Campus

‘Of ik even langs wilde komen met mijn bandenplaksetje’

Een afspraak aan de andere kant van de TU-wijk: steeds meer medewerkers pakken daarvoor de opvallende, blauwe dienstfiets. Maar wat als je een lekke band hebt, of de fiets total loss rijdt? Niets aan de hand: ,,Alle kosten zijn voor de faculteit.”


Blauw

Verfomfaaide wielen, spaken eruit, of een platte band. De blauwe, uit de kluiten gewassen kinderfiets, beter bekend als de dienstfiets, heeft het soms zwaar te verduren. Maar bijna niemand die het komt melden als de tweewieler kapot is. ,,Ze zetten hem dan sneaky buiten neer omdat ze bang zijn dat ze de band moeten plakken”, vertelt Jan Kool, concirge bij Werktuigbouw. ,,Laatst stond er zelfs een fiets met een kromme voorvork. Die hebben we wel even naar de fietsenmaker gebracht. Als het maar een kleine reparatie is doen we het altijd zelf. Service van de zaak!”

De beheerseenheden van alle faculteiten dragen dus de zorg voor het onderhoud van de dienstfietsen. Dat was ook het doel van de Dienst Arbeidsomstandigheden en Milieu (DAO) toen zij drieënhalf jaar geleden 75 fietsen kado deed aan de faculteiten. In een brief aan de beheerseenheden schreef DAO dat het onderhoudscontract na een jaar verlopen is en dat de faculteiten vervolgens zelf voor de fietsen moesten zorgen.

,,Maar blijkbaar had niet iedereen die brief goed gelezen”, vertelt Corrie Zeeuw, projectmedewerkster van het dienstfietsenplan en momenteel werkzaam voor de Communicatie en Marketing Groep. ,,Na twee jaar kreeg ik een telefoontje van Lucht en Ruimtevaart. Ze hadden een fiets staan met een platte band. Of ik even langs wilde komen met mijn bandenplaksetje.”


2 Illustratie Victor Lemstra

De Batavus Personal Bike werd op 18 april 1996 aan de TU ingevoerd. Er waren op dat moment al 50 oude fietsen in gebruik waar ongeveer 125 ritten per dag mee werden gemaakt. De nieuwe, blauwe rijwielen zouden aan de vraag naar 315 ritten per dag moeten beantwoorden. ,,Als de fietsen waren uitgeleend dan pakte men voor 1996 al snel de auto”, legt Miriam Tonk van de Arbo- en Milieudienst (voorheen DAO) uit. ,,Wanneer je dat autogebruik kon beperken, bespaarde je zo’n 162.500 autokilometers per jaar en natuurlijk de bijbehorende uitlaatgassen.”

Het dienstfietsenplan van de DAO vloeide voort uit het vervoersmanagementplan uit 1995 dat als doelstelling had om mensen ‘uit de auto te krijgen’. Dat doel lijkt inmiddels aardig behaald want er wordt gretig gebruik gemaakt van de rijwielen. Elke van Sonneveld, hoofd van het aula congrescentrum en tevens beheerder en gebruiker van de dienstfiets: ,,Wij hebben maar één fiets dus bij ons is het altijd: wie eerst komt wie eerst maalt. Maar ik grijp nooit mis. Iedere dinsdagmiddag heb ik een vergadering aan het De Vries van Heystplantsoen en inmiddels weet iedereen in ons gebouw wel dat ze hem dan niet kunnen lenen.”
Reserveren

Wie een dienstfiets wil lenen kan soms inderdaad bedrogen uitkomen. Want reserveren is in principe niet mogelijk. Maar een uitzondering op de regel wordt soms wel gemaakt. ,,Als een hoogleraar echt weg moet, dan houden we er soms één apart”, verklaart Jan Kool, congiërge bij Werktuigbouw. ,,Dat reserveren hebben we een tijd gedaan, maar over het algemeen werkt het niet. Krijg je van die boze gezichten aan de balie: Hoezo geen fiets beschikbaar? Ik zie er daar toch één staan?” De uitleentermijn van de rijwielen is vaak aan een limiet van vier uur gebonden en ze moeten vóór zeven uur terug zijn. ,,Maar als er onderling overleg gepleegd wordt mag een fiets wel een nachtje extra mee”, zegt Hans Hogervorst, congiërge bij Lucht- en Ruimtevaarttechniek. ,,We matsen ook wel eens iemand als die een fiets wil lenen voor het weekend. Maar alleen als het een bekende is.”

