Campus

‘Ik hoop dat dit het dieptepunt is’

Ze halveerde de spreektijd van de collegevoorzitter tijdens de inauguratie, eist de u-raadskamer in het hoofdgebouw op en wil tijdens de dies een half uur spreektijd om haar plannen te ontvouwen.

De nieuwe ondernemingsraad heeft in Dorien De Tombe een strijdbare voorzitter gevonden.

,,Dit is niet bepaald wat ik me erbij had voorgesteld.” Dr. Dorien J. De Tombe wijst de kamer rond die haar is toegewezen. Leeg, op een tafel en enkele stoelen na. De voorzitter van de eerste ondernemingsraad van de TU zetelt tijdelijk in ‘het Tempeltje’, achter het hoofdgebouw van de TU. Twee dagen per week zal ze de voorzittershamer hanteren. Drie, als het aan haar zelf ligt. Daarover is ze nog in onderhandeling. ,,Maar mijn onderzoekstijd bij Technische Bestuurskunde blijft onaangetast”, kondigt ze beslist aan.

De Tombe is sociaal wetenschapper en methodoloog. Primair een theoreticus. Ze studeerde onderwijskunde aan de VU en de UvA. Werkte aan de universiteit van Nijmegen en Utrecht. In 1994 promoveerde ze (,,Ik heb net zo lang gezocht tot ik een hoogleraar vond die precies hetzelfde wilde als ik”) op een methode om complexe maatschappelijke problemen aan te pakken: werkloosheid, armoede, maar net zo goed de uitbreiding van Schiphol. ,,Het woord oplossen neem ik nooit in de mond”, zegt De Tombe. ,,Mensen lossen namelijk geen problemen op. Ze verschuiven het alleen maar. De Betuwelijn bijvoorbeeld vormt een nieuw probleem voor de bewoners van de Betuwe.” Met haar methode krijgt ze bij TB de top van het Nederlandse bedrijfsleven over de vloer.

De Tombe bekijkt de aanpak van alle problemen door een bril met drie glazen: kennis, macht en emotie. ,,Waar groepen zijn, speelt macht een rol. In elke overlegsituatie is het aftasten: wie is de baas, hoe liggen de verhoudingen? Verander die verhoudingen en je haalt emoties naar boven. Emotie is dan eigenlijk het verdedigen van belangen. Nee, probleemoplossen verloopt heus niet zo rationeel als we denken.”
Zand

Over de inspraak aan de universiteiten is De Tombe slecht te spreken. ,,Een paar rechten; dat is alles wat we nu nog hebben.” Het terugdringen van de invloed begon volgens haar halverwege de jaren tachtig: ,,Er kwamen plotseling reorganisaties en vacaturestops. Vakgroepen werden zomaar opgeheven, individuen kregen de schuld en mensen kwamen op straat te staan.”

,,De regelingen voor het personeel zijn sinds die tijd alleen maar slechter geworden. Daarbij neemt de invloed van de werknemer alsmaar af: deze ondernemingsraad is daar een tastbaar gevolg van. Als student aan de UvA had ik meer inspraak dan nu als docent aan de TU. Misschien ligt dat aan de tijd, en ook een beetje aan het soort universiteit, maar deinspraak die er nu nog is mag niet nóg verder teruggedrongen worden. Hopelijk is dit het dieptepunt. Een universiteit is geen clubje van drie mensen dat heeft doorgeleerd, terwijl de rest leest noch schrijft.”

Een strohalm voor de ondernemingsraad is het initiatiefrecht, waarvan de raad zeker gebruik zal maken. Op het gebied van emancipatie bijvoorbeeld. ,,Vrouwen maken meer dan de helft uit van de bevolking. Ik zie geen reden waarom dat aan de TU anders moet zijn”, betoogt De Tombe. ,,En praat me niet van typische mannen- en vrouwenberoepen. Daar geloof ik niet in.”

