Education

Hoogopgeleiden optimistisch

Hoogopgeleide studenten, starters en professionals hebben vertrouwen in hun kansen op de arbeidsmarkt. Dat blijkt uit een onderzoek onder 626 bezoekers aan het Careerevent in de Jaarbeurs Utrecht op 29 en 30 oktober.

/p>

Twee derde van de hoogopgeleide studenten en professionals geeft weliswaar aan dat zijn of haar kansen op de arbeidsmarkt zijn verkleind, maar 53 procent denkt binnen drie maanden een (nieuwe) baan gevonden te hebben. Wel geeft ruim 40 procent aan rekening te houden met een lager salaris.

Grote publiekstrekker dit jaar was ABN Amro-topman en oud-minister van financiën Gerrit Zalm die een gastcollege ‘Riskmanagement met Boerenverstand’ gaf. Hij hield een betoog voor een nieuw bonussysteem, waarbij gekeken moet worden naar lange termijndoelstellingen in plaats van extra beloningen die alleen op directe winst gebaseerd zijn.

‘Klant- en medewerkers tevredenheid zijn bijvoorbeeld ook enorm belangrijk voor succes in de financiële sector. Deze zouden dus in het bonussysteem meegenomen moeten worden’, aldus Zalm.

Naam: Marcel Vroom (52)
Woonplaats:
Rotterdam
Verliefd/verloofd/getrouwd:
Getrouwd
Studie:
Industrieel ontwerpen
Afstudeerjaar:
1981
Afstudeerrichting:
Design engineering
Loopbaan:

Van 1981 tot en met 1983 was Marcel Vroom freelance industrieel
ontwerper. Van 1983 tot en met 1987 was hij partner bij Concepts in
Amsterdam. In 1987 zette hij samen met anderen Landmark Design &
Consult op. In 1997 verkocht hij zijn aandelen van het bedrijf en ging
hij voor zichzelf aan de slag omdat hij meer zelf wilde ontwerpen. In
1997 richtte hij Mvavd Design op, waarvoor hij nog steeds werkt.

Er
was geen twijfel over mogelijk. In het jaar 2000 zou iedereen met een
raket op de rug naar het werk gaan. Ruimteschepen? De normaalste zaak
van de wereld. Ze pasten precies in het futuristische straatbeeld dat
Marcel Vroom als scholier voor ogen had. “Ik dacht toen dat de
Thunderbirds de toekomst zouden zijn. Ze waren destijds mijn grote
voorbeelden. Ik probeerde al hun voertuigen na te bouwen. Wat
natuurlijk niet lukte.”
Het jaar 2000 bleek heel anders uit te
pakken. Ruimteschepen en raketten worden zelfs in 2009 nog niet door
Jan en alleman gebruikt. Vroom grinnikt dan ook als hij terugdenkt aan
de hersenspinsels uit zijn jeugd. “Het waren totaal utopische
gedachten, maar 2000 was dan ook nog heel ver weg toen ik klein was.
Het boek ‘1984’ van George Orwell stond ook vol toekomstideeën die
gelukkig niet zijn uitgekomen, dus ik ben niet de enige die ernaast
zat.”
Toch zijn de futuristische ontwerpideeën die Vroom als tiener
had niet alleen maar een grappige anekdote. Ze zorgden er ook voor dat
hij in 1974 industriële vormgeving ging studeren. Door al zijn
geknutsel wist hij dat hij een technische studie wilde doen. “Ik had
alleen geen idee welke studie. Tot iemand mij een catalogus van Braun
gaf. Die überesthetische producten en eenvoudige, heldere vormgeving
waren een echte eyeopener. Hun design was voor mij een icoon. Dat wilde
ik ook.”
Tijdens zijn opleiding werd de industrieel ontwerper
doordrenkt met het ontwerpideaal van puur functionalisme en vormgeving
zonder enige franje. Maar na zijn opleiding aan de TU, waarbij hij
alles leerde over ontwerpprocessen, begon het toch weer te kriebelen.
Hij wilde met zijn ontwerpen ‘peuteren’ aan de toekomst. Zo ontwierp
hij 25 jaar geleden een beeldtelefoon, waarmee je kon bellen en
tegelijkertijd naar degene kon kijken met wie je belde. De telefoon
kwam in het huis van de toekomst, maar is jaren later in de
vergetelheid geraakt. “Kijk, dit is de Telemix 512”, zegt Vroom en hij
laat een foto zien van een grote, wat log uitziende zwarte telefoon,
compleet met beeldscherm en uitschuifbaar toetsenbord. “Je kon ermee
computeren en bellen tegelijkertijd. Internet bestond nog niet, maar
door middel van de telefoonlijn kon je toen toch berichten en een
voorloper van de sms versturen.”

Skype-voorloper
Ook
kon je met de Telemix 512 door adressenlijsten scrollen, hoefde je geen
telefoonnummers meer te onthouden door de telefoonlijsten en zaten er
een agenda en een tekstverwerker in. “Ik ben er tweeënhalf jaar mee
bezig geweest om het te ontwikkelen voor de PTT”, zegt de industrieel
ontwerper. “Alle techneuten waren het erover eens dat in dit apparaat
de allernieuwste snufjes en mogelijkheden op technisch gebied waren
verwerkt, maar het is nooit een succes geworden. Het is een eeuwige
belofte gebleven. Pas nu, meer dan twintig jaar later, worden er
vergelijkbare diensten aangeboden, zoals Skype en internet op je
mobieltje.”
Energie besparen mag dan een hype zijn van de laatste
jaren, Vroom was twintig jaar geleden al bezig met het ontwerp van een
nieuwe meterkast die kleiner is dan de huidige meterkasten en veel
energiezuiniger. “Niemand laat bij het tonen van zijn nieuwe huis de
binnenkant zien van de meterkast. Mensen verstoppen het ding achter
drie paraplu’s, blikjes schoenpoets en stofdoeken. Als je de kast veel
kleiner maakt en je zichtbaar maakt wat het mensen in geld scheelt als
ze energie besparen, dan letten ze er wel op.” Op de meterkast die
Vroom ontwierp is dus niet alleen te zien hoeveel kubieke gas je
verbruikt, maar valt ook af te lezen hoeveel geld ermee gemoeid is en
hoe er bespaard kan worden. “Ik ben nu bezig met een systeem van
intelligente sensoren die de cv-ketel zachter zetten als je
bijvoorbeeld de tuindeur open zet.”
Innovatieve ontwerpen vergen een
lange adem, zegt Vroom. “Ik heb inmiddels wel ontdekt dat futuristische
ontwerpen niet meteen een succes worden. Het kan heel lang duren
voordat iets in productie wordt genomen en sommige innovaties slagen
ondanks geweldig nieuwe technieken niet.” Vroom is een pionier. Maar
ook een realist. Op anderen komt het misschien frustrerend over dat
succesvolle technieken niet meteen ingevoerd worden, maar Vroom weet
door al zijn ervaringen dat innovaties niet zo snel gaan.
Vroom is
een volhouder en heeft een grote drijfveer om zijn pioniersprojecten te
verwezenlijken. Zo ontwerpt hij momenteel een bushalte met een
elektronisch display dat de actuele vertrektijden weergeeft. “Alles in
de openbare ruimte is aan regels gebonden. Stoplichten moeten aan
bepaalde regels voldoen, net als lantarenpalen.” Maar zijn
bushaltedisplay is nieuw en niemand weet waaronder het valt. “Ik mag
daarom nu alle studies uitvoeren en bepalen aan welke voorwaarden het
moet voldoen. Hoe vandalismebestendig moet het zijn? Daar moet je van
te voren over nadenken, terwijl de behuizing van het kastje er relatief
simpel uitziet.”

Hoofdontwerp
Op de TU leerde Vroom
nadenken over puur functionalisme, maar eenmaal van de universiteit af,
ontdekte hij dat er meer was dan alleen functionalistisch ontwerpen.
“IO’ers op de TU leren alles over de wetenschappelijke processen achter
het ontwerpen. Ze ontwerpen met hun hoofd. Maar je hebt wel een
handtekening nodig om je mee te onderscheiden.”
Tijdens zijn werk
bij Concepts en Landmark ontmoette hij veel mensen met een
kunstacademieachtergrond. “Zij ontwerpen veel meer vanuit hun gevoel.
Dat gaf mij een heel andere kijk op ontwerpen.” Bij Landmark hielden de
werknemers onderling competities wie het beste ontwerp zou leveren. “We
maakten een nieuw apparaat voor een kijkoperatie. Ik had het apparaat
in twee componenten ingedeeld.” Het ene deel was heel organisch, met
rondingen, als een kniegewricht, het andere deel was voorzien van
strakke lijnen. “Een andere collega had iets gemaakt wat er erg mooi
uitzag, maar dat was technisch niet haalbaar. Het was fijn toen ik de
combinatie kon maken tussen ontwerpen met mijn hoofd en vanuit mijn
gevoel. Het enige wat je moet doen, is je ogen openen en heel goed
kijken. Openstaan voor andere ideeën. Daar onderscheid je je mee. Want
iedereen kan een vierkante doos ontwerpen, maar het gaat er juist om
door middel van een ontwerp vorm te geven aan technologische
veranderingen.”
Vroom hoopt in de toekomst meer futuristische
ontwerpen te bedenken. En hij wil als industrieel ontwerper vaker
betrokken raken bij maatschappelijke projecten. “Als industrieel
ontwerper ben je zo breed opgeleid, dat ik het zonde vind als mensen
niet meer gebruik van ons maken bij maatschappelijke projecten. Zo ben
ik laatst betrokken bij Meerstad, een compleet nieuwe stadswijk ten
oosten van de stad Groningen. De mensen daar hadden aan werkelijk alles
gedacht, maar waren vergeten om de informatietechnologie in te plannen.
Zoals een simpel meetpunt in de weg om te weten waar de knelpunten in
het verkeer ontstaan, zodat je de planning nog kan aanpassen om files
te voorkomen. Mensen in Meerstad stelden hun vrijheid voor als met een
laptop in een bootje zitten, maar vrijheid is ook je gemakkelijk
aanpassen met behulp van technologie en communiceren met anderen. Daar
zou ik ook nog graag op inspringen.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.