Wetenschappers gebruiken het internet voornamelijk om algemene, vluchtige informatie te lezen. SurfenBoekrecensies, naslagwerken, een lijstje met komende congressen: dat zijn zaken waarvoor wetenschappers het internet wel willen betreden.
Maar voor het zoeken van wetenschappelijke literatuur hanteren alfa-, bèta en gamma- wetenschappers de conventionele methodes. Gedrukte literatuur is volgens hen dan ook geenszins in gevaar. Dit blijkt uit het eerste onderzoek in Nederland naar internet-gedrag op universiteiten, verricht in opdracht van IWI (Innovatie Wetenschappelijke Informatievoorziening).
Het internet-analfabetisme onder studenten en wetenschappers neemt snel af, maar dat geldt voornamelijk voor het gebruik van e-mail. Bijna 83 procent van de internet-gebruikers e- mailt wekelijks en zegt dit veruit de belangrijkste toepassing van internet te vinden.
Daarentegen zegt tweederde van de internettende academici moeite te hebben met het zoeken naar www-informatie. De meesten klagen over een stortvloed van irrelevante treffers. Anderen menen dat zinnige informatie op internet helemaal niet te vinden is. Ook de traagheid van het net en de storingen vormen een bron van ergernis.
Een mogelijke oorzaak van het gemopper is een gebrek aan vaardigheden. Slechts een kwart van de ondervraagden blijkt te weten wat internet op het eigen vakgebied te bieden heeft, en de grote meerderheid van de gebruikers kent het net alleen van zelf uitproberen. Onder de virtuozen neemt het ‘zinnig’ gebruik van internet snel toe. Zo bericht onderzoeksbureau Blauw dat het percentage informatica-studenten dat via internet een baan zoekt in een jaar tijd is opgelopen van 27 naar 44 procent. (HOP/KV)
Surfen
Boekrecensies, naslagwerken, een lijstje met komende congressen: dat zijn zaken waarvoor wetenschappers het internet wel willen betreden. Maar voor het zoeken van wetenschappelijke literatuur hanteren alfa-, bèta en gamma- wetenschappers de conventionele methodes. Gedrukte literatuur is volgens hen dan ook geenszins in gevaar. Dit blijkt uit het eerste onderzoek in Nederland naar internet-gedrag op universiteiten, verricht in opdracht van IWI (Innovatie Wetenschappelijke Informatievoorziening).
Het internet-analfabetisme onder studenten en wetenschappers neemt snel af, maar dat geldt voornamelijk voor het gebruik van e-mail. Bijna 83 procent van de internet-gebruikers e- mailt wekelijks en zegt dit veruit de belangrijkste toepassing van internet te vinden.
Daarentegen zegt tweederde van de internettende academici moeite te hebben met het zoeken naar www-informatie. De meesten klagen over een stortvloed van irrelevante treffers. Anderen menen dat zinnige informatie op internet helemaal niet te vinden is. Ook de traagheid van het net en de storingen vormen een bron van ergernis.
Een mogelijke oorzaak van het gemopper is een gebrek aan vaardigheden. Slechts een kwart van de ondervraagden blijkt te weten wat internet op het eigen vakgebied te bieden heeft, en de grote meerderheid van de gebruikers kent het net alleen van zelf uitproberen. Onder de virtuozen neemt het ‘zinnig’ gebruik van internet snel toe. Zo bericht onderzoeksbureau Blauw dat het percentage informatica-studenten dat via internet een baan zoekt in een jaar tijd is opgelopen van 27 naar 44 procent. (HOP/KV)
Comments are closed.