Ook de reorganisatie is een van de grote zorgen. Hierover heeft de or adviesrecht. ,,Dat mag niet zoveel lijken, maar het cvb zou dom zijn om hiermee geen rekening te houden. Als ons adviesrecht niet serieus wordt genomen, staan ons meer middelen ter beschikking. Staken mag misschien niet, maar er kan wel zand in de machine komen.”
Gesteggel

De Tombe wil een inloopspreekuur bij de or instellen. ,,Niet om individuele klachten te behandelen”, haast ze zich te zeggen, ,,maar om iedereen een laagdrempelige gelegenheid te bieden om vragen te stellen en ons ideeën, opmerkingen en suggesties aan de hand te doen.”

Die lage drempel moet komen te liggen op de eerste verdieping van het hoofdgebouw, vlak bij het cvb. ,,Ik ben zeer ontstemd dat we nog niet in de voormalige u-raadskamer zitten. De ondernemingsraad moet collegeleden informeel in de wandelgangen aan kunnen spreken. Niemand hier is belangrijker dan de ander.”

Die onderlinge gelijkheid heeft De Tombe ook doorgevoerd in eigen gelederen. ,,We vormen als raad één geheel. Ik wil geen gesteggel tussen de partijen. Dat hebben we in onze eerste vergadering symbolisch duidelijk gemaakt: de naambordjes met fractievermelding hebben we vervangen door bordjes met alleen de naam.”

Over de mederaadsleden zegt ze: ,,Het zijn bepaald geen groentjes. De meesten hebben een vrij lange achtergrond van organisatie-expertise. Met zo’n club kunnen we samenwerken met het cvb en hoeven we de meningsverschillen niet uit de weg te gaan.” De Tombe vindt zichzelf geen directief leider, maar zegt toch krachtig te kunnen optreden. Ze wil beslist niet óversturen en is voor een sterke mate van zelforganisatie. Is ze niet bang voor bestuurlijke traagheid en bureaucratie? ,,Ach, ik heb vele gremia voorgezeten en ben wel wat gewend. De besluitvorming zal hier ongetwijfeld langzaam verlopen. Maar binnen onze raad zal dat niet gebeuren. Want onder mijn leiding wordt er weinig gezeurd.”

Ze halveerde de spreektijd van de collegevoorzitter tijdens de inauguratie, eist de u-raadskamer in het hoofdgebouw op en wil tijdens de dies een half uur spreektijd om haar plannen te ontvouwen. De nieuwe ondernemingsraad heeft in Dorien De Tombe een strijdbare voorzitter gevonden.

,,Dit is niet bepaald wat ik me erbij had voorgesteld.” Dr. Dorien J. De Tombe wijst de kamer rond die haar is toegewezen. Leeg, op een tafel en enkele stoelen na. De voorzitter van de eerste ondernemingsraad van de TU zetelt tijdelijk in ‘het Tempeltje’, achter het hoofdgebouw van de TU. Twee dagen per week zal ze de voorzittershamer hanteren. Drie, als het aan haar zelf ligt. Daarover is ze nog in onderhandeling. ,,Maar mijn onderzoekstijd bij Technische Bestuurskunde blijft onaangetast”, kondigt ze beslist aan.

De Tombe is sociaal wetenschapper en methodoloog. Primair een theoreticus. Ze studeerde onderwijskunde aan de VU en de UvA. Werkte aan de universiteit van Nijmegen en Utrecht. In 1994 promoveerde ze (,,Ik heb net zo lang gezocht tot ik een hoogleraar vond die precies hetzelfde wilde als ik”) op een methode om complexe maatschappelijke problemen aan te pakken: werkloosheid, armoede, maar net zo goed de uitbreiding van Schiphol. ,,Het woord oplossen neem ik nooit in de mond”, zegt De Tombe. ,,Mensen lossen namelijk geen problemen op. Ze verschuiven het alleen maar. De Betuwelijn bijvoorbeeld vormt een nieuw probleem voor de bewoners van de Betuwe.” Met haar methode krijgt ze bij TB de top van het Nederlandse bedrijfsleven over de vloer.