Het drukste tijdstip om een dienstfiets te lenen is tussen de middag. Dan zijn ze bijna allemaal uitgeleend. Hogervorst: ,,Vooral op donderdagmiddag zijn ze snel weg want dan is het marktdag; willen de mensen even voor een boodschapje op en neer.”

Maar ook op andere dagen worden de rijwielen goed gebruikt en voor de meest uiteenlopende zaken. Van de hoogleraar die aan de andere kant van de TU-wijk college moet geven tot de secretaresse die relatiegeschenken in de aula gaat kopen. Of zoals Ria Nieuwland-Jobse, managementassistente bij OCP: ,,Om badges te halen in het hoofdgebouw. Ik gebruik de fiets zeker één keer in de week en meestal voor dat soort zaken.”

Het uitlenen op zich heeft wat voeten in de aarde. ‘Wij verwachten van u dat u uitgifte van de fietsen zorgvuldig registreert’, staat in de brief aan alle beheerseenheden. In sommige gevallen gebeurt dat ook heel netjes. Hogervorst: ,,We hebben een kaartjessysteem voor de uitleen. Het fietsnummer, dat zowel op de fiets als de sleutel staat, en de naam van de lener plus een handtekening worden genoteerd.”

Bij andere faculteiten gaat het er een stuk informeler aan toe. Kool houdt bijvoorbeeld niets bij. ,,Anders wordt het zo’n ambtenaargedoe en daar heb ik een hekel aan. Ik ken iedereen die de fietsen gebruikt. Alleen studenten krijgen er geen mee. Als je ziet hoe ze met hun eigen fiets omgaan. Nee, ze zijn alleen voor personeel.”
Strakke rok

Maar ook al zijn de tweewielers alleen voor personeel bedoeld toch worden ze soms aardig vernield geretourneerd. Congiërge bij ITS, Tom Edelenbos: ,,Die mensen komen heel beschaamd de fiets terugbrengen als hij kapot is. Maar we brengen ze niets in rekening. Alle kosten zijn voor de faculteit.” Zo is niet alleen het lenen van een fiets gratis maar ook het vernielen ervan.

Om de rijwielen een beetje in conditie te houden gaan ze één keer per jaar voor een onderhoudsbeurt naar Paul Karlas Tweewielers, de leverancier van de fietsen. Ook voor de grotere reparaties gaat de personal bike daarheen. Maar sommige congiërges kiezen voor een tweede fietsenmaker. Hogervorst: ,,Ik breng ze naar Hogervorst. Nee, geen familie. Bovendienvind ik het lastig om de nieuwe fietsen zelf te repareren want de banden zijn te breed. De oude fietsen reden trouwens ook beter!”

Daar is niet iedereen het mee eens. Yvonne Hoogland, secretaresse bij de vakgroep Elektronica, vindt de blauwe combifiets een uitkomst. ,,Vooral voor de kleine stukjes is het een prima fiets. Hij is ook makkelijk te verstellen tot de juiste hoogte. Je moet alleen geen strakke rok aanhebben als je wilt opstappen.”

,


Blauw

Verfomfaaide wielen, spaken eruit, of een platte band. De blauwe, uit de kluiten gewassen kinderfiets, beter bekend als de dienstfiets, heeft het soms zwaar te verduren. Maar bijna niemand die het komt melden als de tweewieler kapot is. ,,Ze zetten hem dan sneaky buiten neer omdat ze bang zijn dat ze de band moeten plakken”, vertelt Jan Kool, concirge bij Werktuigbouw. ,,Laatst stond er zelfs een fiets met een kromme voorvork. Die hebben we wel even naar de fietsenmaker gebracht. Als het maar een kleine reparatie is doen we het altijd zelf. Service van de zaak!”

De beheerseenheden van alle faculteiten dragen dus de zorg voor het onderhoud van de dienstfietsen. Dat was ook het doel van de Dienst Arbeidsomstandigheden en Milieu (DAO) toen zij drieënhalf jaar geleden 75 fietsen kado deed aan de faculteiten. In een brief aan de beheerseenheden schreef DAO dat het onderhoudscontract na een jaar verlopen is en dat de faculteiten vervolgens zelf voor de fietsen moesten zorgen.

