste voldoening. Maar af en toe moet je wachten tot er weer werk is. Of de plaatselijke bevolking heeft er moeite mee dat een vrouw zwaar werk verricht. Maar dan kunnen altijd nog bankjes voor rond het kampvuur worden gemaakt.”
‘s Avonds wordt na een dag lichamelijke arbeid een kampvuur ontstoken. Van Beusekom: ,,Het verschil tussen slechte, middelmatige en goede wodka is in Moldavië een paar kwartjes.” Dus wordt de volgende dag nauwelijks werk verzetomdat iedereen een kater heeft? ,,Nee, met een kater in de grond staan graven: ik vind dat juist iets hebben.” Quaak knikt instemmend: ,,De volgende dag is leuk. Met een kater is zelfs verf afkrabben leuk werk.” Van Aken moest rond het kampvuur een teleurstelling verwerken: ,,We hebben het getest, maar de polonaise kennen ze niet in Polen.”
Niet iedereen houdt het werk drie weken vol. Quaak: ,,Gevaarlijk werken, niet willen werken, mensen beledigen. Of als je je gewoon niet in de groep past. Dan wordt het tijd om naar huis te gaan. Dat gebeurt ook wel.”
Recyclesoep
Wie de middle of nowhere zoekt hoeft geen luxe te verwachten. ,,Zo heeft niemand van de plaatselijke bevolking een telefoon thuis”, vertelt Van Beusekom ,,Er is één telefooncel waar om beurten een dorpsbewoner telefoonwacht houdt. Wanneer naar de cel wordt gebeld moet de telefoonwachter degene halen voor wie het telefoontje is bedoeld.”
Eten is inclusief, maar het begrip eten mag ruim worden genomen. ,,Spaghetti met suiker, of met aardbeiensaus”, geeft Van Aken als voorbeeld. ,,Soms krijg je geld om zelf in een restaurant te eten, maar meestal wordt er voor je gekookt. En dat kan heel verrassend uitpakken.”
,,Het kookvocht van aardappelen als soep met een paar onkruiden als groente”, vult Quaak aan ,,Dat je denkt: hé, dat is een rare erwt. En dat blijkt dan een of ander torretje te zijn. Of recyclesoep met kliekjes van de vorige dag. Maar dit jaar in Polen was het goed: boter in krulletjes, tomaten in partjes.”
Stromend water is er niet, alleen bronwater in flessen. Van Beusekom: ,,Uit de kraan komt een gorgelend geluid of eventueel een scheutje bruin roestwater. Afwas wordt in koud water met een scheut Persil gedaan en dat afwaswater gaat een week mee. Voor een warme douche moet eerst water worden verwarmd boven een vuur. De douche was sowieso wel humor want de deur zat verkeerd om: je kon wel naar binnen kijken maar niet naar buiten.”
Terug in Nederland blijkt dat de supermarkt het hardst is gemist. Quaak: ,,Thuiskomen en dan kiezen wat je wilt eten. Heerlijk.”

Comments are closed.