De Tombe bekijkt de aanpak van alle problemen door een bril met drie glazen: kennis, macht en emotie. ,,Waar groepen zijn, speelt macht een rol. In elke overlegsituatie is het aftasten: wie is de baas, hoe liggen de verhoudingen? Verander die verhoudingen en je haalt emoties naar boven. Emotie is dan eigenlijk het verdedigen van belangen. Nee, probleemoplossen verloopt heus niet zo rationeel als we denken.”
Zand

Over de inspraak aan de universiteiten is De Tombe slecht te spreken. ,,Een paar rechten; dat is alles wat we nu nog hebben.” Het terugdringen van de invloed begon volgens haar halverwege de jaren tachtig: ,,Er kwamen plotseling reorganisaties en vacaturestops. Vakgroepen werden zomaar opgeheven, individuen kregen de schuld en mensen kwamen op straat te staan.”

,,De regelingen voor het personeel zijn sinds die tijd alleen maar slechter geworden. Daarbij neemt de invloed van de werknemer alsmaar af: deze ondernemingsraad is daar een tastbaar gevolg van. Als student aan de UvA had ik meer inspraak dan nu als docent aan de TU. Misschien ligt dat aan de tijd, en ook een beetje aan het soort universiteit, maar deinspraak die er nu nog is mag niet nóg verder teruggedrongen worden. Hopelijk is dit het dieptepunt. Een universiteit is geen clubje van drie mensen dat heeft doorgeleerd, terwijl de rest leest noch schrijft.”

Een strohalm voor de ondernemingsraad is het initiatiefrecht, waarvan de raad zeker gebruik zal maken. Op het gebied van emancipatie bijvoorbeeld. ,,Vrouwen maken meer dan de helft uit van de bevolking. Ik zie geen reden waarom dat aan de TU anders moet zijn”, betoogt De Tombe. ,,En praat me niet van typische mannen- en vrouwenberoepen. Daar geloof ik niet in.”

Ook de reorganisatie is een van de grote zorgen. Hierover heeft de or adviesrecht. ,,Dat mag niet zoveel lijken, maar het cvb zou dom zijn om hiermee geen rekening te houden. Als ons adviesrecht niet serieus wordt genomen, staan ons meer middelen ter beschikking. Staken mag misschien niet, maar er kan wel zand in de machine komen.”
Gesteggel

De Tombe wil een inloopspreekuur bij de or instellen. ,,Niet om individuele klachten te behandelen”, haast ze zich te zeggen, ,,maar om iedereen een laagdrempelige gelegenheid te bieden om vragen te stellen en ons ideeën, opmerkingen en suggesties aan de hand te doen.”

Die lage drempel moet komen te liggen op de eerste verdieping van het hoofdgebouw, vlak bij het cvb. ,,Ik ben zeer ontstemd dat we nog niet in de voormalige u-raadskamer zitten. De ondernemingsraad moet collegeleden informeel in de wandelgangen aan kunnen spreken. Niemand hier is belangrijker dan de ander.”

Die onderlinge gelijkheid heeft De Tombe ook doorgevoerd in eigen gelederen. ,,We vormen als raad één geheel. Ik wil geen gesteggel tussen de partijen. Dat hebben we in onze eerste vergadering symbolisch duidelijk gemaakt: de naambordjes met fractievermelding hebben we vervangen door bordjes met alleen de naam.”

Over de mederaadsleden zegt ze: ,,Het zijn bepaald geen groentjes. De meesten hebben een vrij lange achtergrond van organisatie-expertise. Met zo’n club kunnen we samenwerken met het cvb en hoeven we de meningsverschillen niet uit de weg te gaan.” De Tombe vindt zichzelf geen directief leider, maar zegt toch krachtig te kunnen optreden. Ze wil beslist niet óversturen en is voor een sterke mate van zelforganisatie. Is ze niet bang voor bestuurlijke traagheid en bureaucratie? ,,Ach, ik heb vele gremia voorgezeten en ben wel wat gewend. De besluitvorming zal hier ongetwijfeld langzaam verlopen. Maar binnen onze raad zal dat niet gebeuren. Want onder mijn leiding wordt er weinig gezeurd.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.