“Ik heb gefaald”, zegt dr. Erik Lagendijk, natuurkundige en onderwijsdirecteur bij Technische Natuurwetenschappen. Hij kijkt uitdagend de zaal in. “Ik kwam de universitaire wereld binnen om Einstein te verbeteren.
Dat is niet gelukt.”
De Studium Generale-lezing gaat daarom deze eerste woensdagavond van maart in Speakers over Albert Einstein en niet over de geniale theorie van Lagendijk. Het jaar 2005 is omgedoopt tot World Year of Physics.
Lagendijk kijkt extatisch. “Dit”, zegt hij, terwijl hij wijst naar Einsteins openingszin in het artikel ‘Zur Elektrodynamik bewegter Körper‘, “is de allermooiste zin uit de wereldliteratuur. Iedereen moet ‘m uit het hoofd leren. Schitterend geschreven en verpletterend van logica.” Hoe kwam Einstein tot het schrijven van die zin en zijn geniale theorieën? En waarom is het niemand, zelfs Lagendijk niet, gelukt de blik op de wereld zo schokkend te veranderen als de grootmeester van de wetenschap?
Het leven van Einstein leek, tot hij de relativiteitstheorie ontwikkelde, op dat van een gewone man. Het grootste obstakel voor een fameuze carriÈre was zijn koppigheid. “Daardoor kreeg hij geen plaats aan een universiteit”, zegt Lagendijk. “In 1902 ging hij daarom voorstellen voor grammafoons en telegrafen bekijken. Een technische baan en dat vond hij erg leuk.”
Einstein was nog niet de grote professor, die de wereld versteld zou doen staan, maar een technisch expert derde klas. Hij trouwde pas toen hij een kind had verwekt. En, zo stelt Lagendijk het publiek gerust: “Hij had een normaal seksueel leven.”
Kortom: Einstein zat ver van de gevestigde wetenschap af. In zijn vrije tijd publiceerde hij geruchtmakende artikelen, maar vakliteratuur lezen vond hij tijdsverspilling. “Als hij het zelf niet kon bedenken”, zegt Lagendijk, “vond hij het niet interessant.”
Toen hij zijn relativiteitstheorie bedacht, wierp Einstein Newton van zijn voetstuk. “Volgens Einstein waren de wetten van Newton fout”, zegt Lagendijk. “Maar dat kon je niet zeggen, tenzij je van goede huize kwam. Maar tot diep in de twintiger jaren geloofden veel mensen hem niet.” Ondertussen zorgde onder meer het antisemitisme in Europa ervoor dat Einstein een zwerftocht langs Europese (waaronder Leiden) universiteiten maakte. Uiteindelijk vestigde hij zich in Amerika (Princeton).
Met Einstein zou het goed komen. Zijn mooie zinnen worden nog steeds gelezen en zijn ideeën bestudeerd. Zijn nalatenschap mag er zijn. Maar, zo benadrukt Lagendijk, hij heeft nog genoeg openingen over gelaten. Het Ei van Einstein is nog bij lange na niet opgelost. Hij heeft ook veel laten liggen; de natuurwetenschap is nog lang niet af. Lagendijk heeft het opgegeven, maar hij spoort het publiek . dat voornamelijk uit studenten bestaat . aan op jacht te gaan naar de theorie van kwantumgravitatie. “Daarvoor moet u zich God wanen”, adviseert hij. Het is de enige oplossing. De schepper schept, en alleen de grootste schepper schept de grootste ideeën.
Robert Visscher
“Ik heb gefaald”, zegt dr. Erik Lagendijk, natuurkundige en onderwijsdirecteur bij Technische Natuurwetenschappen. Hij kijkt uitdagend de zaal in. “Ik kwam de universitaire wereld binnen om Einstein te verbeteren. Dat is niet gelukt.”
De Studium Generale-lezing gaat daarom deze eerste woensdagavond van maart in Speakers over Albert Einstein en niet over de geniale theorie van Lagendijk. Het jaar 2005 is omgedoopt tot World Year of Physics.
Lagendijk kijkt extatisch. “Dit”, zegt hij, terwijl hij wijst naar Einsteins openingszin in het artikel ‘Zur Elektrodynamik bewegter Körper‘, “is de allermooiste zin uit de wereldliteratuur. Iedereen moet ‘m uit het hoofd leren. Schitterend geschreven en verpletterend van logica.” Hoe kwam Einstein tot het schrijven van die zin en zijn geniale theorieën? En waarom is het niemand, zelfs Lagendijk niet, gelukt de blik op de wereld zo schokkend te veranderen als de grootmeester van de wetenschap?
Het leven van Einstein leek, tot hij de relativiteitstheorie ontwikkelde, op dat van een gewone man. Het grootste obstakel voor een fameuze carriÈre was zijn koppigheid. “Daardoor kreeg hij geen plaats aan een universiteit”, zegt Lagendijk. “In 1902 ging hij daarom voorstellen voor grammafoons en telegrafen bekijken. Een technische baan en dat vond hij erg leuk.”
Einstein was nog niet de grote professor, die de wereld versteld zou doen staan, maar een technisch expert derde klas. Hij trouwde pas toen hij een kind had verwekt. En, zo stelt Lagendijk het publiek gerust: “Hij had een normaal seksueel leven.”
Kortom: Einstein zat ver van de gevestigde wetenschap af. In zijn vrije tijd publiceerde hij geruchtmakende artikelen, maar vakliteratuur lezen vond hij tijdsverspilling. “Als hij het zelf niet kon bedenken”, zegt Lagendijk, “vond hij het niet interessant.”
Toen hij zijn relativiteitstheorie bedacht, wierp Einstein Newton van zijn voetstuk. “Volgens Einstein waren de wetten van Newton fout”, zegt Lagendijk. “Maar dat kon je niet zeggen, tenzij je van goede huize kwam. Maar tot diep in de twintiger jaren geloofden veel mensen hem niet.” Ondertussen zorgde onder meer het antisemitisme in Europa ervoor dat Einstein een zwerftocht langs Europese (waaronder Leiden) universiteiten maakte. Uiteindelijk vestigde hij zich in Amerika (Princeton).
Met Einstein zou het goed komen. Zijn mooie zinnen worden nog steeds gelezen en zijn ideeën bestudeerd. Zijn nalatenschap mag er zijn. Maar, zo benadrukt Lagendijk, hij heeft nog genoeg openingen over gelaten. Het Ei van Einstein is nog bij lange na niet opgelost. Hij heeft ook veel laten liggen; de natuurwetenschap is nog lang niet af. Lagendijk heeft het opgegeven, maar hij spoort het publiek . dat voornamelijk uit studenten bestaat . aan op jacht te gaan naar de theorie van kwantumgravitatie. “Daarvoor moet u zich God wanen”, adviseert hij. Het is de enige oplossing. De schepper schept, en alleen de grootste schepper schept de grootste ideeën.
Robert Visscher
Comments are closed.