,,Maar blijkbaar had niet iedereen die brief goed gelezen”, vertelt Corrie Zeeuw, projectmedewerkster van het dienstfietsenplan en momenteel werkzaam voor de Communicatie en Marketing Groep. ,,Na twee jaar kreeg ik een telefoontje van Lucht en Ruimtevaart. Ze hadden een fiets staan met een platte band. Of ik even langs wilde komen met mijn bandenplaksetje.”


2 Illustratie Victor Lemstra

De Batavus Personal Bike werd op 18 april 1996 aan de TU ingevoerd. Er waren op dat moment al 50 oude fietsen in gebruik waar ongeveer 125 ritten per dag mee werden gemaakt. De nieuwe, blauwe rijwielen zouden aan de vraag naar 315 ritten per dag moeten beantwoorden. ,,Als de fietsen waren uitgeleend dan pakte men voor 1996 al snel de auto”, legt Miriam Tonk van de Arbo- en Milieudienst (voorheen DAO) uit. ,,Wanneer je dat autogebruik kon beperken, bespaarde je zo’n 162.500 autokilometers per jaar en natuurlijk de bijbehorende uitlaatgassen.”

Het dienstfietsenplan van de DAO vloeide voort uit het vervoersmanagementplan uit 1995 dat als doelstelling had om mensen ‘uit de auto te krijgen’. Dat doel lijkt inmiddels aardig behaald want er wordt gretig gebruik gemaakt van de rijwielen. Elke van Sonneveld, hoofd van het aula congrescentrum en tevens beheerder en gebruiker van de dienstfiets: ,,Wij hebben maar één fiets dus bij ons is het altijd: wie eerst komt wie eerst maalt. Maar ik grijp nooit mis. Iedere dinsdagmiddag heb ik een vergadering aan het De Vries van Heystplantsoen en inmiddels weet iedereen in ons gebouw wel dat ze hem dan niet kunnen lenen.”
Reserveren

Wie een dienstfiets wil lenen kan soms inderdaad bedrogen uitkomen. Want reserveren is in principe niet mogelijk. Maar een uitzondering op de regel wordt soms wel gemaakt. ,,Als een hoogleraar echt weg moet, dan houden we er soms één apart”, verklaart Jan Kool, congiërge bij Werktuigbouw. ,,Dat reserveren hebben we een tijd gedaan, maar over het algemeen werkt het niet. Krijg je van die boze gezichten aan de balie: Hoezo geen fiets beschikbaar? Ik zie er daar toch één staan?” De uitleentermijn van de rijwielen is vaak aan een limiet van vier uur gebonden en ze moeten vóór zeven uur terug zijn. ,,Maar als er onderling overleg gepleegd wordt mag een fiets wel een nachtje extra mee”, zegt Hans Hogervorst, congiërge bij Lucht- en Ruimtevaarttechniek. ,,We matsen ook wel eens iemand als die een fiets wil lenen voor het weekend. Maar alleen als het een bekende is.”

Het drukste tijdstip om een dienstfiets te lenen is tussen de middag. Dan zijn ze bijna allemaal uitgeleend. Hogervorst: ,,Vooral op donderdagmiddag zijn ze snel weg want dan is het marktdag; willen de mensen even voor een boodschapje op en neer.”

Maar ook op andere dagen worden de rijwielen goed gebruikt en voor de meest uiteenlopende zaken. Van de hoogleraar die aan de andere kant van de TU-wijk college moet geven tot de secretaresse die relatiegeschenken in de aula gaat kopen. Of zoals Ria Nieuwland-Jobse, managementassistente bij OCP: ,,Om badges te halen in het hoofdgebouw. Ik gebruik de fiets zeker één keer in de week en meestal voor dat soort zaken.”

Het uitlenen op zich heeft wat voeten in de aarde. ‘Wij verwachten van u dat u uitgifte van de fietsen zorgvuldig registreert’, staat in de brief aan alle beheerseenheden. In sommige gevallen gebeurt dat ook heel netjes. Hogervorst: ,,We hebben een kaartjessysteem voor de uitleen. Het fietsnummer, dat zowel op de fiets als de sleutel staat, en de naam van de lener plus een handtekening worden genoteerd.”

Bij andere faculteiten gaat het er een stuk informeler aan toe. Kool houdt bijvoorbeeld niets bij. ,,Anders wordt het zo’n ambtenaargedoe en daar heb ik een hekel aan. Ik ken iedereen die de fietsen gebruikt. Alleen studenten krijgen er geen mee. Als je ziet hoe ze met hun eigen fiets omgaan. Nee, ze zijn alleen voor personeel.”
Strakke rok

Maar ook al zijn de tweewielers alleen voor personeel bedoeld toch worden ze soms aardig vernield geretourneerd. Congiërge bij ITS, Tom Edelenbos: ,,Die mensen komen heel beschaamd de fiets terugbrengen als hij kapot is. Maar we brengen ze niets in rekening. Alle kosten zijn voor de faculteit.” Zo is niet alleen het lenen van een fiets gratis maar ook het vernielen ervan.

Om de rijwielen een beetje in conditie te houden gaan ze één keer per jaar voor een onderhoudsbeurt naar Paul Karlas Tweewielers, de leverancier van de fietsen. Ook voor de grotere reparaties gaat de personal bike daarheen. Maar sommige congiërges kiezen voor een tweede fietsenmaker. Hogervorst: ,,Ik breng ze naar Hogervorst. Nee, geen familie. Bovendienvind ik het lastig om de nieuwe fietsen zelf te repareren want de banden zijn te breed. De oude fietsen reden trouwens ook beter!”

Daar is niet iedereen het mee eens. Yvonne Hoogland, secretaresse bij de vakgroep Elektronica, vindt de blauwe combifiets een uitkomst. ,,Vooral voor de kleine stukjes is het een prima fiets. Hij is ook makkelijk te verstellen tot de juiste hoogte. Je moet alleen geen strakke rok aanhebben als je wilt opstappen.”


Blauw

Verfomfaaide wielen, spaken eruit, of een platte band. De blauwe, uit de kluiten gewassen kinderfiets, beter bekend als de dienstfiets, heeft het soms zwaar te verduren. Maar bijna niemand die het komt melden als de tweewieler kapot is. ,,Ze zetten hem dan sneaky buiten neer omdat ze bang zijn dat ze de band moeten plakken”, vertelt Jan Kool, concirge bij Werktuigbouw. ,,Laatst stond er zelfs een fiets met een kromme voorvork. Die hebben we wel even naar de fietsenmaker gebracht. Als het maar een kleine reparatie is doen we het altijd zelf. Service van de zaak!”

De beheerseenheden van alle faculteiten dragen dus de zorg voor het onderhoud van de dienstfietsen. Dat was ook het doel van de Dienst Arbeidsomstandigheden en Milieu (DAO) toen zij drieënhalf jaar geleden 75 fietsen kado deed aan de faculteiten. In een brief aan de beheerseenheden schreef DAO dat het onderhoudscontract na een jaar verlopen is en dat de faculteiten vervolgens zelf voor de fietsen moesten zorgen.

,,Maar blijkbaar had niet iedereen die brief goed gelezen”, vertelt Corrie Zeeuw, projectmedewerkster van het dienstfietsenplan en momenteel werkzaam voor de Communicatie en Marketing Groep. ,,Na twee jaar kreeg ik een telefoontje van Lucht en Ruimtevaart. Ze hadden een fiets staan met een platte band. Of ik even langs wilde komen met mijn bandenplaksetje.”


2 Illustratie Victor Lemstra

De Batavus Personal Bike werd op 18 april 1996 aan de TU ingevoerd. Er waren op dat moment al 50 oude fietsen in gebruik waar ongeveer 125 ritten per dag mee werden gemaakt. De nieuwe, blauwe rijwielen zouden aan de vraag naar 315 ritten per dag moeten beantwoorden. ,,Als de fietsen waren uitgeleend dan pakte men voor 1996 al snel de auto”, legt Miriam Tonk van de Arbo- en Milieudienst (voorheen DAO) uit. ,,Wanneer je dat autogebruik kon beperken, bespaarde je zo’n 162.500 autokilometers per jaar en natuurlijk de bijbehorende uitlaatgassen.”

Het dienstfietsenplan van de DAO vloeide voort uit het vervoersmanagementplan uit 1995 dat als doelstelling had om mensen ‘uit de auto te krijgen’. Dat doel lijkt inmiddels aardig behaald want er wordt gretig gebruik gemaakt van de rijwielen. Elke van Sonneveld, hoofd van het aula congrescentrum en tevens beheerder en gebruiker van de dienstfiets: ,,Wij hebben maar één fiets dus bij ons is het altijd: wie eerst komt wie eerst maalt. Maar ik grijp nooit mis. Iedere dinsdagmiddag heb ik een vergadering aan het De Vries van Heystplantsoen en inmiddels weet iedereen in ons gebouw wel dat ze hem dan niet kunnen lenen.”
Reserveren

Wie een dienstfiets wil lenen kan soms inderdaad bedrogen uitkomen. Want reserveren is in principe niet mogelijk. Maar een uitzondering op de regel wordt soms wel gemaakt. ,,Als een hoogleraar echt weg moet, dan houden we er soms één apart”, verklaart Jan Kool, congiërge bij Werktuigbouw. ,,Dat reserveren hebben we een tijd gedaan, maar over het algemeen werkt het niet. Krijg je van die boze gezichten aan de balie: Hoezo geen fiets beschikbaar? Ik zie er daar toch één staan?” De uitleentermijn van de rijwielen is vaak aan een limiet van vier uur gebonden en ze moeten vóór zeven uur terug zijn. ,,Maar als er onderling overleg gepleegd wordt mag een fiets wel een nachtje extra mee”, zegt Hans Hogervorst, congiërge bij Lucht- en Ruimtevaarttechniek. ,,We matsen ook wel eens iemand als die een fiets wil lenen voor het weekend. Maar alleen als het een bekende is.”

Het drukste tijdstip om een dienstfiets te lenen is tussen de middag. Dan zijn ze bijna allemaal uitgeleend. Hogervorst: ,,Vooral op donderdagmiddag zijn ze snel weg want dan is het marktdag; willen de mensen even voor een boodschapje op en neer.”

Maar ook op andere dagen worden de rijwielen goed gebruikt en voor de meest uiteenlopende zaken. Van de hoogleraar die aan de andere kant van de TU-wijk college moet geven tot de secretaresse die relatiegeschenken in de aula gaat kopen. Of zoals Ria Nieuwland-Jobse, managementassistente bij OCP: ,,Om badges te halen in het hoofdgebouw. Ik gebruik de fiets zeker één keer in de week en meestal voor dat soort zaken.”

Het uitlenen op zich heeft wat voeten in de aarde. ‘Wij verwachten van u dat u uitgifte van de fietsen zorgvuldig registreert’, staat in de brief aan alle beheerseenheden. In sommige gevallen gebeurt dat ook heel netjes. Hogervorst: ,,We hebben een kaartjessysteem voor de uitleen. Het fietsnummer, dat zowel op de fiets als de sleutel staat, en de naam van de lener plus een handtekening worden genoteerd.”

Bij andere faculteiten gaat het er een stuk informeler aan toe. Kool houdt bijvoorbeeld niets bij. ,,Anders wordt het zo’n ambtenaargedoe en daar heb ik een hekel aan. Ik ken iedereen die de fietsen gebruikt. Alleen studenten krijgen er geen mee. Als je ziet hoe ze met hun eigen fiets omgaan. Nee, ze zijn alleen voor personeel.”
Strakke rok

Maar ook al zijn de tweewielers alleen voor personeel bedoeld toch worden ze soms aardig vernield geretourneerd. Congiërge bij ITS, Tom Edelenbos: ,,Die mensen komen heel beschaamd de fiets terugbrengen als hij kapot is. Maar we brengen ze niets in rekening. Alle kosten zijn voor de faculteit.” Zo is niet alleen het lenen van een fiets gratis maar ook het vernielen ervan.

Om de rijwielen een beetje in conditie te houden gaan ze één keer per jaar voor een onderhoudsbeurt naar Paul Karlas Tweewielers, de leverancier van de fietsen. Ook voor de grotere reparaties gaat de personal bike daarheen. Maar sommige congiërges kiezen voor een tweede fietsenmaker. Hogervorst: ,,Ik breng ze naar Hogervorst. Nee, geen familie. Bovendienvind ik het lastig om de nieuwe fietsen zelf te repareren want de banden zijn te breed. De oude fietsen reden trouwens ook beter!”

Daar is niet iedereen het mee eens. Yvonne Hoogland, secretaresse bij de vakgroep Elektronica, vindt de blauwe combifiets een uitkomst. ,,Vooral voor de kleine stukjes is het een prima fiets. Hij is ook makkelijk te verstellen tot de juiste hoogte. Je moet alleen geen strakke rok aanhebben als je wilt opstappen.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.