Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) stelt de persvrijheid of het gebrek daaraan in het hoger onderwijs aan de kaak. Een initiatief dat vooral hogescholen goed kunnen gebruiken. Maar hoe zit het eigenlijk in Delft?
Delta heeft een redactiestatuut en een redactieraad. In het statuut staat beschreven hoe ver de onafhankelijke positie van Delta reikt. ‘Het college van bestuur vertrouwt de redactie een onafhankelijke positie toe in de overtuiging dat dit de kwaliteit van de journalistieke werkzaamheden bevordert en daardoor in het belang is van de universiteit.’ Ook geeft het redactiestatuut de garantie dat ‘leden van de universitaire gemeenschap en studenten in hun werk- of studiesituatie geen hinder [ondervinden] van door hen in Delta gegeven meningen’.
Als hoofdredacteur van Delta koester ik die onafhankelijke positie. Ik ben er blij mee dat het college van bestuur middels ons statuut erkent dat de universiteit beter wordt van vrije nieuwsgaring en vrijheid van meningsuiting. Bij de universitaire democratie hoort mijns inziens een onafhankelijke informatievoorziening.
Toch is daarmee volgens mij de kous niet af, want dagelijks en dat al vele jaren, laveren wij tussen die vrije nieuwsgaring en de belangen van de universiteit. Die lijken niet altijd hand in hand te gaan en binnen die realiteit is het steeds geven en nemen. Want ook van de belangen van de TU wordt melding gemaakt in het redactiestatuut. Er staat dat de redactie zich bewust is van ‘de bijzondere verantwoordelijkheid’ die het ‘werken op journalistiek verantwoorde wijze’ met zich meebrengt. ‘Zij [de redactie] beseft dat haar journalistieke onafhankelijkheid niet los gezien kan worden van het belang van de universiteit als geheel.’
Vastgoed
De redactieraad wordt in Delft aangesteld door het college van bestuur en heeft een voorzitter van buiten de TU. De universiteit verwacht onder meer van de redactieraad dat hij Delta inhoudelijk toetst op de journalistieke uitgangspunten uit het statuut. Ik vind het in tegenstelling tot het ISO geen pijnpunt dat het cvb deze redactieraad aanstelt. In de praktijk geeft de hoofdredacteur de voorzet voor de nieuwe leden, inclusief de voorzitter.
Lastiger vind ik het punt, dat mijn Utrechtse collega Ries Agterberg aanstipt, dat steeds meer onderwerpen in medezeggenschapsvergaderingen vertrouwelijk worden behandeld, zoals in Delft vooral met vastgoed het geval is.
Ons redactiestatuut zegt dat wij als redactie kunnen rekenen op ‘de open medewerking van het management van de instelling, de faculteiten, medezeggenschapsorganen en diensten van de universiteit’. In de praktijk staan onze verslaggevers helaas geregeld buiten de deur tijdens overleggen tussen cvb en ondernemingsraad en kunnen wij nog maar weinig beleidsstukken inzien, zelfs als ze horen bij punten die in de medezeggenschap openbaar worden besproken. Dat maakt het journalistieke werk soms lastig. Gelukkig zijn we nu in overleg met college van bestuur, ondernemingsraad en diensten over hoe we hier een oplossing voor kunnen vinden.
Wat wil het ISO precies? Lees het hier.
Do you have a question or comment about this article?
s.m.bonger@tudelft.nl
Comments are